Wat Eva van den Born meemaakte, wens je niemand toe. In maart 2017 werd ze aangereden door een personenvoertuig op training in Spanje. Het leek op het 1e gezicht wel mee te vallen, maar de domper volgde snel. Een jaar lang kon ze niet fietsen, waarna ze nog een jaar nodig had om wedstrijdklaar te geraken. Gelukkig is er licht aan het einde van de tunnel.
De 26-jarige Zuid-Hollandse heeft er geen makkelijke periode opzitten. Ze blikt nog eens terug. “Ik was in maart 2017 met wat vrienden een weekje gaan trainen in de buurt van Denia toen we op een dag gingen losrijden en er een auto plotsklaps afsloeg, terwijl ik rechtdoor reed. Ik vloog over de motorkap, maar voelde me desondanks nog best ok. De ziekenwagen kwam wel, maar daarna wilde ik eigenlijk gewoon het liefst weer verder fietsen. Uiteindelijk ben ik wat op de Tacx gaan losfietsen zodat de pijn wat wegebde.”
Therapeuten
De miserie pas achteraf. “De maanden nadien voelde ik me enorm stijf en had ik behoorlijk veel pijn”, zegt Van den Born. “Tussen je huid en je ribben heb je een laag, maar dat zat door de klap allemaal aan elkaar vast. We hebben verschillende therapeuten en gezondheidsspecialisten bezocht, maar het duurde erg lang voor we wisten wat er precies aan de hand was met mij, waar de pijn vandaan kwam.”
De voorbije periode was het niet alleen fysiek zwaar, maar ook mentaal. “Het 1e jaar moest ik vooral revalideren en was het lichamelijk best wel pittig”, bekent Van den Born. “Ik had enorme pijnen in het dagelijkse leven, vooral tijdens mijn werk als bediende. En het 2e jaar wilde ik heel graag fietsen en zou dat wel gekund hebben, maar als de trainingen niet goed gaan, dan heeft het weinig zin om wedstrijden te rijden. Dat was vooral in het hoofd erg lastig. Maar als je blijft volhouden en jezelf goed omringt met de juiste mensen, dan komt dat wel in orde.”
Koersen met doel
Het leed is ook na 2,5 jaar nog niet weg, maar het gaat intussen al stukken beter met Van den Born, die zaterdag nog de Flanders Ladies Classic reed in de gietende regen. “In dat soort koude omstandigheden heb ik nog wel last van mijn rug”, bekent de Naaldwijkse. “Maar als ik me goed verzorg, dan gaat het eigenlijk nog niet zo slecht. In ene goeie dag kan ik alweer aardig m’n zegje doen in het peloton. Ik gok dat ik nu op 70% van mijn kunnen zit. Er is dus nog zeker werk aan de winkel, maar gelukkig schijnt er intussen ook licht aan het einde van de tunnel.”
Van den Born geeft zichzelf nog even de tijd om er weer helemaal te staan. “Ik heb in de Lotto Cycling Cup nog de manches MerXem Classic en Flanders Ladies Classic meegepikt, maar ik gebruik dit jaar sowieso om sterker te worden. Vanaf volgend jaar wil ik opnieuw met een doel koersen. De 1e helft van 2020 zal ik me vooral voorbereiden, want pas vanaf juli wil ik dan op mijn best zijn. Ik wil wel graag bij De Sprinters Malderen blijven, want ik heb het hier naar m’n zin en bij een UCI-ploeg kan je toch net altijd koersen….”