Ze heeft er al een behoorlijk wegseizoen opzitten en dus was het geen verrassing dat veldrijdster Marthe Truyen het EK op de weg mocht betwisten bij de U23. De nog maar 19-jarige Bevelse verliet na een dubbele valpartij ontgoocheld en vroegtijdig de koers, maar ze laat het hoofd niet hangen. De focus gaat nu naar de cross. “Het is het seizoen van de waarheid”, beseft ze.
Voor Truyen begon de wedstrijd met een sisser. “Het was een bijzonder nerveus gedoe. Al in de 1e ronde gingen ze vlak voor mij tegen de grond, en dus ging ik mee”, blikt ze gedwee terug. “Ik moest gaan inhalen, samen met Shari Bossuyt, die ook was opgehouden. Hiermee verschoot ik al direct een 1e cartouche. Dat bekoop je later in de wedstrijd. Ik kwam er wel stilletjes aan terug door en kon de aansluiting maken.”
Genadeloos
Halfweg volgde echter een genadeloze uppercut. “Ik viel in die gevaarlijke bocht hier aan het hotel, maar het was bijna onbegonnen werk om terug te keren in het peloton. De schade was beperkt, en de mensen aan de kant legden er mijn ketting op, dus daar heb ik geen klagen over. Ik knokte een halve ronde en kwam zelfs tot op 10 meter, maar toen begonnen ze voor mij te versnellen richting die kasseistrook. Dat was de genadeklop. Ik moest het gat gewoon dichtkletsen, maar het was op, boeken toe. Ik ben dan nog doorgereden tot aan het hotel. Verder doen en op 6 minuten eindigen zoals een ander groepje deed, daar zag ik het nut niet van in.”
Het was een zware koers, de belangrijkste reden waarom Truyen de finale niet kon rijden. “Ik had gehoopt om in de laatste ronde nog een betekenis voor de ploeg te spelen, bijvoorbeeld door Shari Bossuyt, die toch veel ervaring heeft op dit niveau, naar voren te loodsen. Het was nochtans geen slecht parcours voor mij. Als crosser heb je voordeel bij zoveel draaien en keren. Ik neem de bochten iets sneller dan de meeste anderen. Het constante optrekken was echter heel lastig, vooral omdat het regende en er traag door die bochten werd gereden. Maar goed, vallen hoort bij de sport. Het was mijn 1e val deze zomer, helaas slechte timing.”
Combi
In de toekomst wil Truyen het veld en de weg blijven combineren. “Het veld blijft de voorkeur behouden, maar ik zie de weg niet als een tussendoortje. Als ik start in een wegrit, dan ga ik ook vol voor het maximale. Ik heb een goeie spurt en heb deze zomer bewezen dat ik voor de prijzen kan meedoen. De combinatie lijkt perfect te gaan: van mei tot augustus kan ik op de weg rijden, en in de winter doe ik het veld. Dat technische van het veld is echt mijn ding, voor de weg heb ik misschien iets te weinig inhoud om daar top te worden.”
Focus gaat nu weer naar het veld, waar Truyen een belangrijke winter wacht. “Ik ben deze zomer sterker geworden, sta verder dan vorig jaar, dat voel ik. Maar ik word 3e jaars belofte in het veld en dus moet alles iets serieuzer worden aangepakt. Als 1e of 2e jaars kan je je nog een offday permitteren, vanaf nu wordt dat moeilijker. Ik zeg het niet graag met zoveel woorden, maar voor mij is dit het jaar van de waarheid. Ik ga me de komende maanden fel moeten tonen.”