Zaterdag staat de allerlaatste bergrit in de Giro d’Italia op het programma. Het wordt spannend als nooit tevoren. Zelden gezien, deze ontknoping na de rit over de Stelvio en aankomst op Cancano. Helaas gaat de echte koninginnenrit van zaterdag niet door. Maar niet getreurd, spannend wordt het ongetwijfeld tot in Milaan.
Verschillende renners in deze Giro hebben de slotweek van deze drie weken durende Ronde van Italië al moordend genoemd en wellicht denkt het hele peloton daar zo over. Met op woensdag de etappe naar Madonna del Campiglio (12,5 km aan gem. 5,7%) – inclusief beklimmingen van Forcella Valbona (21,9 km aan gem. 6,6%), Monte Bondone (20,2 km aan gem. 6,8%) en Passo Durone (10,4 km aan gem. 6%). Met op donderdag de etappe naar Lago di Cancano (8,7 km à 6,8%) – inclusief Campo Carlo Magno (16 km aan gem. 5,7% maar door de organisatie niet eens erkend als col), Passo Castrin (8,8 km aan gem. 9,1%) en Passo dello Stelvio (24,7 km aan gem. 7,5%).
Niet door Frankrijk
Na dat bijzonder zware 2-luik is er op vrijdag een vlakke etappe van Morgbegno naar Asti om dan op zaterdag de laatste restjes energie uit het lijf van de coureurs te zuigen. De koninginnenetappe van deze 103e editie van de Giro d’Italia voert het peloton vanuit Alba immers over de Colle dell’Agnello, de Col d’Izoard en de Montgenèvre om vervolgens te finishen in het skistation Sestriere, boven de 2.000 meter hoogte.
Goed voor 5.000 hoogtemeters in 198 km. Tot daar het plan, want de koninginnenetappe is door de oplaaiing van het coronavirus in Frankrijk helemaal hertekend en herleid tot 2 passages en de oorspronkelijke aankomst op Sestriere. Spannend wordt het nog wel, want de top 3 staat binnen de 15 seconden van elkaar en op zondag is er nog de afsluitende tijdrit in Milaan.
Agnello en Izoard
Toch willen we graag nog even de oorspronkelijk voorziene koninginnennetappe laten zien. De renners zouden nagenoeg geen rustmomenten krijgen om op adem te komen. Het zou al van bij de start in licht oplopende lijn naar Casteldefino gaan, waar de renners pas echt hun beste geschut hadden moeten bovenhalen om de top van de Colle del’Agnello te bereiken. Dat is 21,3 km klimwerk aan gemiddeld 6,8% maar wel met dien verstande dat de laatste 9 km echt loodzwaar zijn. De eerste schifting gaat nog met trapjes omhoog maar de percentages blijven doenbaar. Richting Grange del Rio is de fun er echter af en kom je op pieken tot 15%. Als je al wat klimkm’s in de benen hebt, is dat geen cadeau. De laatste 7,5 km tot de top zijn gemiddeld 9,3% klimmen.
Volledig afdalen tot in Château-Ville-Veille zouden de renners niet doen. In Château Queyras moesten ze de D947 volgen tot die overgaat in de D902 en je zo meteen op de beklimming van de Col d’Izoard komt vanuit Guillestre. Daardoor was hun Izoard niet 19,1 km klimmen maar 14,2 km aan gemiddeld 7,1% en uiteraard zou het zwaartepunt nog altijd richting de top liggen: de laatste 7,5 km zit je met pieken tot 14%, al zou dat ministukje afdalen vanaf Col de la Platrière wel eventjes deugd gedaan hebben.
Montgenèvre en Sestriere
De Izoard moesten de renners wel volledig afdalen tot in Briançon, waarna het een km vals plat was en het klimmen naar de top van de Montgenèvre al zou aanvangen. Dat was dan samen 8,4 km aan gemiddeld 6% en een piek van 9%. Die afdaling zou het peloton via de N94 en de SS24 naar Cesana Torinese brengen, waar de 11,4 km lange slotklim (gem. 5,9%) naar Sestriere zou aanvangen.
Op de top zouden we – en zullen we ook na de hertekening van deze rit – weten hoe de kaarten liggen voor de afsluitende tijdrit die finisht in Milaan. Het is ongeùmeen spannend: Wilco Kelderman draagt het roze maar heeft slechts 12 seconden voorsprong op zijn Sunweb-ploegmaat Jai Hindley en 15 seconden voorsprong op INEOS-renner Tao Geoghegan Hart. Kijk hier welke kansen onze partner Bingoal, de Belgische nummer 1 bookmaker in wielerweddenschappen, de favorieten toedicht. En waag natuurlijk ook zelf eens je kans!
2 comments
Heel erg bedankt Yves voor de vakkundige stukjes die je schrijft. Gr Paul
Dank, Paul! Veel leesplezier!