Het coronavirus heeft ervoor gezorgd dat je Ryan Kamp nog maar weinig in zijn regenboogtrui hebt kunnen spotten. De wereldkampioen van Dübendorf 2020 vindt dat zijn plezier is afgenomen, maar de ambitie om zaterdag de Europese sterrentrui te pakken, blijft wel onaangeroerd. Zijn stempel drukte Kamp de voorbije weken ook al een beetje tussen de elite, en dat ondanks het feit dat hij nog veel progressiemarge heeft.
Door het wegvallen van de ene na de andere cross moeten de beloften met de elites rijden en dat doet Ryan kamp, 3e jaar belofte, niet onaardig, met laatst nog een 9e plaats op de Koppenberg. “Ik ben goed begonnen aan dit seizoen, eigenlijk beter dan ik zelf had verwacht”, opent de jonge Nederlander. “Het is nu zaak om die lijn door te trekken. Jammer wel dat ik niet te vaak bij de U23 kan rijden, want nu kan ik amper mijn trui tonen. Langs de andere kant is het wel een voordeel om bij de elite te rijden, want ik ben iemand die boven mezelf kan uitstijgen als de anderen beter zijn dan mij. Het grootste verschil is dat ik nu zelf niet de koers kan maken, en dat is wel een minpuntje.”
Waar komt Kamp nog tekort ten opzichte van de toppers bij de elite? “Het heeft vooral met kracht te maken”, klinkt het. “De echte toppers kunnen in de eerste paar ronden snoeihard rijden en dat lukt mij nog niet. Pakweg halfweg koers vallen zij dan terug op hun eigen tempo, maar dan heb ik al veel kruit verschoten. In het begin moet ik passen, maar als je dan achteraf de rondetijden bekijkt, merk je dat ik niet zo heel veel verlies. Het zijn vooral hun versnellingen die ik nog niet kan bijbenen. In het begin van de cross zijn mijn hartslagen hoger dan naar het einde toe, gewoon omdat ik in het begin alle moeite heb om die eerste versnellingen bij te houden.”
Plezier weg
Kamp staat niet te veel meer stil bij zijn wereldtitel, die hij in de modder van Dübendorf pakte. “Best weinig”, bevestigt hij. “Het is allemaal erg jammer, want niets lijkt nog wat het was. Het plezier is me volledig afgenomen. Door bij de elites te rijden, blijft mijn regenboogtrui in de kast. Het speciale om wereldkampioen te zijn is er dus wel af, vind ik. Ik kan hem wel nog op training dragen, maar daar doe je het uiteindelijk toch niet voor. Dat neemt echter niet weg dat ik zaterdag in Rosmalen Europees kampioen wil worden. Veel zal ik die sterren niet kunnen aandoen, maar ik wil graag mijn WK-trui showen in eigen provincie (Kamp woont in Raamdonksveer, op een half uurtje van het EK-parcours, red).
Hij kan nog veel progressie boeken, meent Kemp. “Het is niet alleen kracht, het gaat ook over mijn levensstijl. Ik denk dan vooral aan voeding en rust, want ik ga nog elke week een paar dagen naar school. Dat is natuurlijk niet erg, maar goed zal het ook wel niet doen. Ik zit op het Johan Cruyff College en daar krijgen we veel vrijheid om onze sport zo goed mogelijk te beoefenen. Er zit geen druk op om de studies af te ronden, want dat kunnen we zelf plannen. Maar te lang wil er ook niet over doen. Binnen een jaar hoop ik er wel klaar mee te zijn. En zonder school kan ik mijn trainingsvolume zeker nog opschroeven.”
Weg
Met zijn kwaliteiten moet Ryan Kamp ook op de weg uit de voeten kunnen. Afgelopen zomer reed hij bijvoorbeeld al de Ronde van Wallonië en de Antwerp Port Epic. “Ik spiegel me een beetje aan Lars Boom”, bekent hij. “Ik ken Lars best wel goed en rijd zelf ook graag op de weg. Daar ben ik als jeugdrenner trouwens begonnen. Het zou tof zijn om stap per stap de carrière van Lars te volgen. Hij koos wel vrij vroeg voor de weg, misschien heb ik daar wel iets meer tijd voor nodig. Al wil ik ook zeker nog in het veld iets laten zien.”