Tim Smeenge uit Den Haag is niet alleen zelf een beloftevolle mountainbiker, hij heeft zich tijdens zijn studies ook gebogen over een nuttig onderzoek voor zijn MTB-kameraden. De 25-jarige student ‘Mens en Techniek’ onderzocht de houding op de fiets die je het meeste voordeel oplevert.
Hoe ziet jouw fietsleven eruit?
Tim Smeenge: “Ik rijd mijn wedstrijden op de mountainbike voor het KMC-team. We koersen door heel Europa en soms ook in Zuid-Afrika. Zo staan er voor mij, normaal gesproken, evenementen als de BeMC, Transalp en Cape Pioneer Trek op het programma. Dit jaar is het echter anders door het COVID-19 virus. Vorig jaar heb ik mooie resultaten laten zien in deze klassementswedstrijden: 5e in de BeMC, 5e in de Transalp (samen met Roel Verhoeven) en 2e in de Cape Pioneer 2e (samen met Gerben Mos). De voorbereiding op dit seizoen verliep erg goed en ik had graag mijn progressie getoond.”
“In Nederland mogen nu tot 1 september geen evenementen meer plaatsvinden, of het daarna wel weer kan en mag is nog zeer onzeker. Wedstijden zitten er op dit moment dus nog niet in. Maar goed, ook zonder wedstrijden kun je werken aan de ontwikkeling van je fietscapaciteiten, zeker voor een jonge renner zoals ik. Persoonlijk heb ik meer dan genoeg motivatie om mezelf te verbeteren en kijk ik positief naar de toekomst.”
Wat kan je vertellen over de keuze voor het onderwerp en het doel van je afstudeerscriptie?
Tim Smeenge: “Het was voor mij een mooie kans om studie en fietsen te combineren. Tijdens wedstrijden zie je naast de standaardhouding, met de handen op de handvatten, ook andere houdingen voorbijkomen (figuur 1). Zo zie je mountainbikers die de handen midden op het stuur plaatsen of op de kroon van de voorvork. Daarom vroeg ik me af hoeveel voordelen die houdingen bieden. Het onderzoek was erop gericht om het effect van de lichaamshouding tijdens het mountainbiken op de luchtweerstand te bepalen.
Wat wilde je aantonen?
Tim Smeenge: “Ik heb eerst in de literatuur gezocht naar wat er al bekend was. Op het gebied van wielrennen zijn er al er redelijk wat studies gedaan en bleek dat een aanpassing van de lichaamshouding grote impact heeft op de luchtweerstand en dus ook op de snelheid. Over het effect van de lichaamspositie op de luchtweerstand tijdens het mountainbiken is in de literatuur weinig bekend. Er zijn wel meerdere studies die aandacht besteden aan de rolweerstand. Die neemt toe tijdens het mountainbiken ten opzichte van wielrennen door de ondergrond en de mechanische eigenschappen van de banden.”
“Het aandeel rolweerstand zal dus hoger zijn dan tijdens fietsen op de weg, waardoor de snelheid dan weer lager ligt. De lagere snelheid en hogere rolweerstand zorgen ervoor dat de invloed van de luchtweerstand kleiner wordt. Echter is het frontaal oppervlak van een mountainbiker groter dan van een wielrenner, waardoor ook bij lagere snelheden een aerodynamische houding positieve gevolgen kan hebben.”
Hoe ben je aan de slag gegaan?
Tim Smeenge: “Om dit te onderzoeken heb ik bij 8 mountainbikers metingen uitgevoerd. De personen moesten in alle houdingen een meetstrook afleggen op verschillende vermogens (200 tot met 400w in stappen van 50w). Met de verkregen snelheid en vermogensdata kon er vervolgens berekend worden wat het effect op de waarde van het effectief frontaal oppervlak (CdA) is. Dat blijkt significant lager voor de midden en kroon in vergelijking met de normale houding. Wat houdt dit nou in praktijk in? In figuur 1 is een voorbeeld gegeven van de snelheden die zijn te behalen bij verschillende rolwrijvingen.”
“Uit ander onderzoek blijkt dat de rolweerstand van gravel 0.006 is en voor los zand 0.030. Op hoge snelheden zouden mountainbikers extra aandacht moeten hebben voor de lichaamshouding, al zijn er bij lagere snelheden ook verschillen te merken. Op los zand is er een snelheidsverschil van 1,8 km/h tussen de meest en minst aerodynamische houding. Hierbij moeten de omstandigheden natuurlijk wel geschrikt zijn om een bepaalde houding aan te nemen. Deze resultaten tonen aan dat de houdingen midden en kroon een verlaging van CdA-waarde geven. De houding kroon verlaagd ook de luchtweerstand ten opzichte van de middenhouding.”
Wat waren de bevindingen van je professoren en wat doe je met de resultaten?
Tim Smeenge: “De docenten vonden dat ik veel diepgang in mijn onderzoek had gebracht en het op een duidelijke manier wist te presenteren. Mijn afstudeerscriptie werd beoordeeld met een 8 op 10. Het artikel dat ik heb geschreven wordt opgenomen in de HBO-kennisbank, waar andere personen dit kunnen terugvinden. En ik heb natuurlijk ook zelf kennis opgedaan over de houdingen die ik kan gebruiken tijdens mijn wedstrijden.”
Welk soort werk zoek je nu?
Tim Smeenge: “Ik ben nog jong en wil op sportief gebied nog graag laten zien wat ik in me heb. Ik ga daarom op zoek naar een halve baan die ik kan combineren met het fietsen. Als Bewegingstechnoloog ben ik zeer breed opgeleid. Het werkveld sport interesseert mij natuurlijk wel. Vorig jaar heb ik stage gelopen bij SMA Midden Nederland, waar ik me heb beziggehouden met bikefittingen. Dat vond ik zelf zeer interessant en is ook mogelijk de richting die ik op wil gaan. Ik ben nog niet actief op zoek geweest naar werk, dat is iets voor de komende periode.”