In het Belgische wielrennen was Brent Van Moer (23) de revelatie van het seizoen. De renner van Lotto-Soudal brak door met zijn ritwinst in de Dauphiné, een week nadat hij in de Ronde van Limburg op weg naar de zege verkeerd gestuurd werd. In de Tour bevestigde hij al het goede met twee top 10-noteringen en bijna ritwinst in Fougères. “Ik heb in die periode een klik gemaakt en ben een andere renner geworden”, stelt hij vast.
Toen Brent Van Moer in de voorlaatste etappe van de Tirreno vanuit de vroege vlucht 2e werd, was hij bij het grote publiek nog een onbekende. Sommigen kenden hem wel nog van zijn vice-wereldtitel in het tijdrijden bij de beloften in Innsbruck, maar dat zijn specialisten. Een paar weken later was hij daar opnieuw in de Scheldeprijs. Hij overleefde in de 1e waaier, trok in de finale zelfs nog ten aanval en werd 19e.
In de Ronde van Limburg brak Van Moer helemaal door. Hij reed de hele koers in de aanval, snelde alle medevluchters uit het wiel en deed hetzelfde met de tegenaanvallers die de sprong naar voren hadden gemaakt. Toen hij het peloton in de slotkilometers kon afhouden, leek een overwinning onafwendbaar, maar de renner uit Beveren werd verkeerd gestuurd en de zege was weg.
Telefoon van seingever
“Ik had speciaal aan de ploeg gevraagd om die wedstrijd te mogen rijden”, blikt Van Moer terug op die bewuste eendagsklassieker. “Ik wilde er koersen zoals ik dat bij de jeugd deed. Het was een mooi verhaal met een spijtig einde. Die seingever heeft me achteraf trouwens nog gebeld en ik krijg regelmatig een berichtje van hem. Hij is me beginnen volgen, wat wel leuk is!”
Een week later volgde dan uitgesteld toch de beloning voor het aanvalswerk. In Issoire voerde Van Moer een kunststukje op in de Dauphiné. Hij won de rit en pakte de leiderstrui. Op een paar weken tijd was het talent de nieuwe marathonman van het Belgische wielrennen.
Net niet in de Tour
Iedereen was gewaarschuwd, maar in de straten van Fougères -4e etappe in de voorbije Tour de France – leek Van Moer iedereen opnieuw te verschalken. Pas op 160 meter van de meet zat zijn solo erop. “Ik heb de beelden achteraf teruggezien… Wat was ik er dichtbij. Op het moment zelf is dat natuurlijk ‘klote’, je ziet de meet liggen en voelt ondertussen het peloton naderen. Dat is koers, je weet dat het moeilijk is om op die manier iedereen te verschalken.”
Na 2 ereplaatsen eindigde Van Moer de Tour als 65e, niet slecht voor een debutant. “Ik wilde die vorm eigenlijk doortrekken richting najaar, maar op een training eind juli liep het mis. Ik reed op een licht dalend stuk en bij een bocht naar links ging mijn voorwiel onderuit. Ik reed niet eens zo snel, maar landde recht op mijn heup. Momenteel ben ik aan het revalideren. Het gaat stilaan beter en ik zit inmiddels weer op de fiets. Volgende week volgt er een nieuwe scan om te kijken of alles weer aan elkaar groeit. Nu moet ik nog oppassen dat ik geen zware kracht zet op die heup, want eerst moet alles goed op zijn plaats zitten.”
Rol op WK
Door de val moet Van Moer niet alleen opnieuw opbouwen, hij mist ook het WK in september. “De dag voor mijn val had ik nog uitgebreid gebeld met bondscoach Sven Vanthourenhout. Hij had goed nieuws voor mij met het oog op het WK. Ik wilde echt mijn rol spelen in dienst van Van Aert. Het doet dus wel pijn dat ik dat moet missen, zeker omdat het een WK in eigen land is.”
Of Van Moer dit jaar nog in actie komt, hangt af van zijn blessure. “Het hangt echt af van het herstel en of ik op training alles kan geven. Prioriteit blijft een goed herstel. Bij Remco Evenepoel is deze winter ook gebleken hoe belangrijk dat is. Voor volgend jaar is er nog geen uitgewerkt plan. Ik wil dezelfde lijnen wel aanhouden, met een paar rondes als voorbereiding, de klassiekers en de Tour. Wel wil ik me meer focussen op de iets kleinere klassiekers, want in de monumenten is een uitslag heel moeilijk. Mijn tijdrit geef ik ook zeker niet op, al heb ik dit jaar de focus meer op korte interval gelegd. Dat heeft me duidelijk vooruit geholpen!”