Hij leek een rotsvast duo te vormen met ancien Kenny De Ketele, maar Waaslander Moreno De Pauw verloor vorig jaar zijn vaste plaats in de Ploegkoers aan het jonge Limburgse talent Robbe Ghys. Op de piste draait stilaan alles rond de Olympische Spelen van 2020 in Tokio en dus is het komende maanden alle hens aan dek. Ook voor Moreno De Pauw, die zijn kansen nog niet verkeken ziet.
Moreno De Pauw zit met de Belgische selectie momenteel in Minsk, op zijn eigen vraag. We spraken hem maandag net voor zijn vertrek. “We trekken met een jonge selectie naar Minsk”, zegt de Waaslander. “Het is de 1e keer dat deze Europese Spelen plaatsvinden voor het baanwielrennen, dus het is leuk om daar te starten. Het is altijd de bedoeling om te presteren, maar het wordt vooral de ervaring die telt.”
Gemotiveerd
Tot vorig jaar leek De Pauw een honkvast duo te vormen met Kenny De Ketele in de Ploegkoers, maar plots was daar een jonge en talentvolle Robbe Ghys, die De Pauw ‘op de bank’ duwde. “Het was de keuze van de bondscoach (Peter Pieters, red) en die moet ik respecteren. We hebben in België nu eenmaal de luxe dat we met een aantal renners zijn die het waard zijn om de Ploegkoers te rijden. De plaatsjes voor de Olympische Spelen in Tokio worden duur, maar de beste moet altijd koersen, vind ik.”
Moreno De Pauw toont zich sportief, maar allesbehalve een verliezer. “De komende maanden worden belangrijk, iedereen wil de bondscoach proberen overtuigen van zijn kunnen. Maar hoe je het ook draait of keert, die niet-selectie is wel aangekomen bij mij. Het is nooit fijn om naast een selectie te grijpen, maar ik ben wel altijd gemotiveerd gebleven om verder te blijven werken. In Minsk (waar hij morgen/donderdag met Fabio Vandenbossche de Ploegkoers rijdt, red) kan ik alvast het competitieritme aanscherpen en laten voelen dat ik echt wel naar de Spelen wil.”
Ambitieus
Tokio is nog ver. “Maar tegelijkertijd ook heel dichtbij”, beseft De Pauw. “De Ploegenachtervolging wordt het belangrijkste onderdeel voor België op de Spelen en hoewel je daar met 4 voor moet zijn, zijn ook hier de plaatsjes duur. Desondanks vormen we een hechte groep; iedereen wil zich bewijzen op training en dat verhoogt het niveau. Daar wordt iedereen beter van.”
De Pauw wil naast de Ploegenachtervolging vooral ook in de Ploegkoers schitteren op de Spelen. “Er zijn weinig landen die beter zijn in dat piste-onderdeel, dus dan moet je ambitieus zijn. Hier ligt onze grootste kans op een medaille. Het zijn dan ook de beste 2 die moeten rijden. Ik hoop dat ik erbij kan zijn, wie er dan aan mijn zijde zal staan, speelt geen rol. Maar first things first: eerst zorgen dat we bij de beste 8 zijn om ons te kwalificeren (België staat nu 9e, red) en dan komende winter laten zien dat ik zelf in vorm ben.”