In eigen land zorgde hij dit seizoen voor een straffe op het Belgisch kampioenschap ploegentijdrijden, maar doorgaans moet je Niels Verdijck uit Ranst vooral zoeken in mooie rondes over het Afrikaanse continent. Dat leverde al behoorlijk wat levenservaring op voor de 24-jarige renner van YCT Demer en Dijle. En straks waagt hij zich aan een avontuur in China!
Voor welke ploeg fiets je, op welk niveau en hoe zag je programma er dit jaar al uit?
Niels Verdijck: “Ik fiets sinds 2 jaar als elite zonder contract voor YCT Demer en Dijle, een heel gezellige ploeg waar vriendschap en plezier in het wielrennen centraal staan. Ik vervul er samen met Karel Rowies en Steven Vermaelen een beetje de functie van ‘wegkapitein’. We proberen met ons 3’en enkele talentvolle beloften wegwijs te maken in het peloton. Ik mag bij de ploeg alle interclubs rijden die ik maar wens, en ik krijg van hen ook steeds de kans om buitenlandse rondes te gaan rijden met een samengestelde ploeg, waar ik ze ontzettend dankbaar voor ben!”
Je reed dit seizoen onder meer al het BK ploegentijdrijden. Hoe verliep dat?
Niels Verdijck: “Het BK ploegentijdrit verliep niet echt naar wens. Ik kwam in de laatste 5 kilometer ten val, en brak daarbij mijn sleutelbeen. Het feit dat we nog maar met 4 renners waren, het absolute minimum om in de uitslag te worden opgenomen, maakte wel dat ik besloot om nog door te fietsen tot aan de finish.”
Wat was je hoogtepunt van je seizoen?
Niels Verdijck: “Het sportieve hoogtepunt van dit seizoen tot nu toe was de Ronde van Togo. We trokken er naartoe met bijna dezelfde ploeg als die van de Ronde van Burkina Faso, bestaande uit Jari Verstraeten, Guy Smet, Pieter Buyle en mezelf. Sander Cordeel vulde onze ploeg aan, en dat bleek geen slechte keuze. Sander wist er 3 van de 6 ritten te winnen, en strandde door pech in de 1e rit op 3 seconden van eindwinst. Ook Jari wist nog een rit te winnen, wat maakte dat we op een totaal van 4 op 6 kwamen.”
Je start straks in de Tour of Xingtai? Wat verwacht je daarvan?
Niels Verdijck: “Via internet heb ik al opzoekwerk naar beeldmateriaal gedaan van de Tour of Xingtai, maar veel is er helaas niet van terug te vinden. De eerste 2 ritten zijn heuvelachtig en de slotrit is een soort criterium. Het is de 1e keer dat ik zal starten in een Aziatische koers, wat maakt dat ik bijvoorbeeld geen flauw benul heb van de weersomstandigheden daar. Ook het deelnemersveld is 1 groot vraagteken. Ik laat het allemaal een beetje op me afkomen.”
Niels Verdijck: “Als ik alle avonturen die we daar hebben beleefd zou vertellen, zou ik morgen nog bezig zijn! Wat typisch Afrikaans is: het absolute gebrek aan stress. Na de ritten is er traditiegetrouw nog een lange bustransfer naar het volgende hotel. Tijdens 1 van die transfers moest ik dringend plassen, dus besloot ik de buschauffeur daar even over in te lichten. Toen ik hem zei dat ik naar het toilet moest, deed hij de deur open en gebaarde hij dat ik door de deur moest plassen. Zo gezegd, zo gedaan. Plassen uit een bus tegen 70 km/u, het is eens iets anders.” (lacht)
Was het anders dan de Ronde van Ivoorkust in 2015?
Niels Verdijck: “De Ronde van Ivoorkust in 2015 was mijn 1e Afrikaanse ronde, iets waar ik ongelooflijk naar had uitgekeken als 22-jarige jongen. Ik verschoot in eerste instantie van het hoge niveau dat er toch werd gehaald. Het was een goede levensles om daar te gaan koersen, om te zien hoe sommige jongens daar moeten vechten om zelfs maar aan de start van de koers te kunnen verschijnen, terwijl hier sommige kinderen alles in de schoot geworpen krijgen. Toch was Ivoorkust in niets te vergelijken met Burkina Faso of Togo. In Ivoorkust was er nog de commerciële hoofdstad, Abidjan, die soms toch de indruk gaf dat het absoluut niet allemaal kommer en kwel is in Afrika.”
“Burkina Faso was daar dan weer het tegenovergestelde van. Niets anders dan armoede, en toch merkte je dat de mensen op bepaalde vlakken heel gelukkig waren en enthousiast in het leven stonden. Ik zag er ook iets wat ik hier nog nooit in Europa had gezien. Jari gaf na een rit zijn cola’tje aan een groep kinderen, maar ze moesten hem wel beloven dat alles gelijk werd verdeeld. Er werd effectief niemand overgeslagen en iedereen kreeg evenveel cola. Iets wat in onze hedendaagse maatschappij soms ondenkbaar lijkt.”
Niels Verdijck: “Me amuseren en alles met passie en plezier doen staat centraal in mijn leven. Naast het koersen ben ik ook ploegleider bij de nieuwelingen van YCT Demer en Dijle, al moet ik eerlijk bekennen dat Tony Smets daar het merendeel van het werk voor zijn rekening neemt. Daarnaast geef ik ook BMX-training in de BMX-club van Ranst, waarvoor ik een trainer B-diploma heb behaald. Sinds kort heb ik, buiten mijn eindwerk, ook mijn studies orthopedagogie kunnen beëindigen. Ik ben direct als jeugdwerker kunnen beginnen bij Kras Sport, een job die ik combineer met de job van verkoper bij de fietsenafdeling van Decathlon Antwerpen. Om ‘s avonds mijn hoofd vrij te maken speel ik dan nog gitaar, of lees ik een goed boek. Alles is goed, zolang het maar non-fictie is.”
Heb je ambitiom ooit prof te worden?
Niels Verdijck: “Nooit gehad eigenlijk. Enerzijds omdat ik er niet het talent voor heb, anderzijds omdat ik niet heel mijn leven in het teken van de fiets zou kunnen stellen. Ik zie wat enkele vrienden van me, die wel profwielrenners zijn, voor hun job moeten doen en laten, en daar heb ik ongelooflijk veel respect voor. Net zoals ik ongelooflijk veel respect heb voor iemand als Guy Smet. Als je ziet wat die op zijn leeftijd en na alle tegenslag nog voor de koers doet…. Iedere jongere die ambitie heeft om prof te worden, zou best eens bij Guy ten rade gaan, denk ik. Respect voor de papi!” ?