Als de Champs Elyseés – aankomst van de laatste rit in de Tour – als het officieuze WK voor sprinters geldt, dan zullen ze zich dit jaar allemaal in de handen wrijven voor het 2e EK in de geschiedenis van het wielrennen. Het was inderdaad tot vorig jaar zo, dat zowat elke sport een Europees Kampioenschap had – behalve de koers.
Dat moest maar eens veranderen, dachten ze bij de Europese Unie en dus werd Nice gekozen als site voor die primeur. Helaas, op 14 juli 2016 sloeg een terreuraanslag die illusie aan diggelen, maar… overstag werd er niet gegaan. Frankrijk bleef the place to be en er werd uitgeweken naar Plumelec, in het koersgekke Bretagne – misschien hadden ze daar maar beter direct naartoe getrokken. Op een golvend parcours had een goeie Van Avermaet altijd zijn kans gehad, maar hij was er niet bij. Dus werd dan maar de kaart Gilbert getrokken – met onder meer Bakelants en Hermans in steun – maar daar bleef het bij. Meersman was de laatste die Gilbert moest lanceren, helaas de Phille van toen was niet die van het voorjaar 2017 en dus gingen Peter Sagan en nog 6 anderen erop en erover en werd de wereldkampioen ook de allereerste Europese Kampioen.
En nu zit iedereen dus in het Deense Herning voor EK nummer 2. Naar verluidt zal dat EK de volgende jaren nog versterkt gepromoot worden, want in Glasgow 2018 zullen meerdere sporten hun EK organiseren in de maand augustus, en zo ook de koers.
Sprinters en Lotto-brigade
In tegenstelling dus tot Plumelec zullen de types Sagan, Van Avermaet en Gilbert niet aan het feestmaal geraken, maar wel de snelle pedalen op een vlak parcours. En dus heeft bondscoach Kevin De Weert in zijn 9-koppige profselectie bij de mannen zowel Edward Theuns, Jens Debusschere, Jens Keukeleire als Bert Van Lerberghe geselecteerd. Met Jasper De Buyst en Nikolas Maes als zeer goede back-ups of wisselmogelijkheden en dan daar dan nog de ‘wegbereiders’ Iljo Keisse, Jelle Wallays en Maartens Wynants bij. Het enige wat nu nog moet gebeuren, is praten. Wie voelt zich super en wie is minder? Wie wil werken en wie wil zich sparen? Wie offert er zich op en wie gaat er vol voor? Op die vragen móet een antwoord komen. We mogen ons zeker niet laten doen, zoals vorig jaar. 4 Lotto-mannen – en eigenlijk 5 met Jens K. erbij – kunnen zondag de koers dragen en dan kunnen we onze voet zeker zetten naast de andere naties. De Weert heeft op kampioenschappen altijd al medailles behaald, alleen niet op het weg-EK vorig jaar. Laat ons dat nu rechtzetten.
Vrouwen en beloften
Want niet vergeten dat Victor Campenaerts in Plumelec maar net naast het goud greep in de tijdrit. Hij is er nu weer bij, met maatje en Belgisch kampioen Yves Lampaert. Die 2 zijn podiumrijp want weer een jaar sterker, zeker weten.
Podiumrijp kan ook alweer gezegd worden van Jolien D’hoore – tot volle ontbolstering en op snelheid gekomen. Een unieke kans ligt er voor haar klaar. In die vrouwenselectie ook opmerkelijk: Sanne Cant. Ik denk dat die andere vrouwen geen betere ploegmate kunnen indenken. Alles op Jolien en Sanne die mee voor de schifting zorgt!
Ik hoop dat al het goede dat er al over Jasper Philipsen is gezegd er zaterdagmorgen op de weg uitkomt, daar in Scandinavië. Het zou de kers op de taart zijn voor een prima seizoen van de Belgen in de U23.
En voor de rest: van vandaag/woensdag tot en met zondag, laat de verrassingen maar komen. Zowel in het tijdrijden als op de weg, hup België hup bij de meisjes en jongens junoren; de beloften mannen en vrouwen én de profs. Go for it en laat de Denen zien dat eigenlijk België hét fietsland van Europa is!
Getekend, Carl Berteele.
Fotomateriaal: Press Guide EK Herning.