Willy Maurits De Bruyn wordt in 1914 geboren als Elvira De Bruyn in het Oost-Vlaamse Erembodegem, op de dag waarop het Duitse leger België binnenvalt. Hij groeit op als een wild en robuust meisje, en in het café van de ouders De Bruyn wordt er al eens gediscussieerd over het geslacht van de wildebras. Op haar 14e wordt Elvira, roepnaam Elvire, van school gehaald, zoals in die tijd gebruikelijk was. Ze gaat aan het werk in een Brusselse sigarettenfabriek, en wat later in het sportcafé van haar ouders.
Wanneer de 15-jarige Elvira voor het eerst aan een wielerwedstrijd voor meisjes deelneemt, rijdt ze de tegenstand op 7 minuten. Haar moeder ziet haar dochter liever niet koersen. Koersende vrouwen werden in die tijd sowieso niet gepast, noch fatsoenlijk gevonden. Maar Elvire rijdt zo snel dat het behoorlijk wat prijzengeld en publiciteit voor het ouderlijke café oplevert, dus het fietsen wordt gedoogd.
Vrouwenwielrennen wordt in die jaren door journalisten omschreven als “een onwaardig en weerzinwekkend schouwspel”, maar het publiek houdt ervan. Het zijn de vrouwen die het publiek terug naar de vergeten wielerbanen lokken, met hun snelle en explosieve wedstrijden.
Wereldkampioene
In 1932 schrijft Elvira zich in voor het seizoen dameswielrennen. Van de 17 keer dat ze aan de start verschijnt, komt ze 9 keer als primus over de finish. Wanneer ze niet wint, eindigt ze steevast in de top 5.
In 1934 neemt ze deel aan het Europees Kampioenschap Baanwielrennen (05/09/1934) in Blankenberge en aan het Wereldkampioenschap Baanwielrennen (16/09/1934) in Schaarbeek. De Bruyn wordt Europees en (officieus) Wereldkampioene in minder dan 2 weken tijd. De Bruyn rijdt in Schaarbeek gemiddeld 33 km/h over 90 km. Ze wint deze keer niet met ruime voorsprong, maar in een sprint met 8. Een teken van zwakte? Wel, nee. De Bruyn voelt zich in die periode naar eigen zeggen ‘een volslagen man’, en wil de tegenstand bewust niet vernederen. “Ik had in dat wereldkampioenschap kunnen weglopen waar en zoals ik gewild had”, laat ze 3 jaar later optekenen in de krant De Dag.
Elvira wordt in 1935 nog Belgisch kampioene, maar wil eigenlijk niet meer meekoersen bij de vrouwen. Ze voelt zich een man sinds haar prille tienerjaren, en haalt geen voldoening meer uit het winnen van vrouwenwedstrijden. Maar koersen brengt brood op de plank, en later in datzelfde jaar wordt ze opnieuw wereldkampioene bij de vrouwen, voor de Nederlandse Mien van Bree, concurrente én vriendin.
Transitie
In de pers wordt De Bruyn omschreven als ‘hermafrodiet’, een onjuiste en beledigende term die intussen gelukkig niet meer gebruikt wordt voor mensen. In werkelijkheid had Elvire een vorm van intersekse, een verzamelnaam voor 40 variaties in seksekenmerken, die naar schatting 1 op 2.000 mensen kenmerkt. Elvira voelt zich een man en wil ook officieel als man door het leven gaan. Hij gaat zich meer en meer verdiepen in wetenschappelijke literatuur over interseksualiteit, onder meer geïnspireerd door de Tsjecho-Slowaakse atleet Zdeněk Koubek, die in 1936 een geslachtsaanpassende operatie ondergaat.
De Bruyn verhuist naar Brussel, waar hij met een valse identiteitskaart met daarop de naam Willy De Bruyn, als bordenwasser, liftjongen, houtzager en bakkersgast werkt, beroepen die enkel door mannen mogen worden uitgeoefend. Maar van zodra uitkomt dat hij officieel een vrouw is, wordt hij ontslagen.
In 1937 krijgt hij eindelijk een doktersattest dat verklaart dat ze een man is. De rechtbank acht dat attest onvoldoende voor een wijziging in de Burgerlijke Stand, en De Bruyn neemt een advocaat onder de arm. De juridische en medische procedure om eindelijk als man door het leven te kunnen gaan, kosten De Bruyn een vol jaar en al het geld dat hij ooit met koersen heeft verdiend. Maar op 24 maart 1937 wordt de 22-jarige Willem Maurits De Bruyn, roepnaam Willy, eindelijk als man ingeschreven bij de burgerlijke stand van Oudenaarde.
De Willy De Bruynstraat
Willy De Bruyn probeert het nog even als wielrenner bij de mannen, maar eindigt meestal ergens midden in het peloton. Winnen zit er niet meer in. Na de dood van zijn ouders opent hij Café Denderleeuw in Brussel, geen sportcafé deze keer, maar een bordeel, dat hij uitbaat samen met zijn vrouw Clementine Juchters.
Willy De Bruyn groeide op en leefde in een tijd waarin de medische wereld bitter weinig wist over intersekse personen, en toen maatschappelijke gendernormen nog veel strikter waren dan vandaag. Maar dat het verhaal en het palmares van De Bruyn grotendeels vergeten zijn, zegt wellicht iets over het taboe dat ook vandaag nog rust op intersekse atleten.
Op 5 juli, een dag voor de jaarlijkse hoogmis van het wielrennen: de Tour de France, die van start gaat in Brussel, krijgt Willy De Bruyn een straatbord in de Belgische hoofdstad. De Willy De Bruynstraat herinnert aan een moedig, maar vergeten rolmodel.