De Duitse kampioen Jan Ullrich die op Luz Ardiden in 2001 de hand uitstak naar gele trui Lance Armstrong. Het was een beeld van enorme sportiviteit tussen 2 van de grootste wielrenners van de laatste decennia. 17 jaar later vecht Ullrich niet meer met Armstrong maar met zichzelf. Het respect voor zijn prestaties was al langer weg, nu is ook zijn gezin vertrokken. Gelukkig is er een helpende hand, aangereikt door… Lance Armstrong.
Armstrong en Ullrich, dat was een tweestrijd waar de wielrennerij van smult. Zoals Hinault versus Le Mond en Anquetil versus Poulidor. De Tour van 1997, die hij als broekje van 23 won, moest het begin worden van een briljante carrière, maar werd uiteindelijk het hoogtepunt. Telkens botste hij op Armstrong, die juist iets professioneler, scherper en beter omringd bleek te zijn. Als er over hen verteld wordt, gaat het tegenwoordig enkel nog over doping. Te weinig wordt benadrukt dat zij de besten waren van een generatie waarin alle toppers met dezelfde wapens streden.
In 1993 werden ze allebei wereldkampioen – Ullrich bij de amateurs. Dit waren grote sporttalenten die helaas in de verkeerde tijd leefden en door de verkeerde mensen omringd werden. Door films als The Program is de publieke opinie volledig tegen Armstrong en zijn generatie gekeerd. Te vaak worden ze gekaderd als bedriegers en valsspelers. Omdat zij de besten waren, krijgen zij de meeste kritiek. Over Beloki of Botero lees je zelden iets, simpelweg omdat zij net niet konden winnen. Een renner als Iban Mayo wordt soms zelfs nog als dappere uitdager van de groten getoond. Ze speelden allemaal even vals. Koud worden hun resultaten doorgestreept.
Ook Anquetil en Gimondi werden in hun carrière ooit op doping betrapt, maar de wielergekke Fransen en de Italianen lieten hen nooit vallen. Bij Armstrong is men minder mild, liefst van al doen de hoogste instanties alsof die 7 vette jaren van de Texaan er nooit zijn geweest. Hoe hij als volksheld helemaal van zijn voetstuk viel en uiteindelijk zelfs als de reden wordt beschouwd dat Duitsland nog steeds het wielrennen niet helemaal omarmd heeft… Het zal zeker hebben meegespeeld bij de teloorgang van Jan Ullrich. In die mate dat hij een snuivende, agressieve papzak geworden is.
The Boss las de verhalen over de mishandeling van een prostituee ook en besloot zijn concurrent van weleer een bezoekje te brengen. “As many of y’all know, I love Jan Ullrich”, liet Armstrong weten. Ze hebben hetzelfde meegemaakt, ze weten wat het is om het gevoel te hebben dat je een hele sport kapot hebt gemaakt. Dat is Lance Armstrong anno 2018. Hij vraagt steun voor landgenoot Adrien Costa, een wielertalent dat een been verloor. Voor de rest blijft de Texaan zich inzetten voor het goede doel, heeft hij een bij wijlen komische podcast en blijft hij vooral veel sporten.
Sterren van toen en sterren van nu respecteren de voormalige patron van hun sport. Niet voor de volle 100 procent, maar hij is de ambassadeur van een zieke generatie, gesymboliseerd door Jan Ulrich. “Well they’ll pass you by, Glory Days”, zingt die andere ‘boss’. Armstrong weet het deksels goed. Misschien wordt op een dag alles wel eens in perspectief gezet.