Eind juli loopt Hanne Claes uit Leuven de ziel uit haar lijf op de Olympische Spelen in Tokio. In de aanloop daarvan traint ze wekelijks op de fiets met de bedoeling haar lichaam toch wat minder te belasten. “En ik kan er perfect interval mee trainen”, geeft ze aan.
Bij het ingaan van de 1e lockdown in maart 2020 ging atlete Hanne Claes op zoek naar een eigen fiets. “Ik trainde voordien regelmatig op de fiets van mijn huisgenoot, die een echte wielerfanaat is”, opent ze onze babbel. “Maar plots gingen alle fitnessfaciliteiten dicht en door een blessure kon ik niet lopen. Dan is fietsen eigenlijk de meest interessante activiteit om je conditie op peil te houden en zo efficiënt mogelijk te trainen. Ik had dan ook echt nood aan een eigen fiets en zo is er een samenwerking ontstaan met SCOTT, een prima materiaalsponsor want ze stellen onder meer ook shirts, fietsbroeken en schoenen ter beschikking.”
De SCOTT Foil 20 kwam van pas, want in juni 2020 moest Hanne Claes als gevolg van een enkelblessure onder het mes. Door uitstel van de Olympische Spelen, het hoofddoel voor zowat elke atleet, was die opportuniteit er plots. Dat betekende ook dat Claes veel moest fietsen om de conditie tijdens het herstel te onderhouden. “Zeker tot oktober zat ik nagenoeg enkel op de fiets en ook daarna bleef ik mijn SCOTT Foil 20 regelmatig inzetten om mijn lichaam te ontlasten en de impact van de loopsport te verkleinen”, duidt Claes. “Op de fiets kan je diep gaan en tegelijkertijd toch je lichaam wat sparen.”
Combineren
Als atlete is Hanne Claes geen echte fietskenner, dus rekent ze op de kwalitatieve support van SCOTT voor de perfecte fiets en alles wat daar vandaag bij komt kijken. “Ik ben vooral onder de indruk van de professionaliteit”, klinkt het. “Alles is prima geregeld en de fiets ziet er onberispelijk uit: de kabels zijn weggewerkt en alles loopt gesmeerd, zowel letterlijk als figuurlijk. (lacht) Ik vind het vooral belangrijk dat ik een lichte en behendige fiets heb met de beste versnellingen. Tenslotte gebruik ik hem toch vooral voor intervaltrainingen.”
Dat klinkt logisch voor een sprintster. “Vooral tijdens de revalidatie en ook nog wel in opbouw naar de Spelen deed ik ook langere ritten, tot maximaal 60 km. Die uithouding train ik zo kort voor Tokio uiteraard niet meer. Ik doe nu op de fiets vaak sprints van 30 tot 45 seconden maar uiteraard ook langere intervals. Meestal probeer ik de fietstrainingen wel te combineren met looptrainingen op de piste.”
Belgian Cheetahs
De Olympische Spelen komen er nu met rasse schreden aan. “Ik zit nu nog een keer per week op de fiets, zeker ideaal wanneer ik wat reactie krijg op mijn lichaam”, beseft de Leuvense atlete. “Maar de focus staat nu uiteraard op het lopen. In Tokio zal ik individueel de 400m horden lopen, waar ik zeker een halve finale wil halen en wil proberen om een finaleticket uit de brand te slepen. Dat wordt niet makkelijk, want het niveau is bijzonder hoog. Daarnaast wik ik met de Belgian Cheetahs, de 4×400 m vrouwen, naar de finale en zal ik op die afstand ook aantreden met de Mixed Relay.”