Daan Myngheer reed vorig seizoen in het shirt van Veranda’s Willems. Zijn ploegmanager daar – Ivan De Schamphelaere – kende Daan dus als geen ander en is dan ook helemaal van de kaart geveegd. Met een krop in de keel schrijft hij een pakkend eerbetoon. “Daan was de max van een gast, het was vervelend dat ik hem vorig seizoen geen profcontract kon aanbieden”, zegt De Schamphelaere.
Iemand ten grave dragen van 22 jaar, een atleet in topconditie, dat is ongelofelijk zwaar. Dit is zo onwerkelijk, heel erg onwezenlijk. Als teammanager is dit veruit het zwaarste moment in mijn carrière. Zeker ook omdat de familie zo dicht bij de ploeg stond. Altijd waren ze daar, we konden altijd op hen rekenen. Ik heb nog met vader Ivo gekoerst. Als je die mensen dan moet condoleren met het verlies van hun zoon, hun grootste verdriet ooit,…. Dan zakt de wereld onder je voeten weg.
Tijdens de plechtigheid waren er mooie toespraken van zijn ploeggenoten, zijn zus Fleur en zijn vriendin Emily. Het deed deugd om zo’n woorden te horen. Ook onze trainer Kristof De Kegel heeft een zeer aangrijpende hulde gebracht. Het was volledig hoe we Daan kenden als persoon. Over zijn droom om prof te worden, die werkelijkheid werd. Dat hadden we bij Veranda’s Willems ook voor ogen, maar we vonden het nog een jaartje te vroeg. Bij Roubaix Lille Métropole kreeg hij wel al die kans en dat gunden we hem ook.
De voorbije week ben ik doorgekomen door heel hard te werken. Door te focussen op mijn renners en de ploeg, want ik vind het heel belangrijk dat renners zich zorgeloos kunnen voorbereiden op een wedstrijd. Een goede omkadering is een must, ik ben de voorbije dagen dan ook al bezig geweest met volgend seizoen, zodat we daar opnieuw een stukje in kunnen groeien. Bij Veranda’s Willems is de omkadering al behoorlijk goed, zeker in vergelijking met andere continentale teams. Maar het kan natuurlijk altijd beter. Veilig de weg op, in alle aspecten. Zowel qua inspanning als qua veiligheid is wielrennen een zware sport. Heel belangrijk. Het is onze plicht als ploegmanagers om daar voor te zorgen. De confrontatie met Antoine Demoitié confronteert ons daar ook weer mee. Dat heeft me de voorbije week geholpen om door te zetten en verder te werken naar een perfecte teambegeleiding. Met Daan in mijn achterhoofd, ten allen tijde.
Zijn ploegmakkers van vorig jaar heb ik ook zoveel mogelijk proberen opvangen, want ook voor hen is het verlies van Daan verschrikkelijk. Na de plechtigheid zijn we met het team samengekomen om erover te praten, zodat we de vreselijke gebeurtenissen een plaats konden geven vooraleer we naar de Ardennen vertrokken. De renners koersen dit weekend het Circuit des Ardennes en het is belangrijk dat ze weten dat ze altijd bij mij en bij elkaar terecht kunnen. Dat ze weten dat we een team vormen. We gaan Daan eren door met een witte band van de hoop te koersen, met daarop de tekst #RideForDaan. We gaan extra veel proberen aanvallen, want zo was Daan ook, een aanvaller. Eens hij op kop reed, kon hij blijven doorstampen.
Droge humor
Daan was Daan. Daan trok zich eigenlijk heel weinig aan van wat anderen deden of hoe zij leefden als renner. Op zijn eerste stage bij Veranda’s Willems had hij wat achterstand op de rest. Toen ik hem daarover aansprak, zei hij droogweg: “Je moet je daar niet in opjagen, hoor. Wanneer het seizoen start, zal ik wel klaar zijn.” En dan was er die eerste wedstrijd in Zwolle, zat hij meteen mee in de kopgroep. Op het moment dat ik met de ploegwagen langs hem rijd, trakteert hij me daar op een knipoog. Zo van, zie je wel! Het is met zijn West-Vlaamse tongval dat we vaak glimlachten. Zijn droge humor, West-Vlaamse nuchterheid en relativiteitsvermogen waren geweldig. Dat zal ik nooit vergeten. Dat was Daan, een werkpaard, een brok noeste arbeid met een gouden hart.
Zijn nonchalante overkomen had zo zijn charme, vind ik. Wat me altijd zal bijblijven, is zijn manier van rijden, de manier waarop hij op zijn fiets zat. Heel stijlvol en het straalde ook veel kracht uit. Ik ben ervan overtuigd dat Daan nog heel grote uitslagen zou rijden bij de profs. We zullen het nooit weten. Hij was amper 22, hij had als tempobeul nog een paar jaar nodig om zich volledig te ontwikkelen, maar zijn doorbraak stond voor de deur. Daan was een harde werker, en zo zou hij zich ook geprofileerd hebben bij een groot team, in dienst van een grote naam.
Daan, ik zal je nooit vergeten. Je was de max van een gast! Ik zal je missen – en met mij het ganse peloton.
Daan forever!
Ivan
Fotomateriaal: Nieuws VTM.