Vorig jaar besloot Jordi Meeus om nog een 4e jaar bij de beloften af te werken, hoewel hij de stap al had kunnen zetten naar de profs. Dat zou hij zich met de coronapandemie en het wegvallen van een gans voorjaar kunnen beklagen, maar de 22-jarige Lommelaar kijkt alleen maar vooruit. “Ik focus me op het sportieve, de rest regelt mijn management wel.”
Meeus heeft dit jaar wel al wat kunnen koersen. Meeus werd eind februari 4e in de Ster van Zwolle en begin maart 17e in de GP Samyn – samen met zijn ploegmaat David Dekker en de Luxemburger Colin Heiderscheid als enige belofte in de top 20. Zijn moment de gloire moest dan nog komen, met onder meer de Ronde van Vlaanderen voor beloften die hij in 21019 niet had mogen rijden, maar toen sloeg het coronavirus toe. “Toen we hoorden dat de koersen voor een lange tijd geannuleerd zouden worden, heb ik eerst een korte rustperiode ingebouwd”, zegt de Limburgse belofte. “Daarna heb ik rustig hervat. Veel duurtrainingen afgewisseld met wat e-races om toch een beetje de koershardheid te simuleren.”
Tsjechië en Noorwegen
Het anders ander kunnen zijn, als neoprof. “Ik heb inderdaad bewust gekozen om nog een 4e jaar als belofte af te werken”, vervolgt Meeus. “Ik wilde echt meedoen om te winnen in de belangrijkste beloftenwedstrijden. Het gegeven dat ik finales kon rijden in die wedstrijden, afgewisseld met 1.1-koersen leek me een goede combinatie om mezelf verder te ontwikkelen en geen stappen over te slaan. Er waren inderdaad wel een paar aanbiedingen van profteams, maar het leek mij en mijn management SEG Cycling beter om nog een jaar U23 te blijven om mezelf nog verder te ontwikkelen.”
Meeus kijkt niet naar de koersen die hij in het voorjaar niet heeft kunnen betwisten, wel naar welke opportuniteiten hij de komende maanden nog zal krijgen. “Er staan nog een aantal 1.1-wedstrijden op het programma, onder meer in Tsjechië – Czech Tour – en Noorwegen – Uno-X Dev. Weekend. Er zijn dus kansen genoeg om mezelf te bewijzen en te laten zien dat ik klaar ben voor de volgende stap in mijn carrière. De ploeg weet dat dit een heel belangrijk jaar is voor mij en geeft me voldoende vrijheid in de koersen zodat ik mezelf kan laten zien.”
Beste beslissing
Is de tijd nu niet te kort en de situatie erg vervelend om net nu die stap te moeten zetten, een profteam te overtuigen van je kwaliteiten? “Mijn management is bezig met de situatie”, blijft Meeus er rustig onder. “Ik heb vertrouwen in hen en wat ik hoor is dat alles de goede kant uitgaat. Vooralsnog ben ik zelf hoofdzakelijk bezig met het sportieve en probeer ik in topvorm de competitie te hervatten.”
Vorig jaar al liet Meeus uitschijnen klaar te zijn voor de WorldTour. Is een WorldTeam voor 2021 een must, of kan een procontinentale ploeg als bijvoorbeeld Sport Vlaanderen-Baloise een goede tussenstap zijn. “Eerst naar een proconti-ploeg gaan kan een goede stap zijn”, blijft Meeus wat op de vlakte. “Iedere renner is echter anders en voor sommigen kan deze stap overbodig zijn. Zoals ik al zei hebben ze bij SEG Cycling veel ervaring in het begeleiden van jonge renners die de stap maken. Dus ik ben er van overtuigd dat we samen de beste beslissing zullen nemen.”