Beklimmingen zijn er genoeg in grote rondes, ook in de Giro van 2017 was dat bijvoorbeeld het geval. Op de voorlaatste dag lag er een kanjer te wachten op de renners. In de 20e etappe moest het peloton nog over de Monte Grappa, een naam die tot de verbeelding spreekt. Alhoewel, na de afdeling van deze col volgt nog een 11 km lange klim richting Foza. Maar wat stelt dat nog voor na de legendarische Monte Grappa?
Met zijn 1.775 meter is de Monte Grappa de hoogste berg van de Venetiaanse Vooralpen. Een strategische ligging waardoor hij niet alleen in de wielergeschiedenis een belangrijke rol speelt. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd op de top een hevige veldslag uitgevochten tussen Italiaanse en Oostenrijkse soldaten en ook tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelden duizenden soldaten op de top van deze mythische bergreus. Een ossuarium moet deze herinnering levendig houden. Daarop staat de zin ‘Gloria a voi soldati del Grappa’ te lezen. En ook het standbeeld van de Madonna del Grappa is de moeite om te bekijken. Nu niet dat de renners daar veel oog voor zullen hebben, want de Monte Grappa geldt als 1 van de zwaarste Italiaanse beklimmingen. Voor de klimmers onder ons: maak je borst maar nat!
Vanuit Semonzo
De Monte Grappa doemt plots op vanuit de Povlakte en kan langs vele kanten beklommen worden, maar die vanuit Semonzo is misschien wel de mooiste. Maar ook niet te onderschatten. Over een afstand van 18,5 km moeten maar liefst 1.530 hoogtemeters overwonnen worden. Goed voor een gemiddeld stijgingspercentage van 8,3%. En het gaat meteen stevig bergop. Het kan er bovendien ook vrij warm zijn, een beetje typisch voor de regio, wat het extra hard maakt. Het uitzicht tijdens het klimmen is zeker de moeite. Genieten tijdens het afzien is hier wel op zijn plaats.
Op een hoogte van 1.000 meter krijg je een iets gemakkelijker stuk. Ideaal om even op adem te komen, want op 6km van de top krijg je terug een strook met stukken tot 13 à 14%. Even doorbijten dus! Daarna volgt terug een korte afdaling alvorens de laatste 4km aan te vatten. Deze gaan gemiddeld 8,9% omhoog. Dat wordt dus nog eens alles uit de kuiten persen. De laatste 3km kom je op het terrein van het slagveld tijdens WO I. Veel soldaten zijn hier gesneuveld. Wat ons betreft een extra motivatie om door te bijten. Eens de top bereikt, na 28 haarspeldbochten en 1.000 liters zweet, kun je volop genieten van het uitzicht en een groet brengen aan de gesneuvelde oud-strijders.
Vanuit Caupo
Het Giro-peloton beklimt de berg via de noordkant. Vanuit Caupo gaat het tot een hoogte van 1.620 meter. Helemaal tot de top kan niet, want dan bots je op een doodlopend einde. Maar daar zullen de renners wel niet over klagen. Het gemiddelde stijgingspercentage bedraagt ‘slechts’ 5,3%, maar de klim is wel 24,2 km lang. Bovendien is het, net zoals de weg vanuit Semonzo, een erg onregelmatige beklimming. Stukken steil bergop worden afgewisseld met korte afdalingen. Een vervelende col dus en heel moeilijk om je ritme op te vinden. Maar het uitzicht is ook hier weer adembenemend. Op de beter lopende stukken moet je zeker eens rondkijken. Op de lastigere stroken: blik op oneindig en blijven geven. Want na elke beklimming komt een beloning. Al is het maar dat gevoel dat je voor even de hele wereld aankunt.
Ook vanuit Bassano kan je de top bereiken. Voor de beloften is er zelfs een wedstrijd die eindigt met deze klim. Op de erelijst vinden we enkele gevleugelde Italiaanse klimmers terug zoals Leonardo Piepoli, Gilberto Simoni, Damiano Cunego en Fabio Aru (2011). De laatste winnaar is de Wit-Rus Alexandr Riabushenko. Voorlopig nog onbekend, maar het was wel hij die vorig jaar onze landgenoot Bjorg Lambrecht aftroefde op het Europees kampioenschap voor beloften.
De Monte Grappa in de Giro
De Monte Grappa werd al 6 keer beklommen in de Ronde van Italië. Daarvan lag de finish 2 keer net onder de top. De 1e keer was in 1968, de laatste keer in 2017. In 2014 bestond de 19e etappe uit een klimtijdrit van 26,8 km en vertrok vanuit Bassano. Roze trui Quintana gaf zijn trui nog wat extra kleur en won met 17 seconden voorsprong op Fabio Aru. 1e Belg werd Tim Wellens op een knappe 9e plaats, maar wel op 4 minuten van de Colombiaanse klimmer. 2 dagen later zou Quintana ook zijn 1e grote ronde winnen.