Onder het motto ‘het moet niet altijd tenen uitkuisen zijn’: de Diamantroute. Die ligt ten oosten van Lier, in de gaffel, gevormd door de Kleine en de Grote Nete. Het is dan ook genieten van de kronkelende jaagpaden. Centraal ligt de fusiegemeente Nijlen, het Kempens centrum van de diamantbewerking. De valleitjes van de beide Neten, loof- en naaldbossen en heerlijke agrarische landschappen bekoren door hun natuurlijke eenvoud. Kastelen schitteren tussen het groen.
De route start aan de Spoorweglei (nummer 42) in Nijlen, waar je in het Kempens Diamantcentrum het verleden van den diamant op interactieve manier kunt ontdekken. Je vindt er authentieke gebruiksvoorwerpen zoals slijptangen en doppen. Diamantbewerkers vertellen er hun verhaal in beeld en klank. Naast het Diamantcentrum kijk je binnen in slijperij Lieckens, de laatste volledig uitgeruste vooroorlogse slijperij uit de streek.
Maar genoeg streekgeschiedenis. Aan de Spoorweglei steek je meteen het spoor over en vervolgens kronkelt het een paar km door bos en veld. Je steekt een eerste keer de Kleine Nete over aan het Hof van Rameyen in Bevel – opgelet voor de scherpe boordsteen aan het brugje! – en fietst zo door de pittoreske én beschermde dorpskern van het gehuchtje Gestel. Via taverne De Boekt in Berlaar rijd je langs de Kleine Nete tot in Lier, waar je verschillende stukken van Kleine en Grote Nete volgt. Soms is het wat draaien en keren, zeker aan de passage langs het nieuwe stadhuis, maar vervolgens zijn er weer lange stukken langs het water waar het zalig genieten is van de vergezichten over de lager gelegen velden.
Laakbeek
Zelfs voor wie in de omgeving woont en het gros van deze fietspaden kent, heeft de route af en toe nog wel een verrassend bosweggetje in petto, al dan niet verhard. Er zitten wel wat stroken in die niet verhard zijn, maar het is altijd heel goed berijdbaar, zelfs met de racefiets. Net voor Bouwel, wanneer je het jaagpad de Kleine Nete – het heet hier Laakbeek, maar vrijwel niemand weet dat – verlaten hebt, is er een stukje van een paar honderd meter waar je je echt crosser voelt. Even door het mulle zand en het laatste stuk richting Nijlen loert alweer om de hoek.
Dit is een relatief korte route voor racefietsers, maar iedereen van ons rijdt wel eens graag los in een ander decor. Deze route is bewegwijzerd met 6-hoekige bordjes in wit en rood met de naam ‘Diamantroute’. Meestal zijn ze goed – wel relatief laattijdig – aangeduid en vind je zonder vergissingen de weg.