Sport Vlaanderen-Baloise levert jaar na jaar straffe Belgische talenten af aan de WorldTour-ploegen en de kans lijkt groot dat Bert Van Lerberghe dit seizoen bij de gelukkigen is. De 24-jarige Van Lerberghe is een van de rappe mannen bij de formatie van Walter Planckaert en toont zich bijzonder constant. “Maar ik wil laten zien dat ik meer ben dan een sprinter. Ook in het voorjaar kan ik mijn plan trekken”, zegt hij.
Toen Planckaert aan het begin van het jaar vertelde van welke van zijn jongens hij de hoogste verwachtingen had, dan werd de naam Van Lerberghe keer op keer genoemd. De winnaar van de trui voor de strijdlust in de Eneco Tour wist wat hem te doen stond en sprintte zich intussen al meer dan 10 keer in de top 10. Heel sterk, maar niet voldoende voor de ambitieuze West-Vlaming zelf.
“Ik vind dat ik de verwachtingen deels heb kunnen inlossen”, aldus Van Lerberghe. “Ik had mijn eigen ambities heel hoog gelegd, maar mede door pech heb ik toch het gevoel dat ik niet helemaal heb kunnen tonen wat ik in mijn mars heb. Vooral in het voorjaar dan. In de Omloop Het Nieuwsblad heb ik veel pech gehad, anders streed ik mee in die groep achter Sagan. Als ik in Parijs-Roubaix niet de kabel van mijn versnelling kapotrijd en lek fiets op Mons-en-Pévèle, dan zit top 10 erin. En dan ziet het er wel helemaal anders uit.”
Meer dan sprinter
Een andere doelstelling van de West-Vlaming kwam de afgelopen maanden wél uit. “Ik heb getoond dat ik meer ben dan een pure sprinter, en dat was ook de bedoeling. Ik weet ook wel dat ik niet de rapste van het pak ben, maar juist in die Vlaamse koersen kan ik goed mijn plan trekken. Als alles eens meezit, dan ben ik ervan overtuigd dat ik misschien prijs kan rijden. Sowieso wil ik de sprint niet laten vallen, maar bij een andere en grotere ploeg zal dat voornamelijk in een trein moeten zijn.”
Als welk type renner ziet Van Lerberghe zichzelf dan? “Je kan me vergelijken met Tom Boonen, maar dan een paar klassen minder”, lacht de Beer van Waregem. “Boonen was in zijn topjaren wel een topsprinter, maar hij was toch ook iets meer geschikt voor het Vlaamse werk dan voor die sprints met een groot peloton. Ik ben misschien nog net iets minder sprinter dan hem, maar ik zou datzelfde traject wel een beetje willen volgen. De Vlaamse klassiekers, dat is volledig mijn ding.”
Nieuwe tricolore?
Nog een sterkte van de veelzijdige Van Lerberghe is het strandracen, een discipline waarin hij zich afgelopen winter voor de tweede opeenvolgende keer tot Belgisch kampioen kroonde. “Geestig, hé”, lacht hij. “Ik doe dat eigenlijk al redelijk lang. Twee jaar op rij heb ik toevallig dat BK meegereden en het was telkens prijs. Heel leuk, omdat ik in de winter graag al eens met de mountainbike rijd. Het is niet te vergelijken met mountainbiken zelf en zeker niet zo intensief als de cross. Het is iets heel speciaals.”
Maar de komende maanden moet Van Lerberghe zich natuurlijk vooral op het asfalt bewijzen, als hij aan het einde van het jaar graag de overstap wil maken naar een WorldTour-ploeg. “Ik wil heel graag die stap maken. Daarom heb ik de komende maanden bijna alle wedstrijden aangekruist, tot en met het BK. En ook daar moet ik goed uit de voeten kunnen. Het zal een rare koers zijn, maar dat is op het BK eigenlijk altijd het geval. We hebben een sterke en zeer talrijke ploeg en dat moeten we uitspelen.”
Fotomateriaal: Sport Vlaanderen-Baloise/ Tim De Waele.