Ze beginnen weer te koersen. De gevallen helden in de Ronde van Vlaanderen. Van Avermaet trekt in gang ver over zee. Maar dat had u ongetwijfeld al gelezen. In een krant. Op een website. Op een app die uw aandacht trekt met een haast zeker irritant pieptoontje. Er vielen wel meer lieden. Er zaten er wel meer aan een brace of ander medisch hulpmiddel vast gekluisterd. Onder hen Amaury Capiot. Herbegonnen. Zondag. Met een zevende plek.
Hij kwam in ploegoutfit iets eten met z’n mama a casa Malpertuus. Een onafscheidelijk duo zijn ze. Met enorm veel respect voor elkaar. Door de jaren heen gekregen. Hij die steun zocht bij haar. Zij die haar zoon hielp zijn droom na te jagen. Wat tot dusver allemaal de moeite waard is geweest. Zoonlief rijdt nu als 2e jaars prof het leven tegemoet. Nog steeds aan de zijde van z’n moeder. Die steun en onvervangbare toeverlaat blijkt te zijn. Een mama die haar leven plant in functie van haar kinderen.
Verlofdagen opofferen, met of zonder hagelbui
Amaury Capiot kan op ze rekenen. Mama. Zus. Grootmoeder. Grootvader. Onlogisch is het niet. Hij groeide op in een familie die zodanig ondergedompeld is in fietsen dat een balsport al bij geboorte uitgesloten moest zijn. Mama nam alle zorgen op zich. Alleen. Met steun van haar ouders. Die Amaury jarenlang begeleidden naar jeugdkoersen. Toen er van prof zijn nog geen sprake was. Maar het wel al een stoute droom begon te worden.
Mama Ilse heeft er geen probleem mee. Ze houdt van de wielerwereld. En van haar zoon. Dat die twee samenkomen, stemt haar intens gelukkig. Het is geen moeite om het land te doorkruisen. Om verlofdagen op te offeren en haar jongen langs de kant van een of ander weggetje te gaan aanmoedigen. Met of zonder hagelbui. Zoals zondag nog het geval was. Waar Amaury is, is zij ook.
Haar zoon vond een goede plek bij de groep van Walter Planckaert. Ongetwijfeld. Daar waar warmte heerst. Waar een ploeg familie is. Daar waar ruimte is om te groeien. Daar waar ruimte is om kansen te krijgen. Daar waar een jongen zichzelf in alle rust kan ontdekken. Hoewel gezonde ambitie altijd een broeihaard zal zijn. En moet zijn. Van de grootste tot de kleinste renner. Winnen gebeurt niet zomaar. Niet alleen op basis van talent. Aan winnen gaat hard werken vooraf.
Ja, ook voor een schansspringer die z’n lichaam naar beneden stort van die strotdichtklemmende hoogte en nadien heel goed gaat fietsen.
Het moet moeilijk zijn voor een moeder. Loslaten wat ze zo lang dicht bij zich had. Een stukje van zichzelf laten gaan. Datgene waar ze jarenlang aan kneedde, nu de kans geven om uit te vliegen. Zonder hem helemaal los te willen laten. En dat hoeft ook niet. Telkens hij uitvliegt, keert hij weer naar huis terug. Om te bekomen. Van de stress. Om de vermoeidheid te overwinnen. Om te vloeken. Om de eerste ontgoocheling na een net-niet moment door te spoelen. Om euforie en vreugde van het succesverhaal te delen. Om alle emoties een plek te kunnen geven.
Zo zeker na de klassiekers. Die in meer dan mineur eindigden. Nu opbouwen naar de Baloise Belgium Tour. Om eigenlijk helemaal naar huis te kunnen fietsen. Met die aankomst in Tongeren. Alleen, Verviers-Verviers. Amaury woont in Zuid-Limburg en weet hoe dat gaat met het landschap richting en achter Luik. Het stemt hem angstig. Die Côte de Banneux vooral. Meer dan het anders zou doen. Want hij zou gewoon verdomd graag naar huis fietsen. In Tongeren.
Er winnen zou al helemaal een droom zijn. Misschien nog net niet voor nu. Al zou het ook zomaar wél kunnen. 1 ding is zeker: de bloemen van Amaury belanden regelrecht in de armen van mama Ilse. Zij die hem alle kansen gaf. Zij die hem coureur hielp worden.
Nu is het aan hem.
Fotomateriaal: Team TVLB – social media.