Geen grote naam, geen grote resultaten. Maar wat Mitch Docker de voorbije 15 jaar neerzette, getuigt van een stalen mentaliteit. Eenzaam uit Melbourne naar Europa gereisd om zijn wielerdroom vorm te geven, heeft Docker heel wat watertjes moeten doorzwemmen. Gelukkig was Bert De Backer er nog!
Mitch Docker heeft met ‘Life in the Peloton’ een eigen Podcast – klik hier. U weet meteen dat het niet de doorsnee coureur is. “Ik ben opgeroeid in Melbourne, langs de Australische Zuidkust. Koersen deed ik pas vanaf mijn 16e, nadat ik als tiener naar het baanwielrennen op de Olympische Spelen in Sydney was geweest. Ik zag er Scott McGrory en Brett Aitkin goud pakken in de Ploegkoers en was verkocht. Terug in Melbourne begon ik op de lokale piste te rijden en in de zomer schakelde ik telkens over op de weg. Een beetje zoals alle Australische wielrenners.”
Deurningen
“Als tiener volgde ik naast mijn vader op de bank de Tour de France en andere grote koersen in Europa, waardoor ik zelf ook begon te dromen om de grote oversteek te maken. Als beginnend coureur had ik meer te zoeken in Europa dan thuis in Australië. Ik wilde pro worden en mijn ambities werden al snel werkelijkheid via het beloftenteam van Drapac, waarvoor ik reed tijdens mijn studies aan de universiteit. Een jaar later kwam ik bij Skil-Shimano terecht, mijn 1e echte Europese ervaring. Ik zou er 3 jaar lang in Deurningen wonen, vlakbij Hengeloo en Enschede.”
Zijn professionele debuut liep echter niet van een leien dakje. Docker: “Mijn 1e jaar was echt een schok, zeker het voorjaar met die klassieke koersen. Mijn ploegleider dacht dat ik een degelijke voorjaarscoureur kon worden, en eigenlijk hield ik zelf ook wel van kasseien. De verkenning voor mijn 1e koers – Kuurne-Brussel-Kuurne – verliep ook nog smooth, maar de wedstrijd zelf was anders. Het was koud en het regende al 3 dagen aan een stuk. Ik zag echt af op de fiets. De wegen maakten het ook harder dan ik me ingeprent had. Ik denk niet dat ik dat 1e seizoen veel koersen heb uitgereden in het voorjaar.” (122e in KBK en 61e in Gent-Wevelgem, DNF in E3 Prijs, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, red)
Halle-Ingooigem
“Het was echt afzien”, vertelt Docker. “Op het einde van het seizoen twijfelde ik even of ik wel zou doorgaan, maar ik was wel 2e geworden in Halle-Ingooigem. Ik dacht, misschien ben ik wel okay. Niet goed, maar toch okay. Dat gaf me voldoende motivatie om door te zetten. Nog een jaar contract had ik, en dat wilde ik toch uitdoen. Daarna zouden we wel zien. Maar dat 2e seizoen veranderde er veel: ik had meer kracht en kon 2 keer winnen. Een rit in zowel de Delta Tour Zeeland als in de Route du Sud. In Zeeland won ik de sprint voor Tyler Farrar en Graeme Brown, ik voelde me uitgelaten.”
Zijn 3e klassieke voorjaar bracht Docker een 6e plaats in Gent-Wevelgem en een 15e stek in Parijs-Roubaix. “Dan wist ik dat ik het echt wel kon maken als prof. Ik voelde me goed, zag dat ik stappen zette in de goeie richting. Dat gaf me vertrouwen en sindsdien maak ik nog elk jaar een beetje progressie. Ik moet wel ‘Baksie’ (Bert De Backer, red) en Robert Wagner bedanken. Mijn 2e beste vrienden in het peloton heb ik in die periode bij Skil-Shimano gemaakt. Zij vingen me op toen ik net van Australië was gekomen en hier niemand kende. Met hun aanwezigheid verdween de eenzaamheid. Bert is een goeie gast en een echte vriend. De voorbije jaren ben ik nog geregeld bij hem thuis blijven slapen, maar dat komt er nu niet meer van met zijn 3 kinderen in huis. (lacht) Soms komt hij nog wel bij mij in Australië over de vloer.”
Knecht
In het peloton staat Mitch Docker bekend om het harde werk dat hij voor de kopmannen kan opknappen. Dat hij zelf nauwelijks in de spotlights staat, lijkt hem niet te deren. “Je moet je plaats kennen, hé”, lacht hij. “En eens je gevonden hebt waar je goed in bent, dan moet je je daar verder in bijschaven. Als amateurwielrenner moet je in alles goed zijn, anders kun je het niet tot prof schoppen. Maar eens die stap gezet, is het zaak van specialisme. Je moet bij de profs héél goed zijn in 1 ding. Ik geniet ervan als ik de ploeg succesvol kan helpen.”
Vorig jaar werd Docker zelf nog 9e n Dwars door Vlaanderen. Iets om op voort te bouwen? Docker: “Als knecht rijd je natuurlijk een heel andere koers dan wanneer je moet winnen voor de ploeg. Mijn resultaat in Dwars door Vlaanderen toonde echter aan dat ik echt wel kan meedoen tussen de grote jongens. Als er zich dit voorjaar een opportuniteit voordoet, zal ik die ook met beide handen proberen grijpen. Als de kopmannen een slechte dag hebben, zal ik mij tonen.”
De snor
Tot slot nog iets over zijn snor. “Een paar jaar geleden ben ik zwaar gevallen in Parijs-Roubaix, met een snijwonde in mijn lip tot gevolg. Tijdens het herstel kon ik mij daar niet scheren omdat er draadjes in zaten. Mijn baard scheerde ik af, maar de snor moest blijven staan. Toen de draadjes eruit gingen, vond ik niet dat die snor plots weg moest. I like it. Ik vind het goed zo, ook al omdat ik nu nog meer op mijn vader lijk.” (lacht)
Docker woont nu met vrouw en 1-jarig zoontje halftijds in Andorra en halftijds in Girona. Naar Melbourne gaat hij enkel nog voor Kerst.
Fotomateriaal: Slipstream Sports/ EF Education First.