De Ronde van Valencia – Volta a la Comunitat Valenciana – is een 5-daagse rondewedstrijd en staat voor het eerst sinds 2008 weer op de kalender. Er wordt gekoerst tussen het befaamde trainingsoord Benicassim en Valencia. Victor Campenaerts tekende afgelopen winter een profcontract voor Team LottoNL-Jumbo en debuteert dus op het allerhoogste niveau. Speciaal voor WielerVerhaal houdt hij een dagboek bij over zijn ervaringen.
[Elke ochtend het dagboek van Victor in je mailbox? Schrijf je dan hier in op onze nieuwsbrief (zie sidebar)]Dag 6 (8 februari 2016): met ene goed gevoel weer thuis
Campenaerts: “De laatste rit verliep gisteren aanvankelijk perfect. In het begin was er waaiervorming, maar we zaten steeds goed gegroepeerd vooraan met Dylan Groenewegen, onze man voor de spurt. Op de klim groepeerden we ook goed bij Dylan. In de afdaling kwamen we echter met de hele ploeg ten val. Dylan viel bovenop Tom Leezer en kon pijlsnel weer de fiets op en de aansluiting maken. Wij hingen wat vast in elkaar en verloren kostbare seconden. Na de val zaten we allemaal in kleine groepjes achter een uitgedund peloton. Cofidis twijfelde niet en greep zijn kans om Dylan te isoleren. Daar sloegen ze in. Jammer genoeg sloegen ze er niet in Stijn Vandenbergh nog bij de lurven te grijpen. Dylan knokte zich er gewoon op zijn eentje tussen en was de sprinters te snel af. Enkel jammer dat Vandenbergh nog enkele meters over hield. We hadden met enkele ploegmaats Cofidis zeker kunnen helpen om Stijn te vatten, want we hadden volle vertrouwen in Dylan zijn sprint. Terecht, zo blijkt ook. Ik onthoud nu vooral de mooie seizoensstart voor het team, met bijna 2 sprintzeges voor Groenewegen. Voor mezelf ben ik tevreden over mijn individuele tijdrit, waar ik ondanks mijn valpartij nog een mooi resultaat neerzette. Nu ga ik het 2 dagen wat kalmer aan doen en dan van woensdag tot en met zaterdag volle gas op training. Daarna weer een paar dagen rust en dan richting Ronde van de Algarve. Daar zal ik zeker niet 100 procent fris zijn, maar nadien wil ik wel toppen in Parijs-Nice. Daar is een mooie proloog het grote doel, om dan vervolgens Wilco Keldermann bij te staan in de bergritten.”
Dag 5 (7 februari 2016): rit 5: rit in lijn van Valencia naar Valencia (120,6 km)
Campenaerts: “Gisteren had ik geen superdag. De rit begon aan een hoog tempo. We legden het eerste uur 50 kilometer af, inclusief de beklimming van de Alto de La Garganta. Op de brede banen reden we bijna constant tegen de 60 km/h. De lange en heel steile slotklim Xorret de Catí lag me niet bepaald. Het was echt een gevecht om boven te geraken. Hij begon meteen met een stuk van 20 procent, waardoor ik meteen mijn eigen tempo koos. Met mindere benen proberen om de toppers te volgen op zulke steile stukken is geen optie. We was soms balanceren om recht te blijven. Je kan de Xorret de Catí vergelijken met 3 keer La Redoute. Ik onthoud dat klimmen op niet al te steile cols me al goed afgaat ten opzichte van de wereldtop, maar dat ik op steile stukken nog wat punch mis. Ik verloor nu een 50 seconden op Daniel Martin, wat op zich nog meevalt. Maar ik wil progressie maken en op termijn op deze cols binnen de minuut van de winnaar eindigen. Morgen zetten we alles op Dylan Groenewegen. Gisteren was voor hem een zware dag, maar dat was voor heel het peloton zo. Het viel nooit echt stil en het tempo bergop sneed de benen af. Het voornaamste zal zijn om halfweg goed over de Alto Oronet te geraken, maar daar zie ik geen probleem in. Vervolgens zullen we proberen hem ideaal te positioneren in de plaatselijke rondes. Dat zal zonder twijfel een enorm hectisch gedoe worden. Als Dylan goed vooraan zit, is een 2e ritzege mogelijk. Daar zullen we alles voor doen.
