David Goffin mag zich de Sportman van het jaar 2017 noemen. Een prachtige erkenning, als je oplijst wat hij realiseerde. Een finaleplaats in de Masters, het officieuze WK van het tennis; de finale van de Daviscup, het officiële orgelpunt voor de landencompetitie; 2 ATP-toernooizeges in het Verre Oosten; en een kattensprong naar de 7e plaats op de wereldranglijst van beste tennissers. De keuze voor Goffin is begrijpelijk… maar toch knaagt er iets. Best veel eigenlijk…
De prestaties van Greg Van Avermaet in 2017 mogen gerust hallucinant genoemd worden. Winnaar van Omloop het Nieuwsblad, E3 Harelbeke, Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix. 2e in de Strade Bianchi, de Ronde van Vlaanderen en de Grote Prijs van Quebec. Nog enkele overwinningen met BMC in de ploegentijdrit in Valencia en Tirreno-Adriatico. Beste wielrenner van 2017 volgens het regelmatigheidscriterium van de UCI. Wat moet een mens feitelijk nog meer doen om Sportman van het jaar te worden?
Als je puur objectief het palmares van Goffin en Van Avermaet in 2017 vergelijkt, is er eigenlijk geen twijfel mogelijk. Hij won waar Goffin verloor. Om in tennistermen te spreken won Van Avermaet een grand slam (Roubaix), drie ATP-tornooien (Nieuwsblad, E3 en Wevelgem) en was hij de Rafael Nadal van 2017 als nummer 1 van de wereld. Nogmaals: hoe kan je dan de titel van Sportman van het jaar mislopen?
We kunnen ons 5 redenen bedenken.
1. De tand des tijds.
Van Avermaet presteerde zijn exploten in het voorjaar, wat voor het kortetermijngeheugen alweer een eeuwigheid geleden is. Hoewel de resultaten puur objectief voor zich spreken, was de glans en het nieuwe er al een tijdje af. Als hij eind september bijvoorbeeld nog het WK gewonnen had – een recent succes dus – blonk ook het voorjaar weer helder. Goffin plande zijn krachtpatserij in het najaar, amper enkele weken geleden. De uitstraling van die prestaties werkte nog altijd na in het hoofd en verleidde ook om zijn naam op het stembriefje aan te stippen.
2. Verrassingseffect.
Dat Avermaet het kon, wisten we al jaren. Hij had het ten andere ook al in 2016 bewezen. Dat Goffin het kon, wisten we nog niet. Degelijke speler, zonder meer, maar op de cruciale momenten moest hij het hoofd buigen. Tot hij plots in 1 en dezelfde week Rafael Nadal en Roger Federer aan de kant zette, 2 tennisgrootheden uit de geschiedenis. Heel België en bij uitbreiding de hele wereld vergaapte zich aan de nieuwe wonderboy die doorstootte naar de wereldtop. Dan mag Van Avermaet nog 5 keer Sagan, de beste renner ter wereld, kloppen. Dat is geen nieuws meer.
3. Overkill.
Van Avermaet en Goffin zijn allebei zachtaardige mensen: niet opdringerig, heel bescheiden. Het zijn noeste werkers die met hun parcours bewijzen dat je moet blijven knokken om er te geraken. Toch bestaat het gevoel van een ‘Van Avermaet’-overkill. Hij was alom present in 2016 toen hij zich tot Olympisch kampioen kroonde. “Eindelijk krijgt hij wat hij verdient”, was de teneur. Dat klopt ook. Jaren reed hij van ereplaats naar ereplaats en moest hij zijn hoofd leggen na pech, een iets sterkere opponent, een foute inschatting. In 2016 lukte het wel en won de eeuwige underdog prijs na prijs, eretitel na eretitel. Iedereen was blij voor hem, terecht. Maar je blijft geen underdog. In 2017 was hij medefavoriet. En als die wint… tja dan is dat stilaan normaal. De sportliefhebber heeft heel gulzig van Van Avermaet gegeten in 2016 en voorjaar 2017, wat in het najaar tot een indigestie leidde.
4. Individueel?
Tennis en wielrennen zijn individuele sporten. Alhoewel… Van Avermaet kan zich vaak 200 kilometer verschuilen, zijn ploegmaats de kastanjes uit het vuur laten halen, de tactiek bespreken met de ploegleiders in de wagen, de tegenwind aan de tegenstander schenken. Niet dat hij dat laatste permanent doet, want als er iemand nog altijd te veel inspanningen levert in de de pre-koers, dan is het Van Avermaet wel. Maar de illusie bestaat wel dat het kan. En dat kan Goffin dan weer niet. Hij staat helemaal alleen op de baan. Mag niet met de coach spreken. Moet zijn eigen missers en mentale opdoffers verwerken. Kan niet rekenen op ploegmaats die een ‘set’ dichtrijden. Het is Goffin tegen zijn opponent. Niemand anders is betrokken. Dat maakt zijn sport zo puur, man tegen man.
5. Uniek.
Een beest in de koers is in een wielerland als België geen unicum meer. De toppers rijden elkaar over de tenen en dat beeld dragen ze al decennialang met zich mee. Een wereldspeler in het tenniscircuit is nieuw. We hebben uiteraard de periode Clijsters-Henin gehad bij de vrouwen, maar bij de mannen heeft nog nooit iemand zich zo hoog weten te plaatsen. En dat in een tijdvak waarin kwalitatief misschien wel het beste pakket tennissers ooit op het court staat: Federer, Nadal, Murray en (momenteel wat minder) Djokovic hebben elkaar tot zulke inspanningen gedreven dat er van nog hoogstaander tennis in de mannengeschiedenis nauwelijks sprake kan zijn. Als je dan als kleine Belg je mannetje staat tussen dit geweld is dat simpelweg uniek. Goffin doet het.
Is Goffin een onverdiende Sportman van het jaar? Neen, zover kunnen we niet gaan. Het knijpt een beetje maar het is absoluut geen schande om hem de trofee te schenken. Dat was bijvoorbeeld wel zo toen Delphine Persoon in 2014 de titel aan Nafi Thiam moest laten, terwijl Persoon zomaar eventjes wereldkampioene was geworden in alle boksbonden. Wat Thiam daarna allemaal presteerde is historisch, maar daar had Persoon in 2014 niets aan.
2018 wordt het jaar van de bevestiging voor Goffin. Het publiek verwacht nu iets meer dan een ATP-overwinning, hoe knap dat ook is. Lukt het, dan zal eender welke wielrenner het behoorlijk lastig krijgen in een referendum. Een rist voorjaarsmonumenten winnen is blijkbaar niet meer voldoende. Wil je het tegen Goffin opnemen, dan zal je hoog moeten scoren in de Giro, Vuelta of de Tour. En wie gaat dat in godsnaam doen? Was Dumoulin maar een paar kilometer verderop geboren…