Leontien van Moorsel mag als wielrenster dan wel 4-voudig Olympisch kampioene zijn, ze kampte in haar loopbaan ook met eetstoornissen. De komende maanden zal ze als experte ook begeleiding geven aan Noa Jansen, een Nederlandse 1e jaars belofte die dit jaar bij het Belgische Doltcini-Van Assche op het verkeerde pad raakte wat betreft haar voedingspatroon. Jansen beseft dat er werk aan de winkel is.
Je sukkelde het afgelopen seizoen met een eetstoornis. Kan je daar wat over vertellen?
Noa Jansen: “Klopt, nu ongeveer een jaar geleden had ik voor mezelf besloten een gezonder eetpatroon aan te nemen, zodat ik mezelf fitter zou voelen en in de klimwedstrijden wat makkelijker mee naar boven zou kunnen. Dat initiatief heb ik op eigen houtje genomen, zonder dat ik daar voldoende informatie over had. Ik dacht aanvankelijk goed bezig te zijn, maar dat bleek wel even anders. Eten werd een obsessie voor mij. Dat speelde mij in het begin van het seizoen al parten, na 3 wedstrijden merkte ik dat ik te zwak was om überhaupt te fietsen. Ik had mezelf zo hard uitgeput.”
Had dat zowel fysiek als mentaal een weerslag op jou?
Noa Jansen: “Ja, het heeft zowel fysiek als mentaal een grote impact op mij gehad, wat ik van te voren nooit had verwacht. En het is al helemaal nooit mijn directe bedoeling geweest.”
Je hebt je laten opnemen. Hoe zat dat precies?
Noa Jansen: “Na mijn laatste wedstrijd in Kleine Hein heeft Natascha den Ouden van Team APB contact opgezocht met mijn ouders, omdat ze zich zorgden maakte. Ook heeft Natascha ons in contact gebracht met Leontien van Moorsel, waar ik diezelfde week nog langs kon komen. Leontien vond het zorgwekkend hoe ik er op dat moment uitzag. Vanaf dat moment werd mij aangeraden om op dat moment te stoppen met fietsen. Na die ontmoeting ben ik naar de dokter geweest om mezelf te laten onderzoeken of ik misschien een ziekte had, want ik ontkende op dat moment min of meer dat ik een probleem had met eten. Daar bleek dat ik ondergewicht had en dat ik lichamelijk aan het aftakelen was omdat mijn hartslag zorgwekkend laag was. Na het gesprek met de dokter zijn ik en mijn ouders tot het besluit gekomen mezelf te laten opnemen, zodat ik onder de juiste begeleiding op het rechte pad zou komen. Dat was in ons opzicht thuis niet mogelijk.”
Hoe gaat het nu met jou?
Noa Jansen: “Het gaat nu echt weer goed met me, dat komt ook deels omdat ik na een lange tijd weer mag doen wat ik het leukst vind: fietsen!”
Je gaat komende maanden nog begeleiding krijgen van Leontien van Moorsel, klopt dat?
Noa Jansen: “Ja, dat klopt. Het is voor mij erg fijn om contact met haar te hebben, zodat ik bij iemand terecht kan die mij begrijpt.”
Is dit iets wat je kan verdringen, of zal je er altijd rekening mee moeten houden?
Noa Jansen: “Dat zal de toekomst uitwijzen, ik leer mijn valkuilen kennen. Wel denk ik dat het altijd wel iets blijft waar ik rekening mee zal moeten houden.”
Met welke ambitie heb je nu voor APB U23 gekozen en wanneer hoop je er weer vol te staan?
Noa Jansen: “Ik heb voor de beloftenploeg van APB gekozen omdat er vanuit de ploeg begrip is voor mijn situatie. Zij steunen mij zodat ik terug op niveau kan komen. Ook denk ik dat we met elkaar beter kunnen maken, wat ik een mooie gedachte vindt. En ik denk dat de sfeer heel leuk zal zijn. Ik hoop er natuurlijk zo snel mogelijk weer te staan, maar er wordt geen druk gelegd, noch door de ploeg noch door mezelf.”