De Belgische Eifel behoort tot de minst bekende streken van België. In de regio rond Sankt Vith is Duits de voertaal en verder liggen er vooral prachtige, uitgestrekte bossen. Het Toeristisch Agentschap ‘Ostbelgien’ tekende er de idyllische Ourtalroute uit. Over golvende wegen rijd je vanuit Büllingen tot in Luxemburg, waar je de bocht maakt en terug naar start rijdt.
Vooral het 1e deel van deze fietsroute is adembenemend mooi. Hoewel bekende fietshotspots als Malmedy en Vielsalm in vogelvlucht niet ver van de Eifel zijn gelegen, is deze regio voor Belgische wielertoeristen onontgonnen gebied. Er liggen geen bekende hellingen, er passeert zelden een grote wielerwedstrijd en de regio kent ook geen roemrijke ambassadeurs die het volk naar het zuidoosten van ons land lokken.
En toch is deze route van ruim 100 km en met meer dan 1.000 hoogtemeters – wij kwamen uit op 1.796 meter, veel meer dan werd aangekondigd – een absolute aanrader. Tussen het vele groen en langs de meanders van de Our voel je je al lang niet meer in België, wel in pakweg de Oostenrijkse natuur.
Bordjes en GPX
De route is afgezet met bordjes, maar zoals dat wel vaker het geval is, kan je daar moeilijk blind op vertrouwen. Af en toe ontbreekt er een bordje of is het onduidelijk welke richting er precies wordt bedoeld. Bovendien passeren we ook een keertje aan wegenwerken en wijkt de online GPX-route geregeld af van de route die de bordjes ons aanwijst. Best hanteer je dus ook deze route, die je ook onderaan deze pagina terugvindt. Zo ontsnap je aan onaangename verrassingen.
Vanaf de start in Büllingen gaat het gestaag bergop tot je een hoogte van 654 meter bereikt. Na een korte passage door het dorpje zal je al snel op rustige wegen belanden en kan je je ogen de kost geven. Na een strook bergop in Manderfeld gaat het kilometerslang bergaf en kan je genieten van de Hoge Venen. Binnen enkele maanden wordt hier zowaar aan wintersport gedaan, al is daar weinig van te merken. Met plaatsnamen als Schönberg, Atzerath en Schlierbach is het duidelijk welke taal hier dominant is.
Kuitenbijters aan Duitse grens
Ter hoogte van Steinebrück – met bijhorende helling van 2 km aan 5% – rijd je even tegen de Duitse grens en daar ligt ook een 2e kuitenbijter met de Maspelt-Nord – 2 km aan 6%. De echt hoge stijgingspercentages ontbreken, maar de optelsom van klimmetjes zal naargelang de rit langer duurt wel voelbaar worden. Aan het Drielandenpunt in Ouren rijd je over enkele mooie brugjes het Groothertogdom Luxumberg in.
Dat gaat gepaard met de stevige beklimming van Trois Points – 1,9 km aan 7%. In totaal blijf je zo’n 20 km door Luxemburg bollen. Eventjes voorbij Lieler moesten ook wij op zoek naar een manier op de grote weg over te steken. De GPX lijkt hier eventjes te blokkeren. Door wat langer rechts aan te houden, komen we gelukkig toch weer op de route uit. De meren van Weiswampach zijn vervolgens een mooie plaats om eventjes verpozing op te zoeken.
Overbodig grindpad
Bij het uitrijden van Luxemburg gaat het tijdelijk over wat drukkere wegen, gevolgd door een grindpad van zo’n km lang ter hoogte van Aldringen. Wat ons betreft had dit niet gehoeven, want het haalt het tempo uit de rit en bovendien verhoogt de kans op materiaalpech. Gelukkig duurt dit niet al te lang. Via Crombach gaat het naar Sankt Vith, het grootste stadje op de route. Je kan hier gemakkelijk een laatste verzetje consumeren en de laatste beklimming richting Büllingen – 3 km aan gemiddeld 4% – aanvatten.
We hadden ons bij deze route niet verwacht aan een dergelijk genot. De Eifel combineert de golvende wegen van de Ardennen met de natuurlijke rust van pakweg Noord-Limburg. Tussen de meren en wouden komen we zowaar ver boven de 1.000 hoogtemeters uit, al hebben we nooit het gevoel gehad om echt lang aan het klimmen te zijn geweest. De vergezichten zijn ontelbaar, terwijl het aantal auto’s dat we in de 1e 2 uren tegenkomen op 2 handen te tellen zijn. Inkorten is bovendien perfect mogelijk op deze route. Kortom: een must voor de fietsliefhebber.