Arthur Senrame, door 1 onzer collega’s ooit mooi ‘De Witte Parel van Melle’ genoemd, kletste bijna een jaar geleden regelrecht tegen het asfalt in de afdaling van de Col de la Croix-de-Fer, tijdens een trainingsmoment in de Franse Alpen. Een jaar later blikt de pistier van het KDM-Pack Cycling Team, in 2018 nog Europees juniorenkampioen in de Scratch, terug op een bewogen periode in zijn beloftejaren.
Wat weet je nog van je val vorig jaar en hoe is die herstelperiode verlopen?
Arthur Senrame: “Ik ben bij mijn val nooit buiten bewustzijn geweest, heb het moment dus vol beleefd en vaak in een nare droom teruggezien. Een net afgebroken rotsblok die versplinterd lag over de weg was de aanleiding voor 2 onvermijdelijke klapbanden. Ik raakte van de weg en in de goot tegen de boordsteen ging ik vervolgens meerdere malen over kop. De fietshelm heeft me ongetwijfeld het leven gered. Bij de 3e impact was mijn helm ondertussen geheel vernield en aan die laatste impact hield ik een aanzienlijke hoofdwonde op het achterhoofd over.”
“Daar ben ik nadien in spoed aan geopereerd. Door de impact op mijn borst was tevens de hartspier geraakt en was dit aanleiding om de 1e dagen in een bijzondere afdeling voor hartpatiënten door te brengen. Gezien mijn sportieve aard en jonge leeftijd ging het met de bloedwaarden snel beter. Dat zorgde toch voor wat geruststelling. Nadien kreeg ik een bijzonder harnas om de wervels te immobiliseren. 4 maanden heb ik dat spul gedragen. Het herstel van de overige open wonden ging vrij vlot en de littekens blijven een niet zo fraai aandenken.”
Was het fysiek of mentaal zwaarder?
Arthur Senrame: “De 1e weken was het mentaal zwaar om dragen. Je leeft in de onzekerheid welke weg het met het rugletsel zal opgaan en de dagelijkse wondverzorging was geen pretje. Plots 7 op 7 in bed liggen en alles ondergaan, enkel naar het mooi weer buiten kunnen kijken in plaats van op de fiets te genieten. Dat viel best zwaar. De realistische kijk van de artsen in België gaven niet bepaald een mentale boost. De schade aan de wervels was aanzienlijk en het risico op gevolgschade bij manipulatie reëel. Als de wervels zich zouden verplaatsen zou er alsnog risico op verlamming kunnen optreden. Na een 8-tal weken kregen we positiever nieuws en na 3 maand was het gevaar voor verdere schade geweken. Er kon worden gestart met revalidatie. Wandelen, zwemmen en kiné werd de nieuwe work-out. Vanaf dan was het telkens genieten van de kleine geboekte vooruitgang.
Dacht je nooit ‘wat als’?
Arthur Senrame: “Ik had er snel vrede mee genomen dat ik geen mogelijkheid had om het ongeval te voorkomen, dat het nu eenmaal was gebeurd en dat het een jammerlijk incident was. Ik had me voorgenomen dat het zinloos was om te blijven hangen bij deze tegenslag en dat ik beter kon vooruit kijken.”
Van wie heb je het meeste steun gehad en op welke manier?
Arthur Senrame: “Bij zo een tegenslag val je automatisch terug op je familie, zij zijn de hoeksteen waarop je kan steunen. Voor mijn ouders was het een even onzekere periode, maar ze wisten mijn boosheid omwille van de fysieke beperkingen in het begin om te buigen in een weerbare blik vooruit. Je haalt voldoening uit de vele berichtjes en bezoekjes van vrienden en kennissen, ook al zijn die van korte duur wanneer de dagen langer aanvoelen. Ook de regelmatige berichten die ik kreeg van de begeleiders van het baanwielrennen bij de federatie waren een hart onder de riem. Ze hebben nooit nagelaten om me op de hoogte te houden van hun werking en me telkens uit te nodigen voor hun activiteiten.”
En je team Indulek-Doltcini-Derito?
Arthur Senrame: “Zij waren de grote afwezige van de afgelopen maanden. Ze werden vrij snel op de hoogte gebracht van het voorval, maar ik heb jammer genoeg geen enkel bezoek of bericht van hen ontvangen. Noch van staf, noch van renners. Ik heb daar ook geen verklaring voor.”
Ben je opnieuw volledig op niveau? Of heeft dat nog tijd nodig?
Arthur Senrame: “De medische entourage heeft me vaak op het hart gedrukt dat mijn lichaam er ruim een jaar over zou doen om fysiek en conditioneel terug te komen tot het niveau waar het abrupt werd onderbroken. Even te snel gaan in de revalidatie werd afgestraft door mijn lichaam, dus was geleidelijk aan opbouwen niet echt een keuze. Ik voel me nu conditioneel prima maar nog niet op het niveau van voorheen. Er resten nog genoeg punten af te vinken in de revalidatie. Ik heb vertrouwen in de vooruitgang en ben gemotiveerd om verder te gaan dan het niveau van voor de crash. De revalidatie van de afgelopen maanden zijn nu een enorme motivatie voor de trainingen.”
Heb je ooit getwijfeld dat je een comeback zou maken als renner?
Arthur Senrame: “Half augustus was ik helemaal niks meer, niet meer de jongen die graag buiten was, niet meer de jongen die graag fietste, niet meer de jongen die hield van een sportieve uitdaging. Ik was sportman af. Lopen, fietsen zou mogelijk nooit meer lukken. Maar de drang om het opnieuw te kunnen was nooit weg. Het verlangen om opnieuw renner te zijn werd de motivatie. Fietsen was mijn doorgedreven hobby, de rode draad in regelmaat, de aangename afwisseling bij het studeren. Geen coureur meer zijn was dus voor zover ik de keuze had niet aan de orde. Ik verlang nu naar competitie om te zien hoe ik hier mentaal en fysiek op zal reageren.”
Ga je het komende jaar vooral op de weg of op de piste focussen?
Arthur Senrame: “De focus en mijn voorliefde ligt bij de piste. De weg was voor mij steeds een noodzakelijke tool om goed voor de dag te komen op de piste. De weg en de piste vullen elkaar aan en in geen van beide heb ik mijn kwaliteiten al ten volle ontdekt. Op het houten ovaal komen mijn kwaliteiten als renner naar mijn gevoel het best naar boven, maar de toekomst mag me positief verrassen mocht het anders lopen.”
Waar zie jij je toekomst als renner/pistier?
Arthur Senrame: “Het gemis om sportief bezig te zijn, met de fiets buiten op de weg, was immens. De piste heb ik het meest gemist en de drang om naar het wielercentrum te gaan was te groot om te kunnen wachten tot ik klaar was om terug de fiets op te stappen. Dus werd ik tijdelijk toeschouwer om aan de zijlijn iets op te steken van de meetings die daar werden georganiseerd. Zoals het nu vordert, hoop ik eind juni weer aan te sluiten bij de trainingen van de nationale pistekern van U23-renners. En dan is het vooruitkijken naar het hervatten van het competitieve segment. Mijn einddoel is meespelen op internationaal niveau.”