Dag 4 (6 februari 2016): rit 4: rit in lijn van Orihuela naar Xorret del Catí (141,3 km)
Campenaerts: “We hebben gewonnen! De start van de etappe was pittig. Op de eerste klim ging het al meteen erg hard, waardoor er veel renners moesten lossen. Onze sprinter Dylan Groenewegen kreeg het pas lastig in de laatste 200 à 300 meter, als pure sprinter een erg goed teken. Het duurde nog een hele tijd na de klim tot de lange vlucht weg vertrok, waardoor het een zware aanvangsfase werd. Daarna controleerde Team Sky uiteraard, later bijgetreden door Cofidis – voor Bouhanni – en wij – voor Dylan. De finale was erg hectisch. Op 20 km van de meet was het al oorlog. Het was vaak improviseren doordat we elkaar hier en daar verloren, maar alles viel mooi op zijn plaats. Van Winden, Leezer en ikzelf konden in de laatste 1.500 meter de laatste puntjes op de i zetten. Knap om te zien hoe die ervaren renners de rust tot diep in de finale kunnen bewaren. Daar ben ik zelf momenteel nog niet klaar voor, maar ik krijg erg veel tips en mijn ploegmaats doen er alles aan doen om mij die onder de knie te leren krijgen. Dylan zat in de laatste bocht in het belangrijkste wiel, namelijk dat van Bouhanni. In de sprint was het man tegen man en maakte hij het af! In de zaterdagrit krijgen Paul Martens en ikzelf een beschermde rol.
Voor mij is het koffiedik kijken hoe ik op zo een korte steile klim (Alto de Xorret de Catí, 4 km met maximaal stijgingspercentage 14,5 procent) voor de dag zal komen. Als Paul in topvorm is, kan hij 1 van de te kloppen mannen worden. Langs de andere kant werkt hij naar de Tour toe, dus hij zit nog ver van zijn beste conditie. In een goeie dag kan hij echter veel. Hij mikt dan ook op een goeie dag. Ik wil zelf eerder proberen mijn klassement te versterken. Dat zal echter niet makkelijk worden. Als Paul een topdag heeft, trekken we volledig zijn kaart. Anders mag ik me sparen voor de zware slotklim.”
Dag 3 (5 februari 2016): rit 3: rit in lijn van Sagunto naar Alzira (173,5 km)
Campenaerts: “Na mijn val in de tijdrit stond ik gisterochtend met veel zin aan de start. Eerste echte wegkoers van het seizoen, weet je wel. In de aanvangsfase reed er meteen 5 man weg, waardoor het erg rustig vertoeven was in het peloton. Team Sky controleerde meteen het hele pak om zo Wout Poels in de leiderstrui te proberen houden. Mijn ploegmaats, en zeker de ervaren mannen zoals Paul Martens, Dennis van Winden en Tom Leezer, hielden mij perfect uit de wind in het peloton, ook op La Mirona. Fantastisch om die kans te krijgen! Aan de slotklim – Alto de Fredes – zetten ze me perfect af. Ik hoopte dat Sky een erg strak tempo zou opleggen, zodat het kon uitdraaien op een uitputtingsslag. Helaas was dat niet het geval. Er werd afwachtend gekoerst, waardoor het heel de klim wringen was en veel renners nerveus werden. De koers barste bijgevolg pas echt open in de laatste kilometer, toen Daniel Martin aanging. Zo een korte explosie is niet meteen mijn specialiteit, zeker omdat we deze winter veel aan de tijdrit en het langere klimwerk hebben gewerkt. Ik verloor uiteindelijk 27 seconden en werd 40e. Geen resultaat naar hoe de benen voelden, maar ik wil wel zeker het team bedanken voor het vertrouwen! Vandaag zal de rit naar Alzira normaal op een massasprint uitdraaien. Die valt ondanks de vroege klim naar de top van de Alto de Oronet wellicht niet te vermijden. Ons plan is duidelijk. Wij trekken de kaart Dylan Groenewegen. Hij kon vandaag vlot uitrijden op ‘safe energy’, ideaal. Vandaag trok de ploeg mijn kaart, morgen zet ik me op mijn beurt volop in voor de ploeg. We zullen proberen onze eigen trein op de rails te zetten en die niet afstellen op andere ploegen. Afwachten hoe dat zal verlopen. Ik probeer de trein met Leezer, Martens, Van Winden en Groenewegen af te zetten in de laatste 1500m. Dat is in een sprinttrein nu eenmaal de taak van een tijdrijder. Maar het zal zoeken worden. Het is de eerste keer dat we in deze groep een sprint zullen aangaan. We oefenden al op stage, maar in het peloton is dat toch nog iets anders.”
Dag 2 (4 februari 2016): rit 2: rit in lijn van Castellon naar Fredes (163,3 km)
Campenaerts: “De tijdrit gisteren werd een kleine tegenvaller. Na een kilometer of 5 schoof ik onderuit tegen het droge maar gladde Spaanse asfalt. Gelukkig zonder pijn en zonder lichamelijke letsels. Desalniettemin schat ik daar toch 20 tot 30 seconden te hebben verloren. Op zo’n korte afstand van goed 16 km is dat natuurlijk fataal. Jammer, want het gevoel zat zeker snor – zowel voor als na die val. Ik ben wel direct weer op de fiets gesprongen en ben voluit doorgegaan tot de finish. Een goede training, zullen we maar zeggen. Het spreekt voor zich dat ik wat ontgoocheld ben, want ik had dit goede gevoel – alles liep perfect – toch willen bevestigen met een mooi resultaat. Uiteindelijk werd ik nog 6e en dat is gezien de omstandigheden toch nog erg goed. Daar had ik vooraf voor getekend. Zonder val was ik zelfs 2e geworden, dus dat smaakt nu wel wat zuur. Vandaag wacht de eerste rit in lijn en er moet direct geklommen worden. De meet ligt op de top van de Alto de Fredes, een klim van 1e categorie met maximale stijgingspercentages van 12 procent. Ik kijk er naar uit, want ik wil graag de benen testen. Niet dat ik een top 10-plaats in gedachten heb, maar hopelijk wel met meer succes dan gisteren. Ik krijg in ieder geval een vrije rol, maar hoe dan ook wordt het afzien in deze lastige rit.”
Dag 1 (3 februari 2016): rit 1: individuele tijdrit van Benicassim naar Oropesa del Mar (16,25 km)
Campenaerts: “Vorige week heb ik 2 specifieke tijdrittrainingen gedaan om zo al goed wat spanning op de benen te zetten. Sinds zondag doe ik het rustig aan om voldoende fris aan de start te staan. We zijn gisteren (dinsdag 02/02/2016, red) het tijdritparcours gaan verkennen en ik moet zeggen dat ik er wel wat van verwacht. De tijdrit begint met een relatief vlak gedeelte door het centrum van Benicassim, waarna het tweede stuk erg lastig zal zijn met steile stukken bergop en technische afdalingen. Rekening houdende met de sterke tegenstand – ik schat Bob Jungels erg hoog in en verwacht ook een stevige prestatie van wereldkampioen Kirienka – en de periode in het seizoen moet het lukken om de top 20 te halen. Dit wordt zeker niet de belangrijkste koers van het jaar voor mij, maar het is wel de eerste voor mijn nieuwe ploeg Team LottoNL-Jumbo. Ik zou graag meteen een mooi resultaat neerzetten. Mijn winter is nagenoeg perfect geweest, dus de conditie zit zeker goed. Gezien mijn eerste piekmoment pas de Giro is, ben ik uiteraard nog niet in absolute topvorm. Hoe dan ook, ik voel me prima in mijn vel en heb erg veel zin om eindelijk aan het seizoen te beginnen.”