Eind september 2017 reed Anne de Ruiter (20) in het Noorse Bergen nog het WK weg en tijdrijden voor Nederland. Maar haar overstap naar de elite – nochtans een mooie transfer naar Parkhotel Valkenburg – leidde tot het einde. “Ik kreeg het niet voor elkaar om te vertellen over mijn eetstoornis”, bekent de Polsbroekse.
Je reed bij de junioren best wat mooie resultaten bij elkaar, maar in je eerste seizoen bij de elite ging het mis. Wat liep er fout?
Anne de Ruiter: “Het begon eigenlijk al in mijn juniorentijd dat ik wat af wilde vallen omdat ik totaal niet afgetraind was en wel het gevoel had dat dat moest. Eigenlijk werkte dat averechts. Ik kwam net aan omdat ik mezelf dingen ging ontzeggen. Ik denk dat het daar al een beetje begonnen is met een gek eetpatroon. Na het wereldkampioenschap op de weg in Noorwegen dacht ik de knop te kunnen omdraaien omdat ik die winter de overstap zou maken naar de elite. Ik verloor in die periode veel gewicht en daar is de eetstoornis echt begonnen. Ik ging maniakaal met voeding tekeer en dat zorgde ervoor dat ik op den duur geen weg terug meer zag.”
Je reed op dat moment voor Parkhotel Valkenburg. Kreeg je te weinig begeleiding?
Anne de Ruiter: “Integendeel. Bij Parkhotel Valkenburg hebben ze de situatie heel snel opgemerkt. Ze hebben mijn ouders ingelicht en mij van alle kanten hulp geboden. Dat is natuurlijk supergoed en erg fijn om te beseffen. Alleen is het zo dat je bij een eetstoornis iedereen voor de gek gaat houden om toch maar geen grammetjes aan te kunnen komen. Dat was bij mij ook het geval. Een eetstoornis krijgt het alleen altijd voor elkaar om iedereen voor de gek te houden om maar niet aan te hoeven komen. Naar de buitenwereld leek het na een poosje allemaal beter te gaan met mij, maar eigenlijk ging het alleen maar meer de verkeerde kant op.”
In welke zin?
Anne de Ruiter: “Na een tijdje volstond het niet om nog nauwelijks te eten, ik ging na het eten ook meteen braken. De hele dag was ik ermee bezig: eten, niet eten, braken of op andere manieren compenseren om nog meer kilo’s te verliezen. Geen manier was te gek om dat af te vallen. ‘s Ochtends na het ontbijt ging ik braken en ‘s avonds liep ik ook met een smoes weg van tafel. Of ik ging overmatig bewegen. Het vervelende gevolg daarvan was dat ik nauwelijks aan een deftige training kwam. Dan kan je je wel inbeelden dat het er in wedstrijden benard aan toeging met die Anne de Ruiter. Ik voelde me op dat moment echt ongelukkig, maar iets in mijn hoofd kreeg het niet voor elkaar om dat aan iemand te vertellen.”
Welk proces heb je het voorbije anderhalf jaar doorlopen?
Anne de Ruiter: “Uiteindelijk was eind 2018 het moment dat ik dacht: Anne, nu moet je het gaan vertellen, want op deze manier leven is gewoon vreselijk. Ik heb het toen thuis verteld en gelijk hebben we hulp ingeschakeld. Ik kwam in het ziekenhuis in Leiden terecht, waarbij ik in behandeling was met directe steun van mijn ouders. Zonder hen had het me niet gelukt om terug de goeie richting in te slaan. Ik was lange tijd nooit alleen thuis, zodat er permanent toezicht en controle was op mij. Ik moest aankomen en stoppen met braken en compenseren. Dat lukte eigenlijk allemaal best snel en goed.”
Hoe ziet jouw leven er vandaag uit?
Anne de Ruiter: “Natuurlijk is er een hoop strijd geleverd en zoveel aan vooraf gegaan. Ik kan er wel een boek over schrijven. Maar op dit moment ben ik weer gelukkig en superblij met hoe het nu gaat. Ik studeer Verpleegkunde, werk in de horeca, doe leuke dingen met vriendinnen en ga sporten als ik daar zin in heb. Voor mij is wielrennen nog steeds de leukste sport die er is, wie weet ga ik ooit weer m’n best doen om een goed wedstrijdniveau te halen. Op dit moment ben ik daar niet mee bezig, maar ik sluit het zeker niet uit voor de toekomst. Sommige meiden van PHV appen me nog wel eens en de begeleiding vraagt ook wel eens hoe het met me gaat, superfijn en lief. Ik ga dit jaar ook zeker eens kijken naar wedstrijden en de meiden die ik goed ken naar de finish schreeuwen. Ook zal ik dit jaar een aantal keer meegaan met de meiden van APB development team, daar heb ik veel zin in. Zo blijf ik toch nog een beetje verbonden met het wielrennen.”