Denise Betsema is aan een indrukwekkende reeks bezig. In de Wereldbekermanche van Zonhoven pakte de Texelse haar 16e podium op een rij, een reeks die ze inzette op het voorbije wereldkampioenschap in Oostende. Nochtans ligt ze er naar eigen zeggen niet wakker van. Met de dubbelslag van het afgelopen weekend toont ze alvast haar topvorm.
Straf, dat 16e podium op rij. Het is een reeks die begon op het WK in Oostende, waar ze brons pakte, en die Betsema vervolgens vakkundig doorzette. Winst in de Superprestige van Middelkerke, 3e in de Krawatencross in Lille (X2O Badkamers Trofee), winst in GP de Eecklonaar, 2e in de Brusselse Universiteitscross (X2O Badkamers Trofee) en om het seizoen 2020-2021 af te sluiten een dubbelweekend: winst in zowel de Waaslandcross in Sint-Niklaas als de Internationale Sluitingsprijs in Oostmalle.
Het nieuwe seizoen zette ze in met een zege in de Rapencross in Lokeren, een 3e plaats in Beringen, opnieuw winst in Bredene en een 2e plaats in de Superprestige van Gieten. In de Wereldbekermanches in de Verenigde Staten trok ze die lijn door met een 3e plaats in Waterloo, en een 2e plaats in zowel Fayetteville als Iowa. En nu dus andermaal een dubbelweekend met winst in de Superprestige van Ruddervoorde en de Wereldbeker van Zonhoven. Je zou voor minder gelukzalig rondlopen.
Progressiemarge
16 podia op rij, maar Betsema blijft er rustig onder. “Ik heb het ook pas deze week gehoord, wel fijn om dat te zien passeren. Het oogt mooi, maar ik ben er eigenlijk helemaal niet mee bezig. Wat telt zijn de wedstrijden op zich en het feit dat ik in elke cross voor het hoogst haalbare ga, en dat is natuurlijk winnen. Van die 16 heb ik er 8 niet kunnen winnen, maar ik heb ook niet het gevoel dat er meer had ingezeten. Er wordt wel eens gezegd dat ik in de finales nog te veel respect toon of geen killer genoeg ben, maar ik doe wat binnen mijn mogelijkheden ligt. Voorts heb ik van niets spijt. Ik kijk ook niet terug op wat is geweest, maar besef wel dat ik van alles kan leren en dat probeer ik ook te doen.”
In januari wordt Betsema 29. Pas eind november 2018 brak ze helemaal door met haar Wereldbekerzege in Koksijde. Het beste moet er dus zeker nog zitten aan te komen. “Ja, volgens de theorie wel. Maar of dat echt mijn beste jaren gaan zijn, dat zal moeten blijken. Ik denk wel dat ik nog progressiemarge hebt. Zoals ik al zei probeer ik wel nog steeds bij te leren, ook op trainingsgebied. Op diverse vlakken valt er wel nog wat op te steken en te verbeteren.”
Witte trui
Betsema keerde alvast met een goed gevoel terug uit de VS. “Ik geniet van elke wedstrijd en dat heb ik ook nu weer bewezen met die 2 zeges dit weekend. Het is echt leuk rondrijden, zeker nu met het publiek dat weer helemaal terug is. Wie mijn grootste concurrenten zijn voor de prijzen? De vrouwen die de voorbije seizoenen domineren, al mag je ook de outsiders niet onderschatten. Ik verwacht ook wel iets van Alvarado, die in Zonhoven haar comeback maakte. In de VS zag je ook weer enkele andere namen in de top 10 duiken dan onze vertrouwde Nederlandse vrouwen en dat is alleen maar goed voor de sport. Al is het voor Nederland wel leuk dat we zo’n sterk blok hebben.”
Betsema mikt op een constant seizoen, waarbij ze wel het Wereldbekerklassement met argusogen volgt. “Ik wil daar hoog in eindigen, en liefst ook winnen, want die witte trui spreekt me erg aan”, klinkt het. “Die constante is iets wat ik toch goed kan, is de voorbije jaren en ook nu weer gebleken. Daarbinnen is het WK in de VS natuurlijk een doel op zich.”