Op zijn 36e ziet Edwin De Wit uit Willebroek het einde met rasse schreden naderen. De veldrijder die als enige in een team zit, werkt ook nog meer dan 50 uur per week en dat begint zich stilaan te wreken op zijn leeftijd. Maar zolang het duurt, geniet hij van de sfeer en de roem om tussen de profs te rijden. Enfin, erachter.
De Wit rijdt elk jaar in september en oktober B-crossen tot hij voldoende punten heeft om startrecht te krijgen in de A-crossen, waar de profs de dienst uitmaken. Ook voor de winter 2019-2020 slaagde hij in zijn opzet. “Normaal zou ik nochtans stoppen eind februari 2019”, bekent hij. “Ik heb de hele zomer puur recreatief gefietst en dacht nooit meer terug te keren in het peloton.”
“Maar in augustus voelde ik me toch nog fit en kwam plots weer de goesting om er nog een winter bij te doen. Het gaat helaas wel wat moeizamer, vooral omdat ik minder voorbereid ben. Wat betekent minder core stability en minder crosstraining. Plus een jaartje extra en paar kilootjes te veel. Dat weegt tegenover die jonge veulens, letterlijk en figuurlijk. Maar tussen de profs kunnen rijden is eigenlijk de enige reden waarom ik deze winter er nog bij heb gedaan. De sfeer rond die wedstrijden vind ik magisch.”
Trainen in het donker
De Wit rijdt voor Reno Systems. “Ik kan al 4 jaar op deze sponsor rekenen, ook al ben ik de enige competitieve renner in dat team. Ik amuseer me en de sponsor komt af en toe enkele seconden in beeld op de tv-crossen. Daar kan geen enkele sponsor ontevreden over zijn, denk ik.”
Na 12 jaar crossen is dit echt De Wits laatste winter in het veld. “Ik heb 4 jaar bij de amateurs gereden en nu mijn 8e winter als elite zonder contract. Van het plezier krijg ik nog geen genoeg, maar van de vele opofferingen – alles wat je er voor moet doen én laten – wel. Ik ben logistiek account manager bij Douwe Egberts en gezien ik een nieuwe functie ben begonnen, is het weer een tandje bij. Vaak moet ik nog tussen 20 en 22 uur gaan trainen in het donker. Dan zijn het soms lange dagen. Niet evident om dan in het weekend ook fris aan de start van een cross te staan. Soms moet ik op zondagvoormiddag zelfs nog werken en kom ik pas 2 uurtjes voor de cross toe.”
Zwakke rug
Wat waren in al die jaren de mooiste momenten voor Edwin De Wit? “Op 1 komt sowieso mijn Belgische titel bij de amateurs in 2010. Het was geweldig om een gans jaar die tricoloretrui te mogen aantrekken. Daarnaast heb ik bij de elite zonder contract een aantal keer kunnen meedoen voor een podiumplaats. Ik heb wel nooit gewonnen, maar dat zijn toch ook erg mooie herinneringen. Bij de profs ben ik ooit 15e geweest op de Schorre in Boom en in de Druivencross van Overijse heb ik een paar keer top 20 gereden. Die momenten koester ik het meest.”
Zijn mooiste winter was die van vorig jaar, 2018-2019. “Absoluut”, knikt De Wit. “Ik heb in alle B-crossen waar ik aan de start stond voor de top 5 gereden en in A-crossen altijd voor plaats 20 tot 25. Daarbij had ik altijd een goed gevoel, met weinig fysieke ongemakken. Mijn rug is mijn zwakke plek, maar als die niet te veel pijn doet, dan is mijn seizoen ook meestal goed. In de tijd van Nys reed ik soms 8 crossen op een seizoen uit, maar nu met Van der Poel bijna geen enkele meer. Die rijd minuten rapper, waardoor ik zelf bijna altijd vroegtijdig moet afstappen. Maar dat neem ik er graag bij.”