De afstand tussen Brugge en Antwerpen bedraagt een slordige 108 kilometer. Peanuts voor geharde profrenners, die vanaf 2017 de Breydelstaat inruilen voor de Scheldestad om te starten in hun droomkoers. De Parel van het Noorden verandert in de Stad van de Diamant, het Belfort transformeert in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, en de Grote Markt… blijft de Grote Markt. Als daar maar geen wegvergissingen van komen.
“Antwerpen is een stad met een nationale en internationale uitstraling die zich in België echt profileert als fietsstad, en bij uitbreiding als sportstad”, vertelde koersdirecteur Wim Van Herreweghe bij de bekendmaking van het nieuws. Klopt inderdaad. De 10 miles, de Scheldeprijs, de Tour , en ja… zelfs de viering van 100 jaar Olympische Spelen van Antwerpen in 2020 waren meer dan voldoende sportieve redenen om Antwerpen te betrekken in de hoogmis van het Vlaamse wielerfeest.
Een muis
De een zijn dood is de ander zijn brood. Waar de monumentale Muur 5 jaar geleden nog vakkundig werd gesloopt voor een nieuwe lussenparcours rond Oudenaarde, herrijst de steile puist uit Geraardsbergen weer uit zijn as. Op 90 kilometer voor de meet zet het trio Vesten-Muur-Kapelmuur de poort naar de hel wagenwijd open. De verloren zoon komt terug thuis.
Mogen we er demarrages verwachten? Neen, in het huidige peloton is er geen enkele vooroorlogse patriot meer te vinden die op 90 kilometer de stok in het hoenderhok gooit. 90 kilometer? Dat is een eindeloze eeuwigheid waar in normale omstandigheden het kanonnenvlees nog minuten voorop rijdt, de knechten mennen en de kopmannen tactisch plannen. De kans zit er dus dik in dat de Muur een muis zal baren.
En dat is jammer… De Muur dreigt misschien een volgend monument te worden met een rijke traditie maar een uitdovende toekomst. Een ronkende naam met een sputterende motor. Genre Poggio, Keutenberg of La Redoute, voormalige scherprechters in Milaan-San Remo, de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. Hellingen die achterhaald zijn door hun eigen schaduw. Veel naam, veel faam, maar geen enkele ernstige atleet verheft er zich nog van het zadel om de concurrent in de vernieling te storten. Geen enkele. Zuur… voor die fenomenale Muur!
Alhoewel. De Muur is anders. Het is geen ‘fluthellinkje’ waar je eventjes fluitend omhoog peddelt. De Vesten hakken er al in, de kasseien hobbelen tragisch tegendraads, er is amper ruimte voor 2 zwalpende fietsers naast elkaar. Er doemen glorierijke beelden op van gevallen helden, wandelende renners en krakende lijven die trap na trap de volgende kassei aanvallen, leunend tegen de opstaande graskant. Het is zaak voor de kopmannen en hun luitenants om vooraan te zitten, want sukkelen in de achtergrond is daar al dodelijk. Het doet denken aan het Bos van Wallers in Parijs-Roubaix op meer dan 100 kilometer voor de piste. Kilometers strijd om het Bos in te duiken en daarna is de eerste schifting al foetsie. Terugkomen kan, maar dat heeft al enkele jasjes gekost die je koud gaan vallen in de diepe finale.
Schrijft de Muur verse Ronde van Vlaanderen-historie of verwatert zijn statuut tot vergane glorie? Op 2 april 2017, zo rond 14.15 uur, weten we het!
Fotomateriaal: Davy De Blieck.