Hij had net de openingsklassieker van het nieuwe seizoen gereden. Was daarin 7e geworden. En mocht naar de Sporza-studio komen. Geen zucht. Niet blazen. Noch in de ogen wrijven. Wel een glimlach. Hemelsbreed. Een aanstekelijk enthousiasme dat hem ongetwijfeld nog meer fans gaat opleveren. Oliver Naesen is klaar voor een jaar waarin hij de volgende stap wil zetten. En gaat zetten.
Twijfel vooral niet. Vorig jaar nog 13e en 77e. Dan zit hij dit jaar al een stuk dichterbij in de koersen die ons voorjaar helemaal op gang trekken. Soms vraag ik me af hoe het komt dat onze jongens toch voor die Vlaamse koersen blijven gaan. En dat een Wellens of een Teuns eerder uitzondering op de regel zijn. Wie de overgave van een Naesen in de gaten krijgt, houdt vooral snel op met piekeren. En gaat gewoon genieten.
En gaan!
De nuchtere kijk die Naesen op de koers heeft, doet dat charisma nog een tikkeltje toenemen. Hij is niet te beroerd z’n mening te geven. Waar hij zichzelf ziet? Bij de beste 10. Uiteraard. En dat bleek achteraf ook zo te zijn. Moet heerlijk zijn jezelf zo te kunnen/durven inschatten. Het moet vooral heerlijk zijn zo vrij interviews te geven. Het is te hopen dat onze Franse vrienden Oliver gewoon Oliver laten zijn. En hem niet aan een ketting willen hangen die hem amper speelruimte biedt.
Oliver zal uit z’n kuren onderweg wel leren. Soms moeten we eens met open ogen tegen een muur knallen om te beseffen dat we niet het beste idee uit de bus trokken. Dat sprintje in Kuurne is een schoolvoorbeeld. Gaan! Dat woord moet door z’n hoofd spoken. Niet te ver nadenken. De benen aanvoelen. De actie inzetten. De knop omdraaien. En gaan!
Geen haute couture
Achteraf had hij spijt. Maar z’n enthousiasme op het moment zelf gaf de koers ook een bepaalde schwung. En op het podium? Die weer immer stralende glimlach. Oliver is een vriendelijke jongen. Zo’n oerdegelijk Vlaams type. Geen kapsones. Geen hoofd in de wolken. De voeten stevig en vast op Vlaamse grond. Een man die de benen laat spreken en toevallig ook mondig is voor een microfoon. Zo’n type dat de Vlaming graag ziet. Verliezen desnoods. Maar vooral winnen.
Meer nog. Hij is ook een Parelvisser. En toegegeven, de Parelvissers die ik tot dusver al ontmoette, zijn stuk voor stuk mannen die graag de tanden bloot lachen. Geen idee of ze ook een nukkige compagnon hebben, maar gevonden heb ik hem nog niet. (Het is trouwens niet te geloven dat ‘De Parelvissers’ van de koers nog geen eigen Wikipedia-pagina hebben… Wie voelt zich geroepen?)
Alleen. Het moet gezegd. Dat AG2R-truitje is niet bepaald haute couture.
Al maakt die glimlach veel goed.
Houden zo!
Fotomateriaal: AG2R – LaMondiale/ Vincent Curuchet