De Giro Rosa 2016 werd een kolfje naar de hand van de Amerikaanse Megan Guarnier, maar er reden ook 4 Belgische dames mee. 1 van hen is de Oost-Vlaamse Sofie De Vuyst (29). Speciaal voor WielerVerhaal schreef ze een blog over haar unieke belevenissen. “Je merkt gewoon aan alles dat de Giro Rosa het allerhoogste niveau is voor het dameswielrennen.”
Op donderdag 30 juni reisde ik met de ploegmaatjes af naar Italië voor mijn eerste Giro Rosa. Vooraf had ik al veel over deze belangrijkste rittenkoers voor vrouwen gehoord en dat maakte het toch wel spannend. Donderdagavond vond ook nog de ploegvoorstelling plaats in San Fior en ik gaf mijn ogen de kost. Het dorpje was mooi in het roze versierd en er was ook heel wat volk komen opdagen. Dit had ik nog nooit meegemaakt. De start kwam nu wel heel dichtbij!
Dubbele Muur van Hoei
Vrijdag startte de Giro voor de 137 rensters met een proloog, 2 km alles geven, als aperitiefhapje. Pas op zaterdag zou de Giro echt losbarsten. Vooraf had ik het profiel van de ritten bekeken en het leek een vlakke rit te zijn. Ik was echter gewaarschuwd door mijn ploeggenotes die de Giro al enkele keren reden. “Opletten met de profielen in het boekje”, vertelden ze. Na een vlakke aanloop kregen we in de finale 3 lastige klimmetjes, waarvan het laatste een dubbele Muur van Hoei was met een maximaal stijgingspercentage van 23%. We konden Claudia Lichtenberg goed vooraan houden tot de voet van deze klim en zoals verwacht was deze etappe al belangrijk voor het klassement. Claudia eindigde als 5e en ik volgde in een klein groepje als 37e op een minuut. Ook daags nadien een lastige rit met een eerste aankomst bergop in Montenars. Claudia toonde opnieuw dat ze bij de beste klimsters behoorde in deze Giro en eindigde als 6e. Ik werd die dag 32e.
De Mortirolo-rit
Daags nadien volgt de meest vlakke rit in deze Giro. We startten in Montagnana, een van de best bewaarde middeleeuwse ommuurde steden in Europa. Een mooie startlocatie! De benen waren net als het voorbije weekend goed, dus ik probeerde meermaals mee te gaan in een ontsnapping. Alleen hadden veel rensters dit plan en raakte niemand weg door de hoge gemiddelde snelheid van 42km/u. Ik kon me goed vooraan houden in de voorbereiding van de massasprint en eindigde nog als 12e. Daags nadien hoopten we op een nieuwe kans voor een ontsnapping maar de snelheid lag weer ongelooflijk hoog. Nog nooit meegemaakt, maar er stond die dag een gemiddelde van 44km/h op mijn fietscomputertje.
Over de woensdagetappe, de zogenaamde Mortirolo-rit was vooraf al veel gesproken. Over een afstand van 11,5 km moesten we meer dan 1.300 hoogtemeters overwinnen, dat betekent dus een stijgingspercentage van 11.3%! Na enkele kilometers glipte ik mee in een ontsnapping met 4 andere rensters. Ik hoopte natuurlijk met wat voorsprong aan de klim te kunnen beginnen en Claudia op de klim nog wat te kunnen helpen. Maar veel voorsprong kregen we nooit, maximaal 1’30 en we werden jammer genoeg ingelopen tijdens de eerste klimkilometers. Alles wat over de klim werd verteld, flitste tijdens het bergop fietsen door mijn hoofd. Het was zeker de zwaarste beklimming die ik al met de fiets deed.
Lago Maggiore
De dag nadien was de lastigste rit in het roadbook. 4 beklimmingen stonden op het menu en ik klokte af op 2.800 hoogtemeters. Claudia werd knap 4e. Vrijdag volgde een tijdrit van 22 km. Als je het roadbook bekeek, dacht je dat het een vlakke tijdrit was, maar niets was minder waar. Ik deed de tijdrit zelfs met een gewone fiets, want de eerste 12 km gingen bergop, de laatste 11 km naar beneden. Omdat er nog een lastig weekend volgde om het klassement van Claudia te verdedigen, ging ik die dag niet voluit.
De benen hadden dus nog iets over voor het weekend. Ik probeerde de zaterdagetappe nog mee te gaan in enkele ontsnappingen, maar wegraken was een loterij. Ik raakte voorop met een 15-tal andere rensters, maar de samenwerking was niet optimaal. Uiteindelijk reed er toch een groepje van 9 rensters weg. Ook dit groepje werd in de finale ingelopen, waarna een hectische spurt volgde. Zondag streken we dan met het Giropeloton neer aan het Lago Maggiore, opnieuw een schitterende locatie. Het beloofde nog een lastige rit te worden en met nog maar 4 Lotto-rensters aan de start, was het belangrijk om Claudia zo goed mogelijk te beschermen en de laatste klim van deze Giro vooraan te laten aanvatten. De ontsnapping kreeg die dag een vrijgeleide en dat was het sein voor mij en mijn Zuid-Afrikaanse ploeggenote An-Li Kachelhoffer om op kop van het peloton plaats te nemen met de bedoeling de vluchters niet te ver te laten uitlopen. De laatste energie perste ik eruit en Claudia slaagde er de laatste dag in van plaats 5 naar 4 te springen in het klassement. Een supersterke prestatie van haar en mooi voor onze Lotto Soudal Ladies-ploeg.
Allerhoogste niveau
De 10 dagen Giro Rosa zijn voor mezelf voorbij gevlogen. Het was een mooie periode met de ploegmaats en de staff, die ons voor en na de ritten uitstekend hebben verzorgd. Ook het bezoek van mijn vriend Bart en mijn ouders zorgde voor veel energie en steun. Ik ben blij dat ik dit eens heb kunnen meemaken! Je merkt gewoon aan alles dat de Giro Rosa het allerhoogste niveau is voor het dameswielrennen. Giro Rosa, hopelijk tot volgend jaar!
Fotomateriaal: social media.