Vorig jaar verbaasde Tom Pidcock – ondertussen onder de hoede van Sven Nys – met winst in Parijs-Roubaix voor junioren. Als 1e jaars was de Britse jongen ook net wereldkampioen geworden in het veld. En intussen is Pidcock eveneens wereldkampioen op de weg. Dat hij met zijn landgenoot Lewis Askey een waardige opvolger heeft gekregen, zondag op de Noord-Franse velodroom. “Hoe zwaarde, hoe liever.”
Voor Lewis Askey (16) uit Cannock, bij industriestad Birmingham, was het zondag zijn 1e Parijs-Roubaix. Hij is dan ook 1e jaars junior. “Samen met de Great Britian Junior Cycling Academy hebben we 2 weken geleden dan ook de volledige afstand van 111 km verkend”, zegt Askey. “Vrij vroeg ja, maar dat gaf ons de tijd om alle details van de koers in ons hoofd te prenten. En tevens gaf het ons de kans om wat extra materiaal aan te schaffen, zoals stevigere bidonhouders.
Natte velgen
Na de verkenning en voorbereiding stond de tiener met vertrouwen aan de start. “Er waren niet echt stroken die me de schrik om het lijf joegen, want je moet weten : hoe zwaarder, hoe liever ik het heb. Maar ik was wel heel hard op mijn hoede om elke kasseistrook in een goeie positie te kunnen beginnen. Dat is me gelukt, denk ik. Ik zat overal bij de 1e 5 renners. Carrefour de l’Arbre was veruit de zwaarste strook, zeker omdat we op dat moment al een tijd in de ontsnapping zaten én de benen al redelijk aan het verzuren waren.”
“Maar”, zegt Askey er in 1 adem wel bij, “de koers verliep geheel volgens plan. Ik kon op alle stroken vooraan blijven rijden, en kon me dus vrijwaren van miserie. Net na sector 17 echter pakte ik zelf de kop en nam een scherpe bocht naar rechts iets te snel, waardoor ik ging slippen. Het gevolg van natte velgen…. Ik kon echter snel hervatten en met mijn fiets was niks mis. Ik had enkel wat schaafwonden, een geluk bij een ongeluk dus. Ik was ook snel weer bij ons groepje. Niet het einde van de wereld, zeker niet omdat het nog redelijk vroeg in koers was.”
Geen adem laten happen
Askey ging na 80,5 km zelf ten aanval, en dat was minder gepland. “Ik had nood aan een paar gelletjes en wilde me laten uitzakken, maar onze volgwagen geraakte maar niet tot bij ons. In plaats van te wachten ben ik dan maar gaan aanvallen. Het was toch maar stil in het peloton en ik ben van nature al een redelijk aanvallend ingestelde coureur. En zo kon ik mijn doel proberen nastreven, met name proberen om niemand naar adem te laten happen, zodat het een slijtageslag werd.”
Het bleken goeie keuzes te zijn, die de tiener zondag maakte. “In een klein groepje de velodroom opdraaien, was inderdaad het perfecte scenario. Samen met mijn Italiaanse vluchtgezel Samuele Manfredi wilde ik graag naar de piste en daarom hadden we goed samengewerkt. Met Manfredi had ik een goeie bondgenoot. Hij is heel sterk, hij won eerder dit jaar al Gent-Wevelgem. Maar aan winnen dacht ik pas heel laat in koers. We hoorden enkel maar time gaps van 15 seconden op de 1e groep en 20 seconden op de 2e. Het kon zomaar met 20 man geweest zijn dat we de velodroom opdraaiden. Gelukkig kwam het zover niet.”
Het pistemanoeuvre
“Ik kwam als 2e de piste opgedraaid”, beschrijft Askey zijn pistemanoeuvres. “Met nog een ronde te gaan ging ik bovenaan rijden. Mijn tegenstrever merkte het op en kwam ook naar boven, waarna ik onder hem door de duik naar beneden nam. Nog een halve ronde was er te rijden. In de laatste bocht hield ik hem ter hoogte van mijn heup. Ik wachtte tot hij vertraagde en maakte het hem vervolgens onmogelijk om onder mij te komen. Op dat moment ging ik vol aan. Zo zette ik hem meteen op achterstand en met goeie benen kon ik zo het beslissende gat maken. Ik gooide mijn armen in de lucht, kon nauwelijks geloven dat ik dit had klaargespeeld. Winnen op de velodroom van Roubaix, een jongensdroom was net uitgekomen!”
“Als kleinzoon van een nationaal kampioen – mijn grootvader – en zoon van een internationale renster – mijn moeder – wil ik het natuurlijk graag tot prof schoppen. En als ik dat ooit gefixed krijg, wacht al mijn volgende hoofddoel: de échte Roubaix winnen!”, besluit een ambitieuze Lewis Askey.