Elke periode heeft zijn eigen kenmerken, dat is in de wielersport niet anders dan in het gewone leven. Er zijn hoogtes en laagtes en vaak zorgt ene keerpunt voor een totale kentering. Dat was ook zo nadat Eddy Merckx stopte met koersen. Zijn gedoodverfde opvolger Daniël Willems kon het niet waarmaken. Maar de wielersport heeft het wél gehaald. Daarover heeft Wilfried Wilms een knap boek geschreven.
Wanneer Eddy Merckx in mei 1978 de fiets aan de haak hangt, wordt het ook in België snel duidelijk dat de publieke belangstelling voor het wielrennen merkelijk afneemt. Door een samenspel van een aantal krachten komt de internationale wielersport in een neerwaartse spiraal terecht die zijn voortbestaan bedreigt. Een kantelpunt in zijn geschiedenis is aangebroken.
Het besef dringt door dat het wielerbestel economisch slechts kan overleven op voorwaarde dat het nieuwe geografische horizonten opzoekt. De wielersport moet de hand uitsteken naar de opkomende globalisering, en in het bijzonder de Amerikaanse markt veroveren.
Hinault
Dit boek schetst deze ontwikkelingen tegen de achtergrond van de korte wielerloopbaan van Daniël Willems, in die tijd 1 van de vaandeldragers van de Belgische wielersport. Slechts weinigen zijn erin geslaagd om tijdens hun 1e jaar als beroepsrenner het hele seizoen door op zo’n hoog niveau te presteren. Daniël Willems wordt dan ook onmiddellijk uitgeroepen tot de uitdager bij uitstek van Bernard Hinault en de overige tenoren van het wielerpeloton uit die periode.
Maar ook al zal Willems in de jaren nadien nog opmerkelijke prestaties neerzetten, de absolute top waartoe hij voorbestemd leek, zal hij nooit bereiken. Meer zelfs, nauwelijks 4 jaar later blijkt zijn carrière op een dood punt te zijn aanbeland. Wanneer hij nog enkele jaren later het peloton via de achterdeur verlaat, slaat niemand hier nog enige acht op. Maar inmiddels is in de wielersport wel een nieuw tijdperk aangebroken.