Marthe Truyen brak door bij Baloise Trek Lions toen ze in de winter van 2020 Belgisch kampioene werd bij de beloften. Afgelopen winter ruilde ze de stal van Sven Nys echter voor die van de Roodhoofts. Bij Iko-Crelan snuift Truyen een nieuwe wind en dat had ze naar eigen zeggen nodig. Intussen blijft ze het veld combineren met haar studies Industrieel Ingenieur, die ze binnen 2 jaar hoopt af te ronden. Een voorwaarde voor haarzelf om hopelijk daarna prof te worden. Maar niet ten koste van.
Marthe Truyen brak dit seizoen nog geen potten, maar geen erg. De eind september 22 geworden Bevelse komt er wel. “Het was een moeilijk seizoensbegin voor mij, maar ik denk dat ik er nu wel stilaan begin door te komen”, zegt ze. “Sommige rensters hebben snel dat competitiegevoel, bij anderen duurt dat wat langer. Ik moet zelf aan het begin van het seizoen meestal wat zoeken, maar zolang dat topgevoel er in oktober of november komt, is dat niet echt een probleem.”
Afgelopen zomer ruilde ze Baloise Trek Lions voor Iko-Crelan, de stal van Sven Nys dus voor die van de gebroeders Roodhooft. “Ik was helemaal niet uitgekeken op de ploeg en ik was er ook nog altijd graag, maar soms doet het eens goed om verse lucht te snuiven”, verduidelijkt ze. “Ik ben bij de Lions zeker niet met een wrang gevoel vertrokken, ik kan met iedereen nog altijd door dezelfde deur en we zeggen ook nog altijd gewoon goeiedag als we elkaar tegenkomen. Dat is wel goed.”
Wegcampagne
Is het meer dan enkel zomaar een nieuwe omgeving voor Truyen? “Elke ploeg is anders en een transfer vraagt altijd wat aanpassing”, weet ze. “Iko-Crelan is ook een crossploeg, maar met hun wegteam Plantur-Pura kan ik wel een mooier programma rijden in de zomer. Dat heeft me wel over de streep getrokken om hier te tekenen. Het is iets wat ze me bij Baloise Trek Lions niet konden bieden omdat Lucinda Brand en Shirin van Anrooij op de weg voor Trek-Segafredo uitkomen.”
“Op dat vlak heb ik wel stappen gezet, want ik had nog nooit echt in teamverband gereden. Vanaf de zomer is het beter gegaan, in juli en augustus heb ik voor mezelf echt wel een goed niveau gehaald. Maar ik was na het crossseizoen helaas te snel begonnen op de weg, had te weinig rust genomen. Eigenlijk geen, want ik ben gewoon blijven doortrainen tot en met de klassiekers Scheldeprijs en Brabantse Pijl, waar ik eigenlijk compleet uitgeblust aan de start stond. Daar heb ik uit geleerd dat ik toch wat beredeneerder aan zo’n wegcampagne moet starten.”
Keuzes
Vooralsnog combineert Truyen het wielrennen met haar studies. “Ik zit nu in mijn Master Industrieel Ingenieur. Of dat lukt? Dat moet, hé. Ik wil mijn studies absoluut afmaken. Ik heb geen voordelen ten opzichte van andere studenten, maar ze begrijpen me op school wel. Als ik er eens niet kan zijn op een verplichte les, dan doen ze daar ook niet al te moeilijk over. Ik moet nu nog 1 jaar doen maar ga dat wel opsplitsen in 2 jaar, zodat ik het kan blijven combineren.”
De Bevelse geeft prioriteit aan het veldrijden. “Iedereen wil prof worden. Mijn hart ligt ook bij de cross, maar mijn verstand zegt ook wel dat ik een diploma moet halen. Als ik nu zeg dat ik helemaal voor de cross ga, dan ga ik mijn studies verwaarlozen en dat is ook niet de bedoeling. Het is niet ten koste van dat ik prof wil worden. Ik hoop vooral dat ik de komende 2 jaar nog voldoende progressie kan boeken en dat ik dan klaar ben met om met de besten mee te doen om een profcontract waard te zijn. Dan zien we wel of dat ook effectief lukt. Sowieso ben ik nog niet op dat niveau en een glazen bol heb ik niet. Dus werk ik nu gewoon voort.”