Alfredo Binda, Fausto Coppi, Rik Van Steenbergen, Rik Van Looy, Raymond Poulidor, Felice Gimondi, Roger De Vlaeminck, Laurent Fignon, Gianni Bugno, Jan Raas,…. Wielerlegendes, stuk voor stuk! Allen stonden ze te blinken op het hoogste schavotje in Sanremo. Eindwinnaars van Milaan-Sanremo. De langste, saaiste, spannendste en de 1e echte wielerklassieker van het jaar.
298 km afwachten, aftellen naar de Poggio, wie overleeft deze Italiaanse puist? Zitten de sprinters er nog bij? Heeft de aanvaller genoeg seconden op de groep? Wie is de beste daler? Wie durft wachten? Vragen, heel veel vragen die er in de hoofden van de renners, sportdirecteurs, soigneurs en 1.000’en wielerfans over heel de wereld rondspoken op een zaterdag ergens in maart.
60 coureurs
La Primavera, dé sprintklassieker kent zijn oorsprong in 1907. 60 renners schrijven zich in waarvan er zich omwille van de barre weersomstandigheden slechts 33 aanmelden bij de start in Milaan om 05.00 uur vroeg in de ochtend. Amper 14 beren bereiken de finish, de Fransman Lucien Petit-Breton gaat de geschiedenis in als de 1e naam op de lange erelijst van Milaan-Sanremo.
Gedurende de jaren ’50 zijn het vooral de Vlaamse en Spaanse spurters die met de bloemen huiswaarts keren. De Kannibaal, Eddy Merckx, begint in 1966 aan een indrukwekkende reeks overwinningen in de sprintklassieker. Hij finisht 7 keer als 1e in 11 edities, zijn laatste overwinning dateert van 1976. Mercx is met deze indrukwekkende reeks dan ook alleen recordhouder wat betreft de zeges in La Classicissima. In 2004 kreeg Zabel de kans om zijn 5e zege binnen te halen, maar in zijn euforie stak hij zijn handen net iets te vroeg in de lucht en werd hij nog nipt geklopt door Oscar Freire. Oscarito zou in totaal 3 Primavera’s op zijn naam schrijven.
2009 betekende voor Milaan-Sanremo een jubileum-editie, de 100e editie. De sprintkoning van deze periode, Mark Cavendish, was dan ook een gedroomde laureaat. De Italianen spannen als thuisrijders de kroon wat betreft de zeges, liefst 50 keer bleef de overwinning binnen de grenzen van de laars, 20 keer ging er een Belg met de zege lopen en de Fransen vervolledigen het zegepodium met 13 stuks.
Het parcours dan. Sinds de 1e editie zijn er in vergelijking met de andere klassiekers in de wielersport weinig of geen veranderingen aangebracht in de omloop. De start bevindt zich al sinds jaar en dag op het Piazza del Duomo in modestad en startplaats Milaan. De hoofdstad van Lombardije, hier kan het alle kanten uit in maart. Vaak is er een lekker lentezonnetje te bespeuren, maar sneeuw en regen zijn ook niet vies van een dagje Milaan-Sanremo. Sinds 1960 maakt de Poggio di Sanremo deel uit van het parcours, vaak de scherprechter in de wedstrijd. Eind jaren ’80 wordt op dik 20 km van de meet de Cipressa aan het parcours toegevoegd. Tel daarbij de opeenvolging van de Capo Mele, Capo Cervo, Capo Berta en de legendarische finish op de Via Roma en een wielermonument staat op de kaart.
Geen sinecure
Vaak wint hier niet de snelste, maar de sterkste en de best voorbereide sprinter. Ook aanvallers van het laatste moment kunnen het uitzingen tot aan de aankomstboog, maar dan dient hij al van een stevig kaliber te zijn à la Jalabert, Fondriest, Bettini of onze laatste Belgische winnaar Andrei Tchmil. De vraag voor iedere Belg: wie wordt de opvolger van Tchmil? Inmiddels zitten we al 19 jaar te wachten…. We zagen in Tom Boonen als vanzelfsprekende opvolger, maar als Tornado Tom er al niet in slaagt hier te winnen, dan is het duidelijk dat sprinten naar de zege op de Via Roma geen sinecure is!
Onze hoop rust in de benen van de Gilberts en Van Avermaets van het peloton.
Hoop doet leven!