Zolder heeft een probleem. Een groot, praktisch probleem. Een waar je je als toeschouwer ofwel aan ergert, ofwel helemaal niets van aantrekt. Waardoor dat laatste scenario Zolder in nog vuilere papieren brengt. Letterlijk. Niet door de modder. Dat zou net iets te voor de hand liggend zijn. Alleen. Doe iets aan dat gebrek aan vuilbakken! Zoals het er op 26 december aan toe ging, zal het niet volstaan om de locale chiro in te schakelen voor een grote opruimactie. Probleem dus. Groot en praktisch. Ohja, en dan zijn er nog de Nederlanders.
Die waren er niet in 2002. Toen ik voor het eerst naar een wereldkampioenschap trok. Bijna 12 en fier als een gieter op mijn zwart-geel-rode vlaggetjes op de wangen. Zolder was van ons. En dat zou dit seizoen zomaar anders kunnen worden. De kans dat het succesverhaal van Koksijde zich herhaalt, wordt met de koers kleiner.
Met dank aan Mathieu Van der Poel.
Hij springt, zweeft en bonkt dat het een lieve lust is. Hij lijkt een 10-jarige die pas ontdekt heeft dat hij een tikkeltje goed kan fietsen. In modder. Door zand. Over balken. Zijn koersstijl hoeft echt nooit te veranderen. Dat de stap naar het wegpeloton ergens in de toekomst om een hoekje loert, is een quasi zekerheid. Maar de manier waarop hij momenteel koerst, is de perfecte vertaling van zijn woorden die telkens weer terugkomen: ik blijf in het veld, omdat ik er écht van hou.
De attractieve koersstijl van Van der Poel is de troef die breed uitgesmeerd op tafel zal worden gesmeten. De man waar iedereen naar kijken zal. Hij die geen schrik heeft om te gaan. Eén keer, twee keer, maar ook die keer te veel. Die hij telkens net overleeft. Misschien is dat niet het grootste gevaar. Iedereen kent de tactiek die Van der Poel het liefst toepast. Het is alleen een kwestie van volgen. En dat is net het tere punt waar de tegenstand de afgelopen weken al enkele keren op gebotst is.
Gevaarlijker is de Jack Russel in de achtergrond. Die zal wachten op het goede moment. Die zich in de wielen van de achtervolgers zal vastbijten. En ooit komt dat moment dat zijn korte beentjes op de juiste plaats beginnen peddelen. Zonder te stranden in het wiel van, maar om met de prijs aan de haal te gaan. Wie weet met het goud in Zolder.
De Belgen kunnen zich maar beter voorbereiden. De brute kracht zal in Zolder minder snel het verschil maken. Zenuwslopend zal het zijn. Stressbestendigheid wordt een troef als geen ander. Er staat een duo klaar dat zich bijzonder goed met elkaar lijkt te vinden. Een duo met dodelijke efficiëntie als het op winnen aan komt. Een duo met een uittredend wereldkampioen en een man klaar om dat Europese blauw om te ruilen in regenbogen.
Gevaarlijke Nederlanders. Ze zijn er. Al zal Lars Boom geen probleem vormen op het Limburgse circuit. Die vuilbakken daarentegen…
Fotomateriaal: Davy De Blieck.