De voorzichtigheid waarmee hij fietst en glimlacht, lijken hem breekbaar te maken. Maar tot dusver is niets minder waar. Hij bouwt gestaag aan zijn voorsprong en begint stilaan een stevige vestiging in te nemen. Zonder agressie, zonder irritant gedrag. Met een bijzondere eenvoud die het roze om zijn schouders nog meer doet glanzen. De kussen van de missen neemt hij er met dezelfde rust bij.
Hij is niet de ridder die op zijn stalen ros van de daken is gaan schreeuwen dat dit zijn koers zou worden. Hij heeft vooral jarenlang blok per blok zelf gestapeld. En plukt nu de vruchten van een uiterst boeiende portie loon naar werk. Met concurrenten die het steekspel enkel onderling houden. Zonder om te kijken naar het gevaar dat voorzichtig en sluw naar voor komt. In een drafje.
Dat stilaan een galop is geworden.
Onbeweeglijk. Haast moeiteloos. Op de Seiser Alm. Indrukwekkend ook. Kippenvel. Voor een Nederlander. Die de zogenaamde, clichématige grootspraak van andere burgers van zijn natie niet geërfd heeft. En daardoor weer anders is dan de anderen. Iemand die vooral de benen laat spreken en die een grootse prestatie zonder grootse verbaliteit aanpakt. Maar vooral de pedalen laat spreken. Zonder een concurrent uit het oog te verliezen. Door gewoon, eenvoudigweg, zijn eigen koers te rijden. En te schitteren, zonder het zelf misschien al te beseffen.
Koersen omdat het goed voelt. Afgaan op wat het lichaam hem vertelt. Richting het roze rijden en dan de concurrentie wakker schudden. Zodanig hard dat ze eenzaam op die berg vooral zichzelf zijn tegengekomen. Valverde had de uppercut al gehad. Nibali kreeg hem; en zou hem ook gekregen hebben zonder die materiaalfutiliteiten. Klein waren ze niet, maar onvoldoende groot om de mentale en in seconden uitgedrukte overwinning van de leider in het klassement mee naar huis te schrijven.
De wereld is in alles mooier als je de details durft zien. Als je om al wat groot is en blinkt heen durft kijken. Als je durft geloven in en genieten van wat klein is. Iets dat kan groeien, gestaag, langzaam. Wat goed is, komt snel. En toch. Wat mooi is, komt heel vaak ook gezond trager. Niet tegen een slakkengangetje. Wel op eigen tempo. Zonder zich zorgen te maken om de commentaren van de omgeving. Zonder aan zichzelf te twijfelen. Met een dosis vertrouwen die arrogantie net links laat liggen, maar assertiviteit aanraakt als het moment gekomen is.
Steven Kruijswijk is een man van daden. Zonder zijn zwaard vooruit te steken en de tegenstand te spiesen. Wel door voorzichtig te knabbelen aan een Italiaans en Spaans lontje dat korter is dan het voor de buitenwereld leek. Twee zuiderse topfavorieten zijn in het verweer gedrongen, door een Noorderling die de touwtjes ondertussen meer dan stevig in handen heeft. Met gele handschoentjes die nog niet helemaal passen bij dat roze om zijn schouders en rond het stuur. Maar dat is een persoonlijke mening. Een detail. En misschien een dat achteraf het verhaal net mooier kan maken.
Als Steven de Giro uiteindelijk weet te winnen, het land op z’n kop zet, de Belgen jaloers maakt, maar tegelijk ook stiekem mee doet genieten. Als die jongen uit een kleine monarchie in het noorden plots koning wordt van een onweerstaanbaar fraaie republiek in het zuiden. Dan. Dan kan wielrennen alweer op zijn schoonst zijn.
Fotomateriaal: Davy De Blieck.