De Catalaanse provincie Girona was al een gegeerde bestemming voor profwielrenners en wielertoeristen. Maar ze steekt nu ook Toscane naar de kroon als Europees gravelwalhalla. Dat is te zien aan de vele organisaties die er gravelritten aanbieden. 1 daarvan is Klassmark. WielerVerhaal nam de proef op de som en reed 2 magistrale ritten, ten noorden en ten zuiden van Girona.
Rocacorba
We wilden niet aan ons Catalaans gravelavontuur beginnen zonder eerst de Rocacorba op asfalt te hebben beklommen. De Rocacorba is de bekendste, zwaarste en misschien wel mooiste beklimming van Girona aan de oostelijke rand van het vulkaangebergte van Garrotxa.
De profs komen hier vaak trainen, maar wij hadden de berg voor ons alleen. De Rocacorba beklimmen en afdalen bij magic hour, het moment vlak voor en na zonsondergang wanneer het daglicht de omgeving op zijn mooist belicht, dat is werkelijk magisch. Tijdens de gehele 10 km lange beklimming waren we de enigen op de flanken van de berg.
De Rocacorba kent een gemiddeld stijgingspercentage van 7% en redelijk lange stukken tot 14%. De klim begint rustig tussen de bomen en helt niet al te steil tot een 1e vlakker gedeelte. Toch was een langere opwarming geen overbodige luxe geweest. De pijn in de dijen stak al snel op, nog vóór de weg steil omhoog begon te kronkelen. De schoonheid van het uitzicht ging eveneens crescendo.
De Rocacorba probeert je 2 keer te belazeren. Wanneer je plots de top ziet, begint een korte afdaling. Maar daarna volgt nog een lange, kronkelende km supersteil tot de top. En het bord met de naam van de berg staat niet op de top, dus laat je niet verleiden.
In de laatste haarspeldbocht voor de top kregen we een fenomenaal uitzicht van een monumentale bergwand van de Pyreneeën. Daarachter was net de zon gezakt, waardoor het leek alsof er achter de bergwand een reusachtig vuur brandde.
Op de top staat een lanceerplatform voor paragliden. Niet aan te raden met de fiets. De afdaling van de Rocacorba is sensationeel genoeg.
Sa Costa Brava
Wat doe je als je in Girona bent en er vindt een wielerevenement van wereldklasse plaats? Dan doe je gewoon mee. ‘Sa Costa Brava’, zo heet het evenement van organisator Klassmark. Aan de Ruige Kust.
Klassmark specialiseert zich in gravelraces in Catalonië. Ze doen dat met een filosofie die naadloos aansluit bij de reden waarom we zelf ook fietsen: om ons bewust te worden van de wereld om ons heen, van de natuur en de landschappen waar wij als mensen deel van zijn.
Klassmark gebruikt er de hashtag #NoNatureNoFuture voor. Ze willen mensen via fietstochten bewuster maken van de klimaatcrisis, hen aanzetten om meer de fiets als vervoersmiddel te gebruiken. Ze proberen vooral partnerships aan te gaan met bedrijven die dezelfde waarden van duurzaamheid uitdragen. Ze organiseren opkuisacties waarbij ze tonnen afval verzamelen in de ruwe baaien en stranden van de Costa Brava.
En de eerste 20 km van de gravelrit ‘Sa Costa Brava’ maakte ons effectief bewust van de waarde van die prachtige, ruige natuur op de bergen achter de kustlijn. Vaak zie je tijdens wielerevenementen plastic verpakkingen van gebruikte ‘gelletjes’ op de grond liggen. Onze naïeve zelf wil geloven dat die per ongeluk uit de zakken van deelnemers zijn gevallen. Het zal ons ongetwijfeld ook al overkomen zijn. Een organisator die er een punt van maakt om geen enkel spoor achter te laten behalve een bandenspoor in het grind, zet ons zeker aan om nog alerter te zijn.
Fietsen in zulke gebieden brengt natuurlijk wel het nodige afzien met zich mee. Eén blik op het hoogteprofiel was genoeg om te weten: ik zou vele doden sterven op het ruige terrein, op de rotsen, in het paradijs.
De eerste 20 kilometer zouden we bijna 1.000 hoogtemeters overbruggen. Achter de Costa Brava bij Palamós ligt een paradijselijk begroeid bergmassief. En wat anders dan witte grindwegen trekken erop en doorheen? Hier doet deze kust zijn naam eer aan. Het grind is op sommige plaatsen eerder ruige rots en kei. Tijdens het sleuren, trekken, duwen, hijgen, puffen en schuiven, verscheen achter ons een schilderij: de opkomende zon die van de zee een zilveren oppervlak maakte, en het witte grind dat verblindend oplichtte.
De beklimming van 20 km wordt 2 keer onderbroken door een plateau en een afdaling. Op zulke stukken, hoe kapot we ook waren, kwam het crossbeest in ons boven. Volle kracht vlammen over het grind en de keien, met links de afgrond en aan de horizon de zee.
De hele rit is 110 km lang, en na een steile afdaling van 10 km waren de volgende 80 km zo plat als een vijg. Als je vanaf zeeniveau een bergmassief beklimt, en je 20 km later aan de andere kant weer op de laagvlakte binnengevlamd komt, dat is euforie ten top.
Kilometerslange grindwegen doorkruisen het Catalaanse platteland. Dit zijn niet zomaar ‘grindstroken’ zoals we die in Vlaanderen kennen. Grind- en veldwegen duren bij ons ononderbroken toch niet vaak langer dan 5 km. Maar in Catalonië? Eindeloos. 20 km aan een stuk vlammen over grind? Normaal hier. Door de velden in de vallei. Door de bossen op de bergflanken. Overal grindwegen.
Op de vlakte passeerden we schapenboeren met hun kuddes, de rivier Ter als vertrouwde metgezel, het zicht op de bergen die we overwonnen hadden, olijfboomgaarden, kastelen en kerken op heuveltoppen, overal boodschappen voor Catalaanse onafhankelijkheid, en ontelbare oude dorpjes waarvan vooral Jafre ons zal bijblijven.
Los van de pittoreske ligging op een heuvel in de laagvlakte waren we ook aangenaam verrast door de mensen. We stootten op een dorpsfeest met muzikanten. De dorpelingen aten en dansten. En dat doen ze daar elke zondag.
De laatste 20 km hadden we zin om de snelheid te matigen. We bolden aan 15 km/u over het grind en genoten met volle teugen. Toen we met de armen in de lucht (waarschijnlijk als allerlaatste, als landschapsfietser voor wie de gemiddelde snelheid geen prioriteit is) over de streep reden, was de avondzon die de zee ‘s ochtends nog zilver had gekleurd, onze gouden medaille.
LEES VERDER ONDER DE FOTO’S!
La Santa Vall
Klassmark organiseerde eerder op het jaar ook de gravelrit La Santa Vall. We reden de route.
Vertoeven in de Heilige Vallei moet je verdienen. Dat mochten we meteen al tijdens een 1e afdaling ondervinden. Het afdalingsenthousiasme – het gevoel dat je krijgt als de grindweg naar beneden gaat en je al vlammend stof kunt doen opwaaien – moet je temperen. Er ligt niet alleen perfect grind op die plattelandswegen. Er liggen ook dikke keien. Fietsmakker Andy kon meteen een lekke band vervangen.
Achter Girona zagen we de groene bergen steeds dichterbij komen. In die groene reuzen, daar zouden we in duiken. Ontzagwekkend.
De grindbeklimmingen waren zwaar, en ze volgden elkaar in sneltempo op. Op en neer golvend én over de bergflank kronkelend als een slang. Steile afdalingen. In de rem gaan om niet uit de bocht te vliegen of op een dikke steen te stuiten. Onmiddellijk daarna: klik klik klik, terug naar het kleinste verzet schakelen, en pompen. Jezelf naar omhoog sleuren. Weer dat klimritme vinden. En net als je het gevonden hebt, is daar alwéér een steil dalend stuk. Die opeenvolging, zo belastend voor de spieren, ki-lo-meters lang.
De dorpjes liggen op heuveltoppen, met het kerkje altijd op het hoogste punt. Aan de huizen wapperen Catalaanse vlaggen. In totale eenzaamheid met grindwegen overal rondom spot je oude boerderijen. De Heilige Vallei stelde ons op de proef: bijna op de top van een lange beklimming vanuit Girona sprong onze versnellingskabel. En de steilste stukken van de route moesten nog komen. Er zat niets anders op dan helemaal terug naar beneden te rijden, naar de stad.
Eat Sleep Cycle is 1 van die typische hippe fietswinkels in Girona: café/B&B/fietswinkel. De gravelbikes die er bij elkaar stonden, ook een paar mooie splinternieuwe Ridley-exemplaren: watertanden. Maar goed, ze konden ook een doorleefde Ridley-crossfiets fiksen.
Wat volgde, was een race tegen de ondergaande zon. De Rocacorba omhoog over asfalt, en omlaag over grind. En dan, een fenomeen van een grindstrook, 1’tje waarvoor je speciaal naar Girona zou afzakken. 15 km lang tussen El Torn en Besalú, en tussen 5 groene pieken van 500 meter hoog, over brede witte grindwegen door een desolaat landschap.
Zo voelde het toch aan met ons 6e fietszintuig. Want we zagen enkel de silhouetten van de pieken. De duisternis was ingetreden. De Heilige Vallei heeft zijn mooiste mysterie niet aan ons onthuld.