Het gebeurt wel vaker dat koersfilmpjes viraal gaan. De schertsende fratsen van Peter Sagan bijvoorbeeld zijn vaker wel dan niet bovengemiddeld populair bij wielerfans. Een wheelie hier, een plagerig uitwijkend voorwiel daar, het publiek lust er pap van. Maar ook wat Michael Hepburn woensdag deed in Brugge-De Panne werd gesmaakt. En terecht!
Veel van wat je je kinderen leert, lijkt waardeloos in de meedogenloze wetten van de koers. Elkaar helpen, zorg dragen voor een ander: daar is geen tijd voor, met 250 km te trappen aan een rotvaart, met een nerveuze ploegleider in je oren en maar 3 plaatsen op het schavot in het verschiet. De finish wacht niet. Zelfs niet wanneer een renner die even voordien onderuit ging voor z’n leven vecht. De ongeschreven regels van het wielrennen staan nergens in steen gebeiteld, maar worden zelden in vraag gesteld.
Just a bike race
Zo nu en dan zien we een renner die lak heeft aan geplogendheden en gebruiken, aan do’s and don’t’s. Iemand die beseft hoe relatief 2 wielen en een ruiker bloemen zijn in de context van het echte leven. Het soort renner dat je gretig aan je kinderen presenteert als rolmodel voor hoe je hoopt dat zij zich zullen gedragen.
Michael Hepburn is een uitstekend baanwielrenner en tijdrijder. Niet het soort renner waar wielerfans zich opgewonden rond verdringen. Geen ultrabehendige speelvogel, noch imposante puncher en al helemaal geen victoriekraaier. Michael is het soort renner die It’s just a bike race onder z’n Twitterprofielfoto heeft staan, een wijs mantra dat we al eens durven vergeten in het heetst van de wedstrijd.
Pijnlijk bijzonder
Uitgerekend Hepburn ging viraal, omdat hij na het nipt ontwijken van een snoeiharde crash niet geroutineerd doorreed, maar afstapte, z’n fiets keurig aan de kant zette, de fiets van een ongelukkig gevallen collega trok, en de verdwaasde collega uit z’n onrustwekkende foetushouding rechtop zette om te checken of hij in orde was. Het leek zo doodnormaal, hoe hij dat deed. Maar we wisten allemaal dat het bijzonder was. Pijnlijk bijzonder.
In gedachten zag ik de gezichten van minder fortuinlijk gevallen renners als een diavoorstelling voor m’n netvlies glijden. Ik dacht aan Parijs-Roubaix, de koers der koersen, waar zo intensief gevallen wordt dat niemand kan bijhouden wie waar tegen de vlakte gaat; waar Michael Goolaerts nooit meer aan de start zal verschijnen. Ik ben vergeten hoe vaak er in het commentaarhok werd gezegd dat het allemaal relatief was, maar weet wel dat de wedstrijd altijd doorging. De koers gaat altijd door. Tot iemand beslist dat hij niet meedoet met die onzin, omdat er iemand in nood is. Tot iemand rustig maar beslist afstapt en het welzijn van een collega nu even belangrijker vindt.
Sadisten?
Michael Hepburn heeft woensdag de koers niet gewonnen. Daar lag hij vast niet wakker van. Hij won wel het hart van heel wat koersfanaten. Blijkbaar zijn we toch niet zulke onverbeterlijke sadisten. Alleen moet iemand ons daar af en toe even aan herinneren. Iemand als Michael Hepburn bijvoorbeeld.