Zondag won John-Ross Clauw de Reigerpijl in Ichtegem, een wedstrijd voor beloften en elite zonder contract waarin de wind geen onbelangrijke rol speelde. Opvallend was de 6e plaats van Matthew Van Schoor, een student Communicatiewetenschappen uit het Oost-Vlaamse Dendermonde die pas aan zijn 1e jaar bij de beloften is begonnen.
Dat Ichtegem de beste koers van het seizoen was voor Van Schoor. “Het seizoen is ook nog maar net bezig”, lacht hij. “Ik reed 2 weken geleden Brussel-Opwijk en had daar ook al een goed gevoel. Ik kon daar alle klimmetjes goed overleven en kwam goed binnen in het sterk uitgedunde peloton. Zondag in Ichtegem moest ik er in het begin wat inkomen, maar naarmate de wedstrijd vorderde voelde ik me beter en beter. We bleven uiteindelijk met 8 renners over en daarbij probeerde ik nog een aantal keer weg te rijden, maar het beste was er toen af. Ik mag echter niet klagen over mijn seizoensbegin als 1e jaars belofte.”
Sinds deze winter traint de 18-jarige Van Schoor onder de hoede van Ivan De Schamphelaere, de voormalig ploegleider die de Veranda’s Willems-ploeg mee groot maakte maar onder het bewind van Nick Nuyens aan de deur werd gezet. “Vorig jaar liep mijn vader Ivan tegen het lijf tijdens een koers en zo ben ik ook met hem aan de praat geraakt. Deze winter pas hebben we beslist om samen te werken. Ik voel dat ik hierdoor al een stuk sterker ben geworden ten opzichte van de vorige jaren. Ik train nu veel specifieker en gerichter – deze winter vooral op kracht – en dat levert dus al snel resultaat op.”
Studies
Van Schoor studeert Communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Gent en wil die combinatie met de koers zo lang mogelijk blijven maken. “Het is een studie van 4 jaar en ik zit nu nog in mijn 1e jaar, dus het is nog wel even te gaan. Maar het is wel de bedoeling om dat traject succesvol af te maken. Natuurlijk hoop ik om binnen een paar jaar prof te kunnen worden, want dat is wel mijn ultieme doel”, geeft hij toe. “Maar dat is natuurlijk nog niet iets waar ik intensief mee bezig ben. Ik heb vertrouwen in mijn trainer en wil gewoon elk jaar groeien, dan zullen de resultaten automatisch wel volgen.”
“Welk type renner ik precies ben, daar ben ik nog niet uit. Ik kan zowel het Vlaamse als Waalse werk aan en heb ook nog een redelijke sprint na een lange koersdag. Ik wil mij ook niet toeleggen op 1 specifieke discipline. Een renner die van alles wat kan, heeft volgens mij nog altijd het grootste voordeel om wedstrijden te winnen. “