In augustus 2020 snelde Elise Uijen tot haar eigen verbazing naar de Europese titel tijdrijden in de straten van het Bretoense Plouay. Een opmerkelijke prestatie omdat Uijen 1e jaars juniore was en door corona nauwelijks had gekoerst in haar categorie. Een prestatie ook die was opgevallen bij Team DSM, dat haar nu een contract aanbood om in 2022 en 2023 de talentenpiramide te komen vervoegen.
Bij Team DSM waren ze er vroeg bij, want de 1e contacten met Elise Uijen dateren al van de zomer van 2020, geeft ze zelf aan. “Ik weet het niet meer precies wanneer ze contact opnamen, maar het moet ergens rond de periode van het EK geweest zijn”, klinkt het. “Het was wel even wennen, want die mensen hadden echt interesse om me in hun team op te nemen. Die gesprekken maakten een behoorlijke indruk op mij, hoor. Ik keek er toch naar op, want DSM is natuurlijk het hoogste wat ik kan bereiken op mijn jonge leeftijd.”
Het is ook voor Elise Uijen een zeer beperkende periode als het over wedstrijden gaat. Vorig jaar was haar EK de 1e wedstrijd op internationaal niveau en ook dit jaar oogt het somber. “Het blijft bij wat trainingswedstrijdjes”, zucht ze. “En zelfs dat begint nu pas op gang te komen. In het begin van het seizoen was het enkel trainen, maar ik kan wel goed om met de situatie. Ik blijf uitdagingen vinden op training en dat motiveert. Ik fiets ook gewoon heel graag, dat helpt natuurlijk wel. Al ben ik wel wielrenster geworden om wedstrijden te rijden. Het is uitkijken naar die 1e koersen.”
Trento
Die komen er snel aan, al blijft het nog allemaal plannen op zeer korte termijn. “In BelgiĆ« wordt er al weer even gekoerst, maar in Nederland start het nu pas echt weer op”, weet de Noord-Brabantse. “De komende 2 maanden hoop ik echt wel wat wedstrijden te rijden, ook in BelgiĆ«. Helaas kan je vaak pas 3 dagen van tevoren inschrijven, dus dat is wel lastig plannen. Daarna komen er weer de kampioenschappen aan, waar ik me nog hoop voor te kwalificeren. Het EK tijdrijden in Trento in september wordt weer een belangrijke afspraak, want ik hoop natuurlijk mijn titel waardig te verdedigen.”
Dat tijdrijden blijft een belangrijke discipline voor de renster van WV Schijndel. “Ja, toch wel”, bekent ze. “Het is een discipline die ik heel graag doe: superhard rijden en toch ook bezig zijn met de techniek die erbij komt kijken. Jezelf volledig leegrijden en dan uitgemergeld over de finish komen, vind ik echt supergaaf. Meestal komt het plezier wel als je ergens goed in bent, dat klopt. Maar het is voor mij gewoon een mooi stukje van het wielrennen.”
Persoonlijkheid
Na haar Europese titel tegen de klok is er voor Uijen heel wat veranderd. “Ik kon het allemaal moeilijk vatten wat er op me afkwam, het was ongelofelijk. Een droom die uitkwam. En dan moest ik plots ook nog aan de bak op het NK tijdrijden. Dat ik daar kon winnen, was een bevestiging nadat ik ook tussendoor al de tijdrit in de Watersley Ladies Challenge had gewonnen. In die koers ben ik trouwens gevallen waardoor ik moest opgeven. Nadien had ik daar best wel wat last van, dus was het des te meer een opsteker om dan het NK tijdrijden te winnen. Ik heb vervolgens iets meer rust genomen en ben stilletjes aan weer beginnen opbouwen.”
Nog een half jaar te gaan voor haar transfer naar DSM werkelijkheid wordt, maar Uijen kijkt er al naar uit. “Ik verwacht dat ik in een structuur terechtkom waar ik mezelf kan ontwikkelen als renster maar ook als persoon, want dat laatste vind ik zeker op mijn jonge leeftijd ook heel erg belangrijk. Ik ben al in Sittard geweest in de wooneenheid en dat was wel goed geregeld, het wordt leuk om me binnen die ploeg te ontwikkelen. Vanaf januari begint alles weer vanaf 0, ik kijk er naar uit.”
Tot slot, het is geen prioriteit voor de Herpense om ook op de baan actief te blijven. Iets wat niet onlogisch zou zijn na haar Nederlandse nieuwelingentitel in de Keirin (2019). “Ik heb op dit moment geen plannen om wedstrijden op de baan te rijden, maar wie weet komt dat nog”, knipoogt Uijen tot slot.