Er was de beresterke prestatie van Kenny De Ketele in de Omloop Het Nieuwsblad, de 11e plaats van Jordi Warlop in Le Samyn en de 9e en 11e plaats van Warlop en Arne Marit in de GP Monseré. Mooie adelbrieven voor een procontinentale ploeg, maar wat is Sport Vlaanderen-Baloise straks waard in de grote klassiekers? En vanwaar hun populariteit bij andere teams? Frontman Walter Planckaert expliceert.
Drukke maand mei
Hoe beleeft ervaren rot Walter Planckaert het wielerseizoen van zijn SVB-troepen tot hiertoe? “Het is geen evident seizoen, met alweer heel wat voorbereidingskoersen in Spanje en Frankrijk die op de schop gingen”, weet hij. “Sommige renners kunnen daar goed mee om, anderen klagen al wat sneller over hun gebrek aan wedstrijdkilometers. Een seizoen aan elkaar hechten als een ketting is een ramp voor de wielersport. We hebben nog maar weinig wedstrijddagen en dat is ook voor de teams niet makkelijk. Vraag het maar eens onze teammanager Christophe Sercu.”
Planckaert pakt wel meteen uit met een positieve gedachte. “Ik hoor her en der dat de organisatoren die hun koers al moesten schrappen zich willen engageren om in de maand mei te organiseren. De renners die een beetje snel geklaagd hebben, zullen straks nog blij zijn dat ze zich zo wat kunnen sparen hebben, want ik voorspel een heel drukke koersmaand. Het zal deugd doen, want met al die tests en de papiermolen is het plezier toch wat verdwenen. Maar ik heb er goeie hoop op dat we dat virus toch wat achter ons gaan kunnen laten.”
Goed opgevoed
Hoe kijkt Planckaert naar zijn nieuwe lichting? “Onze nieuwe jongens zijn geen toppers, maar ze kunnen met een fiets rijden. Arne Marit in GP Monseré en Ward Vanhoof in Nokere, dat was echt klasse. Fabio Van den Bossche is ook nog altijd maar 20, een klasbak tot en met. Dat belooft, maar je moet onze jonge renners wat respijt geven ook. Rune Herregodts en Julian Mertens noem ik bijvoorbeeld graag, zij hebben ongelofelijke pech gehad dat ze corona kregen en nog altijd niet wedstrijdklaar zijn.”
De doorstroming naar het allerhoogste niveau blijft belangrijk voor het procontinentale Sport Vlaanderen-Baloise. “Er zijn zelden ploegen die mistevreden zijn over de renners die bij ons werden opgeleid”, stelt Planckaert. “We krijgen doorgaans veel respect omdat onze jongens correct werden begeleid én opgevoed. Onze jongens zeggen nog ‘merci’, en dat wordt erg gewaardeerd. Het is een ‘kleintje’, maar we vinden dat belangrijk. Ze zijn sportief ook nooit te vroeg opgebrand, iets waar wij als team echt wel op letten. De renners van Sport Vlaanderen-Baloise zijn deftige jongens en ze kunnen met de fiets rijden. Die uitstraling willen we absoluut behouden.”
Finales leren kennen
Het hoeft niet gezegd dat Walter Planckaert het water in de mond krijgt bij de koersen van de komende anderhalve maand. “Brugge-De Panne, E3, Gent-Wevelgem, Dwars door Vlaanderen, dé Ronde, Scheldeprijs, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, het begint nu echt te lopen. Dat zijn natuurlijk grote koersen waar wij onze plaats moeten kennen. We hebben ons al laten zien dit seizoen, onder meer in de Omloop, Nokere en Le Samyn. Sport Vlaanderen en Baloise werden al goed in beeld gebracht, maar nu moeten we ook denken aan de resultaten.”
Planckaert blijft realistisch, maar ook niet zonder verwachtingen. “Het blijft een leerschool, voor onze jongens is het een trigger om met die wereldtoppers te kunnen koersen. Er zijn mogelijkheden om ons te tonen, dat de mensen gezien hebben dat we aan de start stonden en dat we koers durven maken. Het belangrijkste blijft dat ze de wedstrijden uitrijden om te leren hoe de finale in elkaar zit en zo veel ervaring opdoen. In koersen als E3, Gent-Wevelgem of Ronde van Vlaanderen kunnen we geen top 15 verwachten, dat is bijna onmogelijk. Met onze beste renner rond plaats 25 moeten we in zo’n koers dik tevreden zijn.”
Roubaix
1 ding vindt Planckaert absoluut jammer. “Dat we sinds 2017 (toen Piet Allegaert 17e werd, red) geen Parijs-Roubaix meer mogen rijden. We hebben daar nochtans een paar zeer goeie renners voor. Het probleem is dat er veel procontinentale teams zijn die kost wat het kost Roubaix willen rijden en dat organisator ASO elk jaar een paar andere ploegen van ons niveau wil uitnodigen met een wildcard. Maar ik denk dat we er volgend jaar opnieuw bij zullen zijn.”
Tot slot, wanneer zal Planckaert na het klassieke voorjaar een tevreden man zijn? “Als onze renners de meeste wedstrijden hebben kunnen uitrijden om maximaal ervaring op te doen en als we ons in de belangstelling hebben kunnen fietsen voor onze trouwe partners. En vooral als we van fysieke ellende en valpartijen bespaard blijven. Want daar heb ik toch altijd een beetje schrik voor.”
Zorg dat je ingeschreven bent op onze nieuwsbrief en maak deze maand kans op 5 fietsstickerpakketten van FIETSNAAMSTICKERS!
De winnaars worden bekendgemaakt op 1 april 2021 – mail je naam en volledige adresgegevens alvast naar [email protected] en laat ons weten waarom jij zo’n pakketje verdient! (de winnaars van de WielerVerhaal cross-T-shirts zijn Lien Mylle uit De Haan en Martine Janssens uit Betekom! Zij werden persoonlijk op de hoogte gebracht)
2 comments
Beste Yves, bedankt voorhet artikel met je wielerverhaal. Ik wens je veel succes met je publicaties. Ik volg als voetbaltrainer mijn kleinzoon die begon te koersen en inderdaad de jeugd word tekortgedaan. De voetbalcompetitie ligt stil, de juniors koersen niet meer en het schoolbeleid is een ramp. Terwijl het duidelijk is dat de jeugd berekende risico’s wilt nemen om zo normaal mogelijk te groeien. Waar blijft onze steun want dit beeld zal onze toekomst bepalen. Mvg Etienne Vandierendonck
indian pharmacy paypal http://indiaph24.store/# world pharmacy india
indian pharmacies safe