De cross in Neerpelt werd afgelopen weekend bij de elite vrouwen gewonnen door Denise Betsema. Opmerkelijk, maar het was een overwinning die niet uit de lucht kwam gevallen. De Texelse zet sinds een goed half jaar alles op het veldrijden en nam ook een Belgische trainer onder de arm. Dat legt haar duidelijk geen windeieren, al is Betsema wel een buitenbeentje in het peloton. Wie anders komt er immers met de boot naar de cross?
Vanwaar jouw opmerkelijke resultaten de voorbije maand? Heb je afgelopen zomer zoveel progressie geboekt?
Denise Betsema: “Na vorig cyclocrossseizoen heb ik besloten om mij volledig te gaan focussen op de cross. Veldrijden vond ik namelijk ontzettend leuk en ik behaalde vorig jaar al een aantal mooie uitslagen, zoals een 9e plaats op het Europees kampioenschap, wat mij ook een selectie voor de Wereldbeker in Bogense opleverde. Ik combineerde de cross met een druk mountainbike-programma maar deze zomer lag de focus volledig op het veldrijden. En dat heeft goed uitgepakt!”
Wat betekende die overwinning in Neerpelt voor jou?
Denise Betsema: “Ik ben ontzettend blij met de zege in Neerpelt. Een wedstrijd in België winnen, en dan toegejuicht door zo’n enthousiast publiek was echt een droom die uitkwam. Het parcours van Neerpelt lijkt dan ook een beetje op mijn trainingsomgeving op het eiland: steile klimmetjes, zware ondergrond en powerstukken. Ik wist dat ik kans zou maken op podium. Dat dat dan zo goed uitpakt is natuurlijk geweldig.”
Wanneer en hoe ben je bij trainer Tom de Kort terechtgekomen?
Denise Betsema: “Ik heb Tom vorig crossseizoen al eens ontmoet omdat zijn schoonouders heel vaak op het eiland zijn te vinden. Toen ik besloot om mij volledig te gaan richten op het veldrijden moest ik gelijk aan Tom denken als trainer. Samen zijn wij in maart om tafel gaan zitten en dat klikte meteen erg goed tussen ons. Ook was ik erg enthousiast over zijn werkwijze. Vanaf maart zijn we beginnen samenwerken.”
Op welke manier heeft hij jou aangepakt en in welke mate heeft dat al gerendeerd?
Denise Betsema: “Ik had veel zin in onze samenwerking, maar Tom plande direct een rustperiode in. (lacht) Na een relatief lange rustperiode – ik was opgebrand na een volledig mountainbike- én cyclocrossseizoen – begonnen de trainingen snel te renderen. Daarnaast planden we een aantal techniektrainingen in, want daar komt het in het veldrijden vaak op aan. Ik heb er dan ook ontzettend veel aan gehad, merk ik nu tijdens de wedstrijden.”
Je komt ook vaak met de boot van Texel naar Vlaanderen. Hoe gaat dat dan in zijn werk?
Denise Betsema: “Ik woon samen met mijn gezin – Sjoerd (28) en zoon Jukka (bijna 7) en dochter Wolf (4) – op het eiland Texel. Met de TESO (Texels Eigen Stoomboot Onderneming) boot is het eiland verbonden aan het ‘vasteland’. Naar Vlaanderen toe moet ik dus altijd eerst met de boot. Dit is ongeveer een half uurtje varen, maar de boot heeft bepaalde diensttijden, waardoor wij soms ‘s avonds niet meer terug naar het eiland kunnen. De boot vaart namelijk maar tot half 10 ‘s avonds. Op zondagochtend vertrekt de 1e boot pas om 8 uur, waardoor we soms niet op tijd kunnen zijn op de cross. In dat geval hebben we inmiddels een adresje in Lichtaart. Bij Leo en Moniek de Busser, schoonouders van Tom, kunnen we altijd terecht. Of we overnachten in een hotel. Dus het wonen op een eiland heeft wat nadelen, maar gelukkig ook heel veel voordelen.”
Je bent nu 25, op welke aspecten kan je nog het meeste progressie boeken?
Denise Betsema: “Omdat ik op jonge leeftijd moeder ben geworden, heb ik de belofte-categorie overgeslagen, maar in het vrouwenveldrijden ligt de leeftijd vrij hoog bij de toppers. Ik kan qua techniek nog veel leren, dat is iets waarmee we de komende jaren zeker nog meer aan de slag gaan. Verder hoop ik in de toekomst hoger in de UCI-ranking te komen, zodat ik een betere startpositie krijg. Op dit moment start ik nog vaak vanaf de 3e rij en dat is echt wel een nadeel.”