Het wegseizoen nadert met rasse schreden. Zaterdag is het al meteen D-day. Wie een rustig voorjaar wil draaien, kan maar al beter goede benen tonen in de Vlaamse wieleropener Omloop Het Nieuwsblad. Voor Iljo Keisse wordt het alweer werkendag. De rasechte Gentenaar krijgt niet de kans om in zijn eigen achtertuin voor de bloemen te fietsen.
Iljo, je bent opgegroeid in en rond het Citadelpark in het Gentse centrum. Je vader heeft er al jarenlang Café De Karper op de hoek met de met Kortrijksesteenweg. Wat betekent de Omloop voor jou als wielerliefhebber?
Iljo Keisse: “Een thuiskoers, rijden voor eigen volk. Die côté van Gent waar de start en aankomst zich situeren, is waar ik ben groot geworden. Dat is natuurlijk plezant. Bovendien is het parcours gewoon mijn trainingsomgeving. Ik weet er elke straat, elke bocht en elke kassei liggen. Ik vind het een leuke koers om te rijden. Als jonge snotaap ben ik in de buurt beginnen fietsen bij de aspiranten, ik reed later de Toekomst Zesdaagse en de Zesdaagse. Ik heb hier heel veel mooie momenten beleefd, jammer genoeg ook enkele minder mooie.” (Denk maar aan Isaac Galvez en Dimitri De Fauw, red)
Redenen genoeg dus om met heel veel goesting aan de start te staan.
Iljo Keisse: “De grootste drive blijft het feit dat het de 1e koers van het seizoen op Belgische bodem is en dat het de start is van het klassieke voorjaar. Dat we op ‘mijn’ parcours rijden en voor ‘mijn’ volk geeft natuurlijk extra motivatie. Maar het belangrijkste is dat het seizoen met de Omloop écht begint. Voorbereidingskoersen bestaan niet meer, elke koers is vol à bloc gaan, maar tot de Omloop is het wel allemaal een beetje in het teken van. Enfin, laat het maar beginnen!”
De Molenberg zit weer in het parcours!
Iljo Keisse: “Een verkenning doe ik een paar dagen voor de wedstrijd misschien nog, kort of lang, maar in principe hoeft dat zelfs niet. Ik ken het vanbuiten. De Molenberg heeft natuurlijk zijn plaats in de Omloop. Niet overdreven lastig, maar gezien de lastigheid van de koers kan die wel een rol spelen. Van daaruit is het ook bijna een rechte lijn naar de aankomst. De koers is er meestal al opengebroken, maar je ziet er wel wie de koers kan gaan winnen en wie niet.”
Zijn er bepaalde punten die je extra doen blozen van plezier?
Iljo Keisse: “Dat de start in Gent is, dat geeft op zich al veel warmte. En de aankomst natuurlijk ook. Daartussen is het toch vooral afzien, ook al is het een mooie complete koers.”
Droom je er nu van om hier zelf iets neer te zetten?
Iljo Keisse: “Dat zal sowieso bijzonder moeilijk worden. Enerzijds is er het type wedstrijd, een zware koers met een veeleisend parcours en vaak slecht weer, kortom een miniversie van de Ronde van Vlaanderen. Anderzijds is er mijn rol binnen de ploeg, met de mannen waarmee we aan de start zullen komen (onder andere Boonen, Gilbert, Terpstra en Stybar, red)… ik ken mijn plaats. De kans is zo klein dat ik er zelfs niet meer van droom om voor eigen succes te rijden in de Omloop.”
Welke edities blijven jou het langste bij?
Iljo Keisse: “Hoewel ik er zelf niet bij was: die van 2009 met Thor Hushovd als winnaar voor Kevyn Ista. Er waren in de laatste 500m voor de aankomst aan het kasteel 2 of 3 valpartijen. Ook de raid van Philippe Gilbert die op 50 km van de meet wegrijdt op de Eikenberg, blijft me bij. 2008 was dat. Iets langer geleden denk ik aan Frank Vandenbroucke, 1999. De 1e Omloop die ik me kan herinneren is die waarin Johan Capiot wint aan de watersportbaan. Dat is meer dan 20 jaar geleden. (Capiot won in 1990 en 1992, red) Ik weet nog dat ik daar met mijn vader hamburgers aan het verkopen was.”
Nog een leuke anekdote over jezelf?
Iljo Keisse: “Goh, nu vraag je me wat! (na even dubben, red) 2 jaar geleden reed er een groep van een man of 8 weg en er was niemand van onze ploeg bij. Ik ging op kop rijden maar kreeg geen steun van andere teams. Op mezelf heb ik die mannen onder controle gehouden en het gat bijna volledig dicht gereden. Hoewel ik de aankomst toen niet heb gehaald, was het toch een mooi visitekaartje. Iets waar de andere teams wel met respect naar opkijken. Ik heb er ook veel positieve reacties op gekregen.”