Mathieu van der Poel heeft de voorbije maanden niet stilgezeten. De wereldkampioen veldrijden van Tábor 2015 reed een paar koersen op de weg, met een fantastische overwinning in Dwars door het Hageland en een etappezege in de Baloise Belgium Tour. En hij gooide grote ogen in de wereldbekermanches mountainbike. Zijn geheim: “Spielerei én hard trainen.”
Veel hebben we Mathieu van der Poel niet gezien in de Na-Tourcriteriums, in tegenstelling tot een aantal andere veldrijders. Maar aan het MAS in Antwerpen achter de derny was de Nederlander er wel bij. Zo’n spektakelrondje met veel draaien en keren past perfect bij zijn profiel. “Maar in Antwerpen was het wel opletten geblazen”, zegt hij. “Het had geregend en de kasseitjes lagen gevaarlijk glad. We hebben dus wat meer controle moeten houden en konden zelden voluit gaan. Het was meer overleven in de bochten dan echt koersen en dat was natuurlijk jammer, want eigenlijk doe ik dat wel graag. Het is een beetje als trainen achter de brommer en dat is wel leuk, afhankelijk van wie er op die brommer zit. In Antwerpen reed ik achter Ron Zijlaard, ik kende hem al want we reden in Wilrijk ook al eens samen. En hij kent natuurlijk het klappen van de zweep.”
Veel meer dan dat hebben we Van der Poel natuurlijk fenomenaal zien koersen in de Baloise Belgium Tour en Dwars door het Hageland. Daarop afgaande kunnen we niet anders dan stellen dat hij het snel vol op de weg moet proberen. En dan was er nog zijn avontuur in het mountainbiken. Schitterende race in het Tsjechische Nove Mesto, waar hij van achteruit bijna het ganse pak naar huis reed en 7e eindigde. Het leverde hem een uitnodiging op voor de volgende wereldbekermanche in Albstadt, en daar reed hij naar plaats 2, achter Olympisch en wereldkampioen Nino Schurter. “Jongens als Nino en bijvoorbeeld ook de Fransman Julien Absalon (de echtgenoot van Pauline Ferrand-Prévot, red) kennen mij wel al en zeggen ook goeiedag, maar het is nu ook niet dat we plots vrienden zijn. Het mountainbikewereldje is wel veel meer relaxed dan het wegwielrennen en het veldrijden. Het is er steeds een amicale sfeer en alle deelnemers kamperen op dezelfde site nabij het parcours.”
Meer van dat of niet? “Ik heb daar nog geen beslissing over genomen”, blijft Van der Poel wat op het vlakke. “Ik mountainbike gewoon heel graag en zolang dat het geval is, ga ik dat proberen blijven doen. De parcoursen en de inspanningen kan je totaal niet vergelijken met het veldrijden. Als je denkt dat het ongeveer hetzelfde is, dan valt het wel serieus tegen.” (lacht)
Gezond en wel
Volgend topic is de gezondheid van Mathieu. De voorbije zomers lag hij telkens op een operatietafel, maar wat dat betreft is de kentering ingezet. “Het is nog even hout vasthouden (klopt op de houten tafel, red), maar ik heb de zomer heelhuids overleefd. Ik hoop dat ik nu eindelijk eens met een goeie basis aan het crossseizoen kan beginnen. Het is natuurlijk moeilijk te zeggen of ik de voorbije maanden meer progressie heb geboekt dan de jaren voordien. Ik heb zelf wel het gevoel dat ik een stap heb gezet, maar de weg is iets anders dan het veld. Eens ik weer wat meer crosstrainingen in de benen heb, zal ik er wel een zicht op krijgen.”
Zijn training heeft hij alvast niet anders aangepakt dan andere jaren. “De focus lag op het gespaard blijven van blessures”, grinnikt hij. “Mijn trainingen zijn gebaseerd op het onderhouden van mijn kwaliteiten. Het is een goeie combinatie van Spielerei en hard trainen. Ik doe wel alles op de fiets, aangevuld met wat kracht en stabiliteit. Ik ben nog steeds een speelvogel, maar zonder hard te trainen zou ik er niet komen. Voor komend seizoen zou ik al tevreden zijn met hetzelfde als vorige winter, buiten die ene wedstrijd – het WK – meer winnen natuurijk.”