Anko Goossens heeft voor niet de stop naar de elite gezet. De Brusselse belofte maakte zijn laatste jaar bij de U23 van Gaverzicht – Be Okay zelfs niet af. Het was een seizoen waarin de motivatie helemaal zoek was na een niet-selectie voor Brussel-Opwijk, een koers die aan zijn deur startte en waar Goossens zijn aandacht op had gezet.
Anko Goossens: “Rond mijn 14 jaar kreeg ik een aandoening aan mijn rechtervoet, de ziekte van Freiberg. Ik kon niet meer voetballen, omdat ik mijn voet niet meer kon plooien. De enige sport die ik kon uitoefenen, was fietsen, gezien die voetbeweging voor mij wel nog mogelijk was. Ik was als kind altijd al gepassioneerd door de koers, en niet veel later wilde ik dan zelf ook competitie rijden. Mijn vader had zelf bij de nieuwelingen en junioren gekoerst en die oude koersfiets heb ik tijdens mijn kindertijd in de garage zien staan. Onrechtstreeks zal me dat waarschijnlijk wel beïnvloed hebben.”
“Ik was als jong gastje en eigenlijk nog altijd fan van Vincenzo Nibali en Philippe Gilbert, allebei voor hun eigen mooie manier van koersen en voor hun winnaarsmentaliteit. Zelf was klimmen mijn favoriete ‘onderdeel’, al moet ik eerlijkheidshalve toegeven dat ik achteraf bekeken precies toch wat tekort kwam om met de besten mee naar boven te gaan als het echt puur op klimmen aankwam. Vooral de laatste jaren hinkte ik op dat vlak wat achterop, maar dat kan ook door een gebrek aan goeie vorm gelegen hebben. Als het parcours zwaar was en het ging goed op en af, dan was ik op mijn best en dat zag je ook aan de resultaten. Vooral bij de junioren behaalde ik wel enkele zeer mooie ereplaatsen en ook een overwinning in de Kluisbergse deelgemeente Zulzeke, en daar ging het toch ook wel wat bergop.”
Wijsheidstanden
Anko Goossens: “Vanaf de beloftencategorie heb ik veel pech gekend. Zo heb ik een operatie ondergaan aan beide knieën, heb ik mijn sleutelbeen gebroken en ben ik lange tijd zwaar ziek geweest door een ontsteking onder mijn wijsheidstanden. Dat laatste euvel heeft mij misschien wel het meeste last bezorgd. Ik was volledig verzwakt en soms vraag ik me af of ik daarvan wel volledig hersteld ben. Nadien ben ik nooit meer op mijn oude niveau van weleer gekomen. Buiten de lastige combinatie met school ben ik wel altijd zeer gemotiveerd geweest, ik kon heel diep gaan en dat lag volgens mij aan mijn mentale kracht, mijn inzet en mijn doorzettingsvermogen.”
“Maar aan het begin van wat uiteindelijk mijn laatste seizoen bleek te worden, heb ik het mentaal heel moeilijk gehad met de niet-selectie voor de U23koers Brussel-Opwijk. Als echte Brusselaar droomde ik van die koers. Ik had er al de hele winter, 2018-2019, naar uitgekeken. Die wedstrijd vertrekt op nog geen kilometer van waar ik heel lang heb gewoond en op dat moment ook woonde, aan het Koning Boudewijnstadion. Het leek erop dat de ik in de selectie zou zitten en ik was er ook volledig klaar voor. Ik kende het parcours uit men hoofd, logisch ook want het passeert langs al mijn trainingswegen. Ik was laatste jaars belofte en mijn ploeg stond hier de 3 voorgaande jaren niet aan de start, het was dus mijn enige kans om deze wedstrijd ooit gereden te hebben.”
Leeggezogen
Anko Goossens: “5 dagen voor de wedstrijd kreeg ik het bericht dat ik niet was geselecteerd voor Brussel-Opwijk. Zelfs als ik er nu nog aan terugdenk, staan de tranen in mijn ogen. Ik dacht dat niets me mentaal kon raken op wielergebied, maar ik moet bekennen dat ik compleet gebroken was. De maanden erna heb ik nog vaak zonder goesting rondgereden. Ik probeerde me op te trekken aan kleine dingen, maar eigenlijk voelde ik dat het niet meer ging. Ik voelde me helemaal leeggezogen. Zelfs in die mate dat ik het seizoen niet eens meer heb afgemaakt. De zin om op de fiets te zitten was volledig weg. Het lijkt bizar dat dit door 1 koers komt, maar het is wel de waarheid. Als ik Brussel-Opwijk had kunnen rijden, was ik misschien nu nog coureur.”
“De aandoening aan mijn voet speelde helemaal niet mee in mijn beslissing om te stoppen met koersen. Ik studeer bio-ingenieurswetenschappen en tijdens de examens trainde ik veel te weinig, en die achterstand kreeg ik nooit goedgemaakt. Het vervolledigen van mijn studies en het blijven koersen zou sowieso geen makkelijke opdracht geworden zijn. Maar na zo’n seizoen 2019 is het voor mij genoeg geweest. Na zo’n mes in mijn rug gekregen te hebben, wil ik zelfs niet actief blijven in de wielerwereld. Ik fiets nog af en toe voor mijn plezier, maar dat is maar 1 keer per week. Ik ben zeer blij dat ik deze sport met volle overgave beoefend heb, het heeft me veel bijgebracht en ik heb er ook veel voor teruggekregen.”