Over de etappe van woensdag stond de naam van Thomas De Gendt met dikke rode letters overheen geklad. Een dag voor avonturiers, vrijbuiters, solisten en escapisten. Thomas is dat allemaal. Geen wonder dat zijn naam in zowat elke voorbeschouwing prijkte met een sterretje ernaast. ‘Nope’ en ‘Stop giving me stars’, tweette Thomas semi-geërgerd.
De gele vlag van de officiële start wapperde nog en daar ging hij. Of toch even. Maar niet echt. Dan ging vriend/ploegmaat/kamergenoot Tim Wellens maar. Of niet? Of toch wel? Nee, toch niet. Of jawel hoor. Ik stelde me voor hoe Tommy en Timmy, ‘s avonds laat in hun keurig opgemaakte hotelbedjes hadden liggen kibbelen. ‘Ik ga eerst morgen.’ ‘Nee, ik.’ ‘Welnee, het is mijn beurt.’ Enzoverder.
Timmy ging. En geraakte ver. Ver genoeg om de bollen rond z’n pezige lijf te houden. Verder hoefde niet. Terwijl Timmy vooraan goede sier maakte, ging elke gedoodverfde dagfavoriet extra diep over z’n stuur hangen. Bij Sunweb gooiden ze alle opgehoopte frustratie over de verdwenen Dumoulin en zijn ontgoochelende resultaten, in het gevecht voor Michael Matthews, de man die bittere tranen had gelaten toen het treurige nieuws over z’n kopman bekend raakte. Verschroeiend hard ging het, zelfs bergop. Timmy en z’n reisgezellen werden opgeraapt. Renners vielen af als dode vliegen, ongenadig platgemept door het moordende tempo van de punchersploegen.
Ik loerde wantrouwig naar de witte vlek met de gele helm. Maar de debutant die alles kan zat fris en monter in de voorhoede, waar zelfs de man in het geel fluks aan kop trok, nimmer te beroerd om de handen uit de mouwen te steken. Ook de groene vlek was niet van de voorste rijen weg te slaan. Een voorteken of schijn, je weet het nooit in de koers.
Alles kon nog, in theorie, zo leek het. Zelf had ik, in een vlaag van optimisme, jeune premier Wout Van Aert als kopman vooraan gezet in m’n Sporza-ploeg. Soms moet je gewoon ergens voor gaan. Maar iemand vond vandaag een uitgelezen moment om te bewijzen dat hij back in business is. Peter Sagan, de man van het gênant ondermaatse voorjaar, van de talloze lusteloze interviews met eenlettergrepige antwoorden, van de zorgwekkende geruchten en duistere toekomstvoorspellingen, smeet zichzelf met fiets en al over de streep zoals een soldaat zich in een loopgraaf stort wanneer de kanonnen knetteren. De rest kon nog net nederig het hoofd buigen richting opgerold asfalt.
De twijfels over vormpeil en animo van Peter De Grote kunnen opgeborgen worden in de kast der vruchteloze bedenkingen. Ik vermoed dat we ze daar nog wel even kunnen laten liggen. Ik herinner me jaren waarin we luid toeterend door onze woonkamer hadden gedanst als er 3 Belgen in de top 10 van zo’n slopende etappe waren geëindigd. Vandaag vinden we het niet meer dan normaal dat Van Aert, Van Avermaet en Stuyven meestrijden tegen Sagan, Matthews, Trentin en Alaphilippe. We balen omdat Van Aert het net niet haalde. En dat is uitstekend nieuws. Maar eerst toch even verder balen.
Fotomateriaal: ASO/ Pauline Ballet.