Echte pistiers, mannen die alleen leven van en voor het werk op de baan, die vindt je nog maar zelden. Gerald Nys – geen familie van Sven Nys – is zo iemand. De 25-jarige Oost-Vlaming kroonde zich in een ver verleden nog tot Belgisch kampioen in het speerwerpen, maar hij heeft nu ook een Belgische 3-kleur op piste. Nys won afgelopen week goud in de Sprint.
Kan je jezelf eens omschrijven als renner, Gerald?
Gerald Nys: “Mijn sterke punt is natuurlijk mijn sprint. Dit probeer ik dan ook wel uit te spelen tijdens wedstrijden. Tempo maken op kop van het peloton is minder aan mij besteed. Ik laat mezelf weleens verleiden tot een aanval, maar niet zo vaak. Aan mijn uithouding zou zeker nog gewerkt kunnen worden. Ik heb natuurlijk ook een achterstand omdat ik op latere leeftijd ben beginnen fietsen.”
Omschrijf je sprintfinale eens.
Gerald Nys: “Tijdens de kwalificatie kon ik de snelste tijd neerzetten, waardoor ik pas tijdens de halve finale aan de bak moest. Zo spaarde ik krachten ten opzichte van mijn tegenstanders. In de halve finale kon ik door mijn ervaring in de sprint de wedstrijd op een zuinige manier winnen. Ik maakte de sprint zo kort mogelijk en ving mijn tegenstander Brent De Geeter op bij het ingaan van de laatste ronde. Ik besloot om de sprint van op kop in te zetten zodat ik zelf de controle had. In de finale wilde ik weer gebruik maken van dezelfde tactiek. Dat liep echter mis in de 1e reeks, want Mathias Lefeber gebruikte de piste optimaal en daardoor kon hij bij het ingaan van de laatste ronde de kop overnemen. Ik kon op het ideale moment terug naar zijn wiel rijden en ging in de laatste 100m op en over hem. In de 2e reeks lukte het mij wel om de kop te behouden. Mathias probeerde dezelfde tactiek als in de 1e reeks maar nu wist ik hem wel op te vangen. Ik won de sprint van op kop met een fietslengte.”
Wat deed je beter dan je concurrenten?
Gerald Nys: “Ik gebruikte mijn surplus aan ervaring ten opzichte van mijn tegenstanders. In het verleden reed ik regelmatig buitenlandse sprinttoernooien, waar ik de kneepjes van het vak leerde. Ik had natuurlijk ook de snelste kwalificatie gereden, dus zou ik normaal ook sneller moeten zijn in de sprintduels.”
In de keirin werd het zilver. Zat er meer in?
Gerald Nys: “De keirin werd een 2-strijd. Tuur Dens behaalde de winst in de 1e reeks waarin ik 2e werd. Daarna won ik de 2e reeks en Tuur behaalde daar de 2e plek. We gingen dus met een gelijke stand de laatste reeks in. Hierbij lootte ik de 7e startplek. Ik slaagde er onvoldoende in om voor het inzetten van de spurt op te schuiven, waardoor ik mijn sprint vanuit 5e positie moest inzetten. Tuur was echter te ver weg en ik reed nog naar de 2e plek. Keirin blijft een combinatie van tactiek, snelheid en een beetje geluk. Ik voelde me zeer sterk tijdens de wedstrijd en was de snelste. Maar tactisch moest ik de duimen legen voor Tuur Dens.”
Ben je een echte pistier of doe je ook je ding op de weg?
Gerald Nys: “Ik ben 1 van de weinige renners in België die je een pure pistier zou kunnen noemen. Mijn kwaliteiten komen het beste tot hun recht op de piste, maar ik probeer ook wel wat wegwedstrijden mee te pikken in de zomer. Die rijd ik dan voornamelijk op een lager niveau bij de nevenbonden. De wedstrijden bij de elite zonder contract bleken vaak te lang voor mij. Dat is ook wel te wijten aan het gebrek aan trainingskilometers.”
Wat waren jouw beste prestaties in 2019?
Gerald Nys: “Mijn 3 medailles op de Belgische pistekampioenschappen waren natuurlijk mijn hoogtepunten van het seizoen. Ik behaalde naast het goud op de sprint en het zilver op de keirin ook nog een bronzen medaille op de kilometer. Ik ben ook tevreden met het niveau dat ik afgelopen winter behaalde in de omniumwedstrijden. Tijdens de zomer behaalde ik geen opmerkelijke prestaties op de weg, maar ik voelde dat het best wel goed ging ten opzichte van de voorbije jaren. Ik probeer me tijdens de zomer vooral te amuseren. Ik deed zo ook mee aan de Marmotte en reed ook een MTB-marathon.”
Je komt uit het speerwerpen. Vertel!
Gerald Nys: “Vanaf mijn 6e deed ik aan atletiek. Ik was vanaf het begin altijd sterk in de werpnummers maar bleef tot bij de scholieren (U18) steeds aan meerkamp doen. Ik behaalde 2 Belgische titels in het speerwerpen, bij de cadetten en bij de junioren. In totaal stond ik 12 keer op het podium bij de Belgische kampioenschappen: 5x speerwerpen, 6x kogelstoten, 1x meerkamp. Tijdens de Vlaamse kampioenschappen wist ik 3 keer te winnen in 3 verschillende disciplines. Ik werd Vlaams kampioen in het speerwerpen, hinkstapspringen en in de meerkamp. Je kon mij dus gerust wel een allrounder noemen.”
Vanwaar de switch?
Gerald Nys: “Ik ben in 2014 begonnen met wielrennen door deel te nemen aan het sprintproject van de Vlaamse Wielerbond. Ik had er net een ietwat ontgoochelend seizoen opzitten in het atletiek, waarbij ik altijd net naast de prijzen greep. Ik werd 4e tijdens de Vlaamse en Belgische kampioenschappen Alle Categorieën en 2e op het BK voor beloften. Ik geraakte door de selectieproeven van het sprintproject, waarbij vooral sporters uit andere sportdisciplines werden gescreend. Daarna kregen we een opleiding op de piste. We begonnen met 25 renners, maar er werd al snel een volgende schifting gemaakt. We bleven met minder dan 10 renners over. Er was een gebrek aan toekomstperspectief en begeleiding. Het sprintproject stierf al snel een stille dood. Ik bleef als enige over, maar ik kon gelukkig al snel rekenen op enkele selecties met de nationale ploeg voor buitenlandse wedstrijden. Zo kon ik deelnemen aan het EK baanwielrennen van 2016 in Parijs. Daar deed ik mee aan de teamsprint en de individuele sprint.”
Je bent zelfstandig kinesist. Hoe combineer je dat met het wielrennen?
Gerald Nys: “Ik heb mijn eigen kinepraktijk, waardoor ik zelf mijn agenda kan bepalen. Ik dien ook geen verre verplaatsingen te maken om te gaan werken, waardoor er nog wel tijd over schiet om te trainen. Meestal kan ik mijn trainingen afwerken in het begin van de namiddag, wanneer het rustiger is in de praktijk. Het heeft zo ook wel het voordeel dat ik overdag kan trainen.”