Sorry, mooie verharde weg, maar ik heb mijn hart verloren.
Ik heb mijn hart verloren aan een klein maar prachtig wereldje. En hoe graag ik ook wil, ik kan je dat prachtig wereldje niet uitleggen in een paar woorden. Dat wereldje moet je zelf beleven. Maar ik waarschuw je, eenmaal je het hebt beleefd, kan je niet meer terug.
Ook jou ben ik een sorry verschuldigd, klein maar prachtig wereldje. Want ik gebruik je maar al te vaak als excuus: ‘gewoon als voorbereiding op mijn wegseizoen’. Ik heb dat mezelf een lange tijd kunnen wijsmaken, maar nu is het genoeg. Ik moet het je gewoon bekennen, ik heb mijn hartje verloren aan jou, veldritwereldje.
Mijn ambities en talent liggen op de weg. Maar mocht ik ooit een fee tegenkomen die me met één toverslag tot talentvol veldrijdster kon toveren en mijn talenten op de weg ontnam, zou ik toch geen seconde twijfelen. Want ach, dromen mag toch?
Er is iets in dat veldritwereldje dat me smoorverliefd maakt. Dat familiale, dat kleine, dat simpele, maar toch allemaal met dat magische tintje. Iets wat ik op de weg mis. Het is iets dat mensen naar buiten brengt, verbindt en een gespreksonderwerp geeft bij een tas koffie. Het is iets dat mensen doet uitkijken naar een grauwe, koude, regenachtige zondag. Het is iets dat mensen adrenaline geeft bij een spannend duel of een mooie solo van hun favoriet.
Elke renner vertegenwoordigd door een supportersclub, groot of klein. En ook al draagt elke supporter een andere naam op de borst of op de rug, op een metersgrote vlag of op een kleine sleutelhanger, voor wie het eerste over die eindstreep komt, zal altijd door iedereen geapplaudisseerd worden. En laat dat net het mooie zijn van deze kleine sport.
Al zijn er ook bij die na een wedstrijd thuis komen en niet weten wie er gewonnen heeft of hoeveel biertjes hij naar binnen heeft gespeeld. Maar ach, is dat ook niet een element van de cross? Zolang er niet met bier of vuile woorden wordt gegooid, zie ik het grappige er wel van in. Want wie zingt er anders nog voluit mee met de meest foute liedjes in de feesttent?
Het wegseizoen zit er bijna aan te komen, nog een kleine maand. Maar ik begeef me in een ontkenningsfase. Ik wil nog geen afscheid nemen van dat klein maar prachtig wereldje. Nergens kan je zo dicht bij je idolen staan als daar. Het doet me dan ook elke keer opnieuw glimlachen als ik een paar kleine jongetjes of meisjes zie die vol trots een handtekening krijgen van hun held. Soms ben ik zelfs jaloers en vraag ik me af hoe ze zo snel aan al die handtekeningen komen.
Ik zal je missen, veldritwereldje. Het zal raar zijn om geen nummers meer op mijn schouders te hoeven spelden. Het zal raar zijn om geen kilo’s zand en slijk meer van mijn benen en gezicht te moeten wassen. Ik zal die blauwe plekken na een wedstrijd missen, die blauwe plekken waar ik steeds geen idee van had vanwaar ze kwamen. Ik zal de supporters missen, diegene die me een hart onder de riem staken, ook al reed ik als een van de laatsten rond.
Ik zal je missen, veldritwereldje, maar weet dat mijn hartje en ik er weer als de eersten zullen staan om je in september opnieuw te verwelkomen.
Tot heel snel!
Mieke.