Met het begin van de Tour staan ook de mecaniciens op scherp, want voor veel ploegen is de La Grande Boucle de belangrijkste koers van het jaar. Dat is niet anders voor het Belgische Lotto Soudal en dus staat ook mecanicien Steven Van Olmen op scherp, al is het voor hem een erg drukke periode.
Van Olmen zit al 15 jaar bij Lotto Soudal als mecanicien en begint morgen/zaterdag aan zijn 12e Tour de France. Al twijfelt hij even. “Het kunnen er ook 11 zijn, ik ben niet zeker”, lacht hij. “Ik geloof dat ik enkel mijn 1e 3 seizoenen de Tour níet heb gedaan, al ben ik toen wel op en af gereden met de tijdritfietsen, herinner ik me. De Tour is wel speciaal, je wilt er altijd graag bij zijn. Al is het nu wel heel druk voor mij omdat ik ook al de Giro, Zwitserland en de kampioenschappen in de benen heb. Dat is toch veel op korte termijn.”
“Bovendien zijn wij al een week ter plaatse voor de Tour echt start. Maar ik heb er wel zin in, ja. Het is bijzonder omdat je bijna een hele maand met een groep mensen op pad bent, het moet dus wel wat klikken. Gelukkig is dat bij Lotto Soudal het geval, al zijn we in de laatste week door de vermoeidheid wel eens wat korter van stof tegen elkaar. (lacht) Dat is het grote verschil met klassiekers of een meerdaagse van een week.”
Wagen 1 of 2
Van Olmen zit tijdens de koers net als met Jeanick Verstraete in de aut. “Dat betekent dat wij achter de renners rijden en de hele dag stand-by staan. Robby (Pelgrims, red) en Simon (De Wolf, red) rijden met de vrachtwagen en zorgen vooral dat de wielen klaar zijn en de banden goed staan en dat fietsen indien mogelijk worden opgelapt als er schade is.”
In de koers rijden de teams met 2 wagens. “De 1e anderhalve week zit ik in de 2e auto, de 2e anderhalve week in wagen 1. In wagen 1 zit je een hele dag achter het peloton en moet je constant alert zijn voor als er iets gebeurt. In wagen 2 ga je mee als er een ontsnapping is waar iemand van onze ploeg bij zit en in de bergen blijf je dan achter de gruppetto. Dat is iets minder stressvol. Niet dat je niks te doen hebt, maar het is toch relaxter. Het is allebei leuk: soms zit je achter het peloton voor een massasprint, enorm zenuwslopend want er kan altijd iets mislopen. Ofwel zit je mee in een ontsnapping met bijvoorbeeld Thomas De Gendt, dat geeft ook een kick.”
Voetpompen
Met een mecanicien babbelen, gaat natuurlijk al snel over materiaal en zo hoort het ook. “Je ziet hier veel ‘gerief’ $ in onze vrachtwagen, maar fietsen en wielen zijn toch prioritair”, duidt Van Olmen. “Elke renner heeft 5 fietsen in de Tour, 3 voor op de weg – die ook elke etappe mee in koers gaan – en 2 tijdritfietsen. We hebben ongeveer 60 à 70 paar wielen mee, inclusief die exemplaren voor de tijdrit.”
De imbussleutels zijn talrijk aanwezig, een dag voor Le Grand Départ. Er wordt duchtig gewerkt door 3 mecaniciens, inclusief Steven. Numero 4, Jeanick, is ondertussen mee met de renners op training. Ook in het zicht staat een digitale pomp van Lezyne. “Zéér handig”, zegt Van Olmen met klem. “De druk in de banden is in het wielrennen van vandaag toch belangrijk en renners zijn daar ook nauwgezet mee bezig. Wij zetten doorgaans 7,6kg in een band en met die digitale pompen kan je dat echt tot de gram juist gaan zetten. Dat is zeker belangrijk voor de start. Voor een koers gaan wij altijd 1 uur voor de start de bandendruk in alle fietsen juist zetten. Als je dat ‘s morgens na het ontbijt al doet, dan heb je toch wat verlies tegen dat de etappe ‘s middags van start gaat.”
Lichtjes verplichten
Met die 7,6 kg wordt wel wat gespeeld, maar ook niet al te veel. “Sommige renners willen soms 200 gram meer druk, en als het regent gaat er soms 200 gram af. Het hangt ook wat af van de tubes. In Parijs-Roubaix bijvoorbeeld rijden we met 28 mm tubes, terwijl dat hier 26 mm is. Bij TT-fietsen hebben we dan weer tubes van 25 mm. Onze TT-banden kan je ook niet gebruiken voor de wegfietsen, vanwege de speciale ontwikkeling. Je bent er dus wel wat mee bezig. Die digitale pomp maakt ons werk echter een stuk makkelijker en het is altijd zeker correct.”
Opvallend: naast de digitale voetpompen gebruiken ze bij Lotto Soudal ook lichtjes voor op de fietsen, geleverd door Lezyne. “We geven die aan de renners mee voor op training”, zegt Van Olmen. “Niet iedereen gebruikt dat, maar het zou best wel eens kunnen dat fietslichtjes verplicht zullen worden, ook om overdag te branden. In landen als Australië en de Verenigde Staten is dat nu al verplicht. Rekening houdende met het toenemende verkeer en het gevaar dat daar uit voortkomt voor renners is dat iets dat we toch willen benadrukken.”
Bier van de Gorilla
Zo dragen mecaniciens toch een belangrijke verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de coureurs. “De meest dankbare renner in mijn 15-jarige carrière was Andre Greipel”, mijmert Van Olmen. “Hij stond hier geregeld aan de vrachtwagen met wat biertjes voor ons. (lacht) Dat konden wij mecaniciens wel appreciëren”, besluit Van Olmen met een hint naar Tim Wellens, Thomas De Gendt en co.