Wie in het Noorden van Italië van Tirano naar Bormio rijdt, komt op zijn rechterkant de verschrikkelijk steile Mortirolo tegen. Deze col is geregeld voer voor de klimmers in de Giro d’Italia, zoals in 2019 in de half geannuleerde koninginnenrit. Er zijn echter 3 zijden om te beklimmen, de 1 al wat zwaarder dan de ander.
De 3 beklimmingen vertrekken allen vanuit de Valtellina-vallei. Vanuit Edolo kan ook, maar dat is in principe de achterkant van de berg en eerder geschikt om je weg vervolgens voort te zetten. Hoewel, het Giro-peloton reed in de geschiedenis de Mortirolo 2 keer langs hier op. Vanuit de Valtellina-vallei kan je de Mortirolo omhoog vanuit Mazzo, Tovo of Grosio. “Mazzo is bij wielertoeristen de populairste omdat deze zijde het vaakst in de Giro d’Italia wordt opgenomen”, weet Daniele Schena, eigenaar van Hotel Funivia, het beste en veruit meest populaire fietshotel van Bormio.
Pantani
De beklimming vanuit Mazzo heeft een speciale betekenis in de geschiedenis van het wielrennen. In de Giro d’Italia van 1994 trok Marco Pantani hier fel van leer. Op 5 juni stond de 15e etappe van Merano naar Aprica op het menu. Pantani pakte er, daags na zijn 1e professionele overwinning, opnieuw de dagzege en zou 2e worden in het eindklassement, na Berzin. “Ik herinner die dag alsof het gisteren was”, lacht Schena. “Ik stond op de top te schreeuwen opdat hij het toch maar zou halen.”
Pantani kreeg intussen een mooi monument in bocht 11 van deze mythische beklimming, die intussen 11 keer in de Giro d’Italia werd opgenomen. Tot 1990 was deze klim onverhard, maar speciaal voor de Giro werd daar wat aan gedaan. Tussen km 3 en km 8 is het zwaarste stuk: gemiddeld 13%, inclusief een piekkilometer aan 15%. Na bocht 11 wordt het iets gematigder, maar voor de meeste stervelingen onder ons is het dan al do or die, wetende dat het nog vaak tegen de 10% zit. In bocht 6 stonden wij dit voorjaar trouwens tijdens de beklimming van de Giro-renners in de striemende regen.
De Gendt
De beklimming vanuit Tovo behoort dan weer tot een stukje Belgische wielergeschiedenis. Thomas De Gendt kwam als 1e boven op de Stelvio in de voorlaatste rit van de Giro d’Italia 2012, waarin hij op de slotdag alsnog het podium zou binnenhalen. Dat was de Giro die gewonnen werd door de Canadees Ryder Hesjedal. De Gendt zat op de Mortirolo in de groep der favorieten en reed in de steile slotkilometer weg, waarbij hij nog een duwtje kreeg van ploegmaat Matteo Carrara.
Tovo is bij wielertoeristen zeker de minst bekende van de beklimmingen, maar Daniele Schena weet wat deze col zo zwaar maakt. “Er zit anderhalve kilometer beton in – in plaats van asfalt – en dat maakt de hellingsgraad een stuk brutaler. Het is een uitdagende beklimming. Bovendien is het finale stuk naar de top echt berehard. Als je al zovele kilometers omhoog hebt gereden en de zwaarste passage komt dan op het laatst…. Afzien!”
De ‘makkelijkste’
Voor wie iets minder getraind is of voor wie iets minder voorliefde heeft voor puffen en hijgen, raden we de beklimming vanuit Grosio aan. Het is de minst steile kant en er zitten heel wat stukken tussen waar je op adem kunt komen. Vanuit het petieterige maar historisch mooie centrum van Grosio rijd je rechts de Via Mortirolo in en ga je gestaag omhoog. Dit is een zeer doenbare beklimming en je hebt er hier en daar een leuk uitzicht, wat op de Mortirolo toch eerder een zeldzaamheid is. Op een bepaald moment kom je in bocht 8 van de beklimming vanuit Mazzo.
“Persoonlijk doe ik deze zijde meestal als afdaling”, bekent Schena. “Afdalen aan 13 tot 15% is echt geen sinecure voor wie dat niet gewend is. Hier is de hellingsgraad een pak minder steil, waardoor je beter de controle kunt houden en ook wel eens kunt genieten van de prachtige omgeving.”
Het mooie aan de Mortirolo is dat de wegen erg smal zijn en er nauwelijks verkeer is. Wie erheen wil, kan logeren in een echt fietsbedevaart: Hotel Funivia, in het iets verderop gelegen Bormio. Een aanrader